Door: Cees-Jan Pen
Het rapport laat zien dat het economisch belang van Nederland sectorbelangen overstijgt, en juist zachte factoren als quality of life en landschapswaarden doorslaggevend zijn.
Verkrampte reacties
Maar de eerste conservatieve reacties vanuit de mainports en de ronduit teleurstellende reacties van de betrokken ministeries van IenM en EZ op het afgelopen vrijdag gepresenteerde 'Mainports voorbij'-advies tonen aan dat we pas aan het begin staan van een cultuurverandering.
Zulke verkrampte reacties op een ruimtelijk-economische trend zoals de opkomst van Brainport, de ontwikkeling van de economische A2-as, de economisch-strategische waarde van historische steden en de kracht van de G4 die we natuurlijk al langer kenden, baart zorgen. Zo ga je als ambtelijke top niet om met een strategisch advies, zeker gezien alle kritiek op het gebrek aan regie en visie van het Rijk rond de kust, de retail-agenda, citydeals, het landschap en de langzame voortgang van het Nationale Klimaatakkoord. Ik hoop dat de ministers snel de ambtelijke top overrulen.
De Rli adviseert het Rijk te kiezen voor de investeringen met het grootste effect. Regio’s, doe uw huiswerk en u wordt beloond!
Ik zie het advies vooral als een pleidooi om beter te kijken naar je eigen regionale DNA. Dat verklaart deels het succes van de Brainportregio naast het gevoel van urgentie om continu te vernieuwen en samen op te trekken. Regionale concurrentiekracht is het vermogen van een regio om nationaal en internationaal te concurreren met andere regio’s. Het versterken van de regionale concurrentiekracht vraagt om een regio-specifieke aanpak en kennis van het regionaal-economische DNA. Op kleinere schaal zie je soortgelijke krachtige economische regio’s rond Groningen, Zwolle, Twente en Arnhem-Nijmegen, en ook de kracht van de Randstad en de G4 is veelbelovend.
Quality of life: een doorslaggevende factor
Tot nu toe mis ik in alle reacties een veel fundamentelere oproep die een antwoord is op een trend zich laat omschrijven als ‘Quality of life is a decisive factor in people’s choice where they want to live, work and recreate’. Kortom: voor onze concurrentiepositie zijn de kracht van onze historische (binnen)steden, aandacht voor erfgoed, cultuur en evenementen en landschap in en om de steden maar ook langs de kust en elders in het land van toenemend belang.
De door bijna 100.000 Nederlanders gesteunde oproep om een rem te zetten op bebouwing langs de kust bevestigt dat alleen maar. Doe daar dan ook wat mee in plaats van in een angstige 'blijf van mijn mainports af’-reflex terug te vallen. Meer inhoudelijke kritiek was daarom op zijn plaats geweest.
Breder en integraler
Als je deze kern uit het advies haalt, is het vooral een oproep om breder en integraler te kijken, in plaats van mainports niet meer belangrijk te vinden. Inhoudelijk vind ik de frame ‘Mainports voorbij’ daarom niet zo goed gekozen. Misschien was ‘Werken aan regionale concurrentiekracht’ wel handiger geweest. Niet voor niets stellen de auteurs in het rapport:
‘Het vestigingsklimaat in Nederland wordt door veel meer bepaald dan alleen door Schiphol en de haven van Rotterdam. Goede digitale infrastructuur, technologische innovatie, maar ook de kwaliteit van de leefomgeving en het voorzieningenniveau zijn van groot belang voor het aantrekken van bedrijvigheid, kennis en talent’.
Dit wisten we allang, maar wel fijn dat het eindelijk eens is opgeschreven, zeker richting de Tweede Kamerverkiezingen.
De Rli adviseert het Rijk investeringen af te wegen op hun effect op het vestigingsklimaat, en te kiezen voor de investeringen met het grootste effect. Kortom: regio’s, doe uw huiswerk en u wordt beloond!
Aandacht voor zachte factoren
Heerlijk verwarrend voor het Rijk is dat de auteurs het sectorbelang van de ministeries van IenM en EZ relativeren en aandacht vragen voor zachtere factoren zoals kunst, groene leefomgeving en sociale inclusiviteit. Dát biedt perspectief op blijvend economisch succes. Letterlijk zegt men: ‘Door de complementariteit van economische kerngebieden te versterken, kunnen economische en maatschappelijke resultaten op een hoger niveau worden gerealiseerd’. Men pleit voor investeringen in place to be en quality of life.
De opgetogen reacties uit mijn Brainportregio zijn terecht, want dit is het beste wat je je als regio kunt wensen als een Haagse denktank nadrukkelijk Brainport opvoert als derde 'port'. Wel moet onze regio nog flink wat huiswerk doen, al is met de recente REOS-deal met de Noord- en Zuidvleugel al een stap gezet. Er is weer een nieuw soort Brainport2020-agenda nodig en dat is de zogenaamde Brainport Next Generation-agenda niet. Een prachttaak voor de nieuwe Eindhovense burgemeester John Jorritsma om vanuit een nieuw type (...)-helix-samenwerking verder te bouwen op de stevige basis die zijn voorganger Van Gijzel heeft neergelegd.
U snapt dat een regionale kennisorganisatie als Fontys en mijn lectoraat dat zich focust op de regionale economie ook vrolijk wordt van dit Rli-advies.