Vandaag, 1 juli, biedt de Raad voor de leefbaarheid en infrastructuur (Rli) haar advies 'Mainports voorbij' aan de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu aan. In dit advies wordt uitgelegd dat de overheid integraal beleid moet gaan voeren op de mainports.
Concurrentiepositie
Het mainportbeleid vormde in Nederland een krachtig beeld voor de economische ontwikkeling. Beide economische kerngebieden hebben van het aparte beleid geprofiteerd. Jan Jaap de Graeff, voorzitter van de Rli, meent echter dat het tijd is voor iets nieuws. Hij stelt dat het in deze tijd voor de overheid van belang is te investeren in het versterken van de concurrentiepositie van andere economische kerngebieden, zoals de regio rond Eindhoven en de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad.
Versterken vestigingspositie
In Nederland wordt het vestigingsklimaat niet alleen bepaald door Schiphol en de haven van Rotterdam, maar ook door een goede digitale infrastructuur, technologische innovaties en kwaliteit van de leefomgeving. Er is interactie en samenhang nodig met de haven van Rotterdam en luchthaven Schiphol. De Rli onderkent het grote belang van beide mainports voor ons vestigingsklimaat en adviseert het kabinet een Strategie Vestigingsklimaat 2040 op te stellen met als voornaamste doel het versterken van de belangrijke economische kerngebieden van Nederland.
Strategie Vestigingsklimaat 2040
Door het mainportbeleid te vervangen door een integrale visie op de betekenis van economische kerngebieden voor het vestigingsklimaat, worden overheidsinvesteringen breder afgewogen. Dit leidt tot betere beleidskeuzes. De raad adviseert om in de Strategie Vestigingsklimaat 2040 verschillende overheidsinvesteringen af te wegen op hun effect op het vestigingsklimaat en vervolgens te kiezen voor de investeringen met het grootste effect.
Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie als basis
Het Rli vindt het bestuursakkoord Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie (REOS) een goede basis. Het akkoord vergt echter versterking. De REOS begint bij kansrijke economische ontwikkelingen in stedelijke regio's. Zodanige benadering is breder dan de benadering van een mainportbeleid. Volgens de raad biedt dit daarom meer perspectief op blijvend economisch succes.