Het probleem is groot, bevestigt Vreugdenhil. Zonder voldoende elektriciteit kan hij de woningbouwambities niet waarmaken. Gelderland, met het NOVEX-gebied Arnhem-Nijmegen-Foodvalley, kreeg vorige week door minister Hugo de Jonge een nieuwe locatie aangewezen voor grootschalige woningbouw. Na 2030 moeten er tienduizenden nieuwe woningen gebouwd worden in de Stedendriehoek, met gemeenten Apeldoorn en Zutphen.

Gaat dat lukken? 'Niet vanzelf', zegt de gedeputeerde. Een locatie vinden is één ding, maar als de woningen er eenmaal staan, is het afwachten of er voldoende capaciteit op het net is. Gelderland wil eigenlijk van tevoren capaciteit reserveren om de energievraag in toekomstige wijken te borgen.

Dit is nu niet mogelijk, omdat netbeheerders nog geen voorrang mogen geven aan woningbouwprojecten. 'Dat speelt bij de meeste casussen die nu voorbijkomen', zegt Vreugdenhil. 'We moeten ervoor zorgen dat woningbouw de prioriteit krijgt die het nodig heeft.'

Vreugdenhil pleit voor een bredere aanpak. 'We moeten niet alleen naar TenneT en Alliander kijken. De problemen tot 2030 zijn te groot en de opgaven na 2030 liggen ook nog op ons bord. We moeten naar andere oplossingen zoeken.' Daarom bracht hij specialisten uit diverse hoeken samen.

Denkrichtingen netcongestie

Hoewel dé oplossing niet gevonden werd tijdens de bijeenkomst, leverden de brainstormsessies in het Huis van de Provincie in Arnhem wel waardevolle denkrichtingen op. De eerste winst was de manier waarop de sessies werden ingedeeld: steeds werd gekeken of iets technisch, juridisch, sociaal en financieel haalbaar was.

Door deze invalshoeken te benoemen, werden oplossingen gezocht die integraal haalbaar zijn. Vaak bleek een technische oplossing voorhanden, maar was deze financieel niet haalbaar. Zo hebben woningcorporaties vaak niet het budget om hun sociale woningen van slimme sensoren te voorzien, zelfs als dat juridisch zou mogen.

Soms is er wel genoeg elektriciteit in de omgeving, maar mogen bedrijven hun overcapaciteit niet delen door wet- en regelgeving. Welwillende bedrijven stuiten daarbij ook op verzekeraars die bang zijn dat kritieke systemen uitvallen, zoals koelcellen.

Er zijn al wel deelonderwerpen waarop vooruitgang wordt geboekt. Zo is er veel technologie beschikbaar om wijken netbewust te bouwen, iets dat nog niet ingebakken is in gebiedsontwikkeling, zoals BENG-normen over duurzaamheid dat wel is. Een energiezuinige woning ontwerpen is tegenwoordig geen probleem meer.

Met apps krijgen huishoudens meer inzicht in hun energiegebruik en kunnen ze energiebesparende maatregelen nemen. De urgentie is groot genoeg om nieuwe bewoners zelfs te verplichten dat te doen, vindt een deelnemer.

Wedstrijd energie besparen

Het sociale aspect speelt ook een rol, klonk tijdens de bijeenkomst. Bewustwording is belangrijk. Deelnemers stelden voor om kinderen via schoolopdrachten thuis metingen te laten doen. Een andere suggestie was het toevoegen van een spelelement aan de bespaarapps: 'Bespaar jij beter dan je buren?'

De vraag is echter of mensen daar wel zin in hebben en of huishoudens met minder financiële middelen het geld hebben om te investeren in bespaarmaatregelen. 

Bij nieuwbouw en koop kan dit wellicht opgelost worden door iedereen automatisch lid te maken van een energiecoöperatie. Met een buurtcorporatie kunnen bewoners gezamenlijk investeren in energie-oplossingen en een rol spelen in het beheer en onderhoud van de leefomgeving. 'Zie het als een buurt-VVE', zegt een deelnemer. Dan is wel weer een zware aansluiting nodig.

Grote aansluitingen voor buurt

Het is daarom van belang dat netbeheerders zware aansluitingen niet per definitie tegenhouden. Een deelnemer noemde het voorbeeld van een collectieve installatie voor warmte-koude-opslag voor de buurt die werd afgewezen omdat er te veel elektriciteit voor nodig is. Het gevolg is dat alle huizen eigen WKO-installaties kregen, wat per saldo meer energie vraagt. 'Ik voel me er een beetje schuldig over, maar het kon helaas niet anders.'

'Dat is zo zonde', vindt Vreugdenhil. 'Dan probeer je een toekomstgerichte oplossing mogelijk te maken, maar zit de regelgeving in de weg.' Hier is volgens Vreugdenhil en de deelnemers veel winst te behalen. De gedeputeerde wil hiervoor snel aankloppen bij het nieuwe kabinet.

De belangrijkste conclusie was dat, voordat een wijk wordt gebouwd, veel beter gekeken moet worden naar het energievraagstuk. Is het technisch, juridisch, sociaal en financieel haalbaar? Energieplanologen kunnen hierbij van dienst zijn: waar is energie in de omgeving voorhanden, wat is er nodig en wie wordt het aanspreekpunt voor de nieuwe bewoners?