Voor de totstandkoming van het handboek is twee jaar van praktijkonderzoek uitgetrokken. Het wordt uitgevoerd door een breed consortium van zes gemeenten en de Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogeschool. 

'De reden voor dit onderzoek, waarvan we de bevindingen onderbrengen in een handboek, is dat we in ons vooronderzoek constateerden dat gemeentelijke professionals behoefte hebben aan nieuwe oplossingen om te kunnen sturen op behoud en ontwikkeling van (betaalbare) ruimte voor werk in de stad', zegt Auke Brugmans, docent-onderzoeker Vastgoedkunde van de Hogeschool Rotterdam tegen Stadszaken. 

Uit interviews bleek dat gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en snelgroeiende steden als Tilburg en Leiden worstelen met het in de praktijk brengen van de bestuurlijke ambitie van een stad, waar ruimte behouden blijft – en wordt ontwikkeld – voor de maakindustrie.

‘Het ontbreekt binnen de betrokken afdelingen vaak aan kennis over wat maakbedrijven beweegt, wat hen bindt en welke passende werkende oplossingen nodig zijn. Het gaat vaak te veel over in plaats van met ondernemers.’ 

Geen integrale aanpak 

In de praktijk en uit eerdere onderzoeken, zoals het lopende onderzoek naar ‘Collectieve gebiedsontwikkeling’ en eerder onderzoek naar ‘Ecosystemen voor werk' van docent-onderzoeker Bernadina Borra, blijkt dat de uitvoering van de opgave van ruimte voor werk bij gemeenten meestal niet integraal wordt opgepakt.

'De uitvoering is verdeeld over de afdelingen economie, ruimtelijke ordening, grond/vastgoed en sociaal, terwijl functiemenging van wonen en werken vraagt om een creatief stedelijk – gezamenlijk – ontwerp.' 

Anderzijds beschikken marktpartijen in vastgoed tot op heden niet over een goed businessmodel en voorbeelden van geslaagde gemengde en verdichte vastgoedoplossingen om de benodigde werkruimte te realiseren voor maakbedrijven in de stad. 

'Daarbovenop beschikken gemeentelijke professionals zelf over onvoldoende (vastgoed)instrumenten om te sturen op deze oplossen.' 

Het tweejarige onderzoek van een consortium, waar naast de drie hogescholen ook de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Leiden en Tilburg en netwerk- en ondernemersorganisaties zijn betrokken, moet uiteindelijk resulteren in een handboek met praktijkvoorbeelden die de gemeentelijk professional als sturingsinstrumentarium kan inzetten. 

 'Dat kunnen zowel harde, juridische als financiële instrumenten zijn, maar ook zachte factoren zoals communicatief en relationeel', zegt Brugmans. 

Bijdrage leveren aan onderwijs

Bij het onderzoek en het uiteindelijke handboek wordt de expertise van de hogescholen gebruikt vanuit drie disciplines, economie (lectoraat Ondernemende Regio van Cees-Jan Pen), ruimte (lectoraat Bouwtransformatie van Frank Suurenbroek) en vastgoed (lectoraat gebiedsontwikkeling en transitiemanagement van Gert-Joost Peek). 
Bij economie staat de gebruikersbehoefte centraal. Denk aan vragen als de benodigde vestigingsplaatscondities en wat maakbedrijven nu echt beweegt.  
Het fysiek ontwerp staat bij ruimte voorop. Denk hierbij aan wat zijn de benodigde ruimtelijke condities die beantwoorden aan de ruimtevraag van maakbedrijven in gemengde stedelijke gebieden? 

Bij vastgoed ligt de nadruk op organisatie en realisatie waarbij in het handboek vragen worden beantwoord als hoe komt huisvesting van maakbedrijven tot stand en hoe is dit type vastgoed als onderdeel van een gebiedsontwikkeling te realiseren?  

‘Naast het handboek willen we de opgedane kennis ook op landelijk niveau via onze netwerk- en ondernemersorganisaties verspreiden. Zo willen we een bijdrage leveren aan verbeterings- en verdiepingsprogramma’s in het onderwijs en bij gebiedsontwikkelingen op het vlak van ruimte voor werk die in praktijk plaatsvinden’, onderstreept Brugmans. 
 

Het tweejarige onderzoek, ‘Maak Ruimte voor Werk’, van de hogescholen Amsterdam, Rotterdam en Fontys Hogeschool is mogelijk dankzij een subsidie die het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA afgelopen week verstrekte. Bij het onderzoek van de hogescholen zijn ook de afdelingen economie en stadsontwikkeling van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Leiden en Tilburg betrokken. De coalitie Ruimte voor Werk, Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) en Platform31 fungeren binnen dit onderzoek als kennispartners.