In de zojuist verschenen studie ‘Klimaatambities in de gebouwde omgeving’ stelt het EIB dat zeven miljoen woningen en 480 miljoen vierkante meter aan overige gebouwen van het aardgas moeten worden gehaald om de klimaatdoelstellingen te halen.
Met de verduurzaming van de gebouwde omgeving zijn volgens EIB op dit moment bijna 60.000 voltijdbanen gemoeid. ‘Om in 2050 klimaatneutraal te zijn zullen in dat jaar ruim 150.000 voltijdbanen ingezet moeten worden.’
De instroom in de technische opleidingen is op dit moment volgens EIB nog voldoende voor de productie, maar deze neemt met de tijd geleidelijk af. ‘Waar de enorme extra arbeidscapaciteit dan vandaan moet komen, is onduidelijk.’
Ingrepen in huishoudens
Zelfs al zou het geld en de menskracht beschikbaar zijn, gooien andere oorzaken roet in het eten. Daarbij wijst het EIB onder meer naar de grote schaal van de transitie van gas naar duurzame bronnen.
De tweede uitdaging is dat de ingrepen moeten plaatsvinden in woningen van miljoenen individuele huishoudens en in gebouwen van talloze organisaties. ‘Bouwpartijen komen in de persoonlijke sfeer en aan eigendomsrechten, waardoor draagvlak voor de ingrepen moet worden georganiseerd’, aldus het rapport.
‘Hoe lastig en weerbarstig deze materie is, wordt pijnlijk duidelijk bij de ervaringen met de aardgasvrije wijken die tot nu toe zijn ondernomen.’
Het EIB pleit ervoor om de horizon voor de klimaatambities te verleggen naar 2060 - of enkele jaren daarvoor. ‘Dan ontstaat een veel realistischer pad voor de vereiste arbeidscapaciteit.’
Technologische haalbaarheid
Het onderzoek van het EIB spreekt daarmee een recent rapport van PBL tegen. Daarin wordt gesteld dat de doelen wel mogelijk zijn. ‘Uit nadere bestudering van de rapporten blijkt echter dat PBL bij de haalbaarheid alleen gekeken heeft naar de technologische en geofysische haalbaarheid.’
De arbeidstechnische en maatschappelijke haalbaarheid zijn in het PBL-rapport achterwege gelaten.
Minder CO2
Dat wil niet zeggen dat niets gebeurt om de klimaatambitie te halen, zegt het EIB. In 1990 zorgde Nederland voor 0,7 procent van de mondiale uitstoot, in 2022 was dit aandeel gedaald tot 0,3 procent, zegt het EIB. Daarbij moet worden opgemerkt dat de uitstoot in onder meer Azië en Afrika flink is toegenomen.
Voor Nederland geldt - net als elders in Europa - dat hun aandeel zal blijven dalen. Zo is ook in 2023 weer een stevige reductie van de emissies bereikt met 6 procent. Daarmee is de CO2-uitstoot in Nederland ondanks de bevolkingsgroei sinds 1990 met ruim 35 procent gedaald.
Meer is mogelijk, als Nederland inzet op onder meer CO2-opslag met strenge regels voor industrie en landbouw, en herbebossing. ‘Maar dit zal naar verwachting geen volledige compensatie bieden.’