De provincie wil de benodigde woningen vooral in bestaand stedelijk gebied bouwen, nabij hoogwaardig openbaar vervoer. Van de 273.021 gewenste woningen moet nog ruimte worden gevonden voor 34.000 woningen.  

De provincie staat open voor nieuwe grootschalige woningbouwlocaties, aldus GS in de brief aan demissionair minister De Jonge van BZK. ‘Daarnaast zijn wij op dit moment ook al bezig met een zoektocht naar 3 ha. locaties waar sneller gebouwd kan worden en die kunnen worden geruild voor buitenstedelijke woningbouwlocaties die niet benut worden.’ 

Tot nu toe had de provincie alleen Gnephoek en Sliedrecht-Noord aangewezen voor grootschalige woningbouw. De Jonge vindt dat te weinig en vroeg in zijn brief om meer grote woningbouwlocaties. Ook wil hij dat de provincie inzet op 130 procent van de plancapaciteit. 

In het antwoord schrijft GS dat er honderd mogelijke grote locaties zijn, maar dat wel keuzes gemaakt moeten worden. Zo wil het college de open ruimten in de provincie graag zoveel mogelijk behouden. 

Ook schrijft Zuid-Holland dat de woonregio’s al vanaf 2019 de ruimte hebben om tot 130 procent te programmeren, al vindt de provincie het nuttiger om de beoogde bouw voor de volle honderd procent te realiseren. ‘Overprogrammering is daarvoor tot nu toe een middel en geen doel op zich.’ 

Meer instrumenten 

Maar hoe dan, vraagt de provincie zich af. ‘U gaf aan dat u mogelijkheden ziet in planoptimalisatie, meer woningen per hectare, kleinere woningen programmeren en mogelijk grondbezit in te zetten als instrument.’ 

‘Wij vragen u dringend om ons te helpen met instrumentarium waarmee we dit daadwerkelijk mogelijk kunnen maken.’ 

Toch geeft de provincie al een voorzet.  ‘Als eerste gaan we na welke van de al toegekende locaties niet tot ontwikkeling komen, om daarmee te prioriteren op andere reëlere woningbouwplannen.’  

‘Verder zien we ruimte om extra woningen toe te voegen middels binnenstedelijke verdichting zoals optoppen en transformatie (zoals het omvormen van leegstaande panden en woningsplitsing), realisatie van flexwoningen, het toevoegen van sneller realiseerbare locaties in ruil voor niet-benutte 3 ha. locaties en het toevoegen van straatjes erbij.’ 

De provincie legt de bal terug als het gaat om de betaalbaarheid van die woningen. Die maximumgrens gaat van 355.000 euro naar 390.000 euro, zoals gewenst door De Jonge. Dat is eigenlijk niet meer betaalbaar, zegt de provincie, die zoekt naar mogelijkheden en instrumenten om prijsdifferentiatie te bevorderen of zelfs af te dwingen. 

‘Wij vragen u om met ons mee te denken om hier oplossingen en instrumenten voor te vinden en mogelijk te maken, bijvoorbeeld door een mix in prijscategorie woningen binnen de afspraken te introduceren.’ 

Ook wil de provincie een advies hoe om te gaan met het aantal sociale huurwoningen in de provincie. ‘Om naast onze rol als aanjager ook regie te kunnen voeren hebben we hulp nodig.’ 

Kritische succesfactoren

Daarnaast moet het kabinet nog een groot aantal zogeheten ‘kritische succesfactoren (KSF)’ oplossen of verder uitwerken. Dan gaat het onder meer over stikstof, water en bodem sturend, onrendabele toppen, onzekerheden over veranderende regelgeving en juridische uitspraken. 

De provincie schrijft dat het op korte termijn in gesprek wil met gemeenten en besluitvorming over nieuwe locaties van drie of meer hectare meenemen in de herziening van het Omgevingsbeleid 2025.