In het artikel '5 controversiële wateroplossingen' wordt gerept over een verbod op het lozen van regenwater op het openbaar net door particulieren. Zo'n verbod staat me tegen, maar het idee is natuurlijk prima. Een aanzienlijk deel van de stad is particulier terrein. Genootschap De Waag, een onafhankelijke denktank op het gebied van stedelijk water, lanceert binnenkort Het Waterlabel, een uitnodiging om zelf op eigen initiatief de nodige maatregelen te treffen.
Strikte normen en ontwerpregels zijn geen goed antwoord op klimaatverandering
Met de tweede 'controversiële' maatregel – het bestemmen van wegen voor tijdelijke waterberging – ben ik het helemaal eens. Maar kijk daarbij wel goed naar overlastlocaties. Met het gedetailleerde rekenmodel 3Di vonden we in een workshop rond extreme neerslag het antwoord op de vraag welke straten dan precies als waterberging moesten dienen en welke juist als droge route. Deze vraag was nog niet eerder gesteld. Mijn stelling is dus dat je maatregelen van enige omvang eigenlijk altijd eerst virtueel moet uitproberen, alleen al om de juiste vragen op tafel te krijgen. Drempels kunnen een belemmering vormen voor de afvoer, maar als je de drempel aan beide zijden verlaagt, neem je deze belemmering weg.
Mijn stelling is dat je maatregelen van enige omvang eigenlijk altijd eerst virtueel moet uitproberen
Afvoer en berging gaan steeds in elkaar over. Voor afvoer is een hoge waterstand nodig. Maar die hoge waterstand ontstaat alleen bij voldoende aanvoer. Enfin, afvoer en berging als het yin en yang van de waterhuishouding. Wat kunnen we hiervan leren? Dat uitgangspunten als ‘vasthouden, bergen, afvoeren’ als denkrichting weinig helpen in het vinden van de beste maatregel, en dat we vrijheid moeten laten in het bedenken van maatregelen. Strikte normen en ontwerpregels zijn geen goed antwoord op klimaatverandering. Analyses moeten juist integraler worden, de complexiteit van watersystemen moeten we respecteren.
Een lastig punt is het vervlechten van de waterberekeningen met de ruimtelijke planvorming en het stedebouwkundig ontwerpen. 'Tekenen en rekenen' integreren, daar ligt nog een uitdaging. Niet alleen op het gebied van een gecombineerde workflow, maar ook in het integreren van de gebruikte computerprogramma’s door ontwerpers en waterspecialisten. Uit de studie Tekenen en Rekenen die onlangs is gestart, blijkt dat ruimtelijk ontwerp nog veel complexer is dan stedelijke hydrologie. Het gaat ineens over ruimtelijke kwaliteit, over ‘ontwerpen vanuit een visie’, ‘aansluiten bij de identiteit van een gebied’. Ja, dan val je als waterspecialist een beetje stil, want je beseft dat de dingen die werkelijk belangrijk zijn nog niet in de rekenmodellen zitten.