De veiligheidsinstanties wijzen onder meer naar de brandbare en niet gecompartimenteerde gebouwschil van verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen.

Het gevaar schuilt bij de toegepaste materialen en holle ruimten, waardoor rook en hitte zich makkelijk kunnen verspreiden. Dit zou het bovendien extra moeilijk maken voor de brandweer om te bestrijden.

Drie recente branden dienen als voorbeeld:  

De brandweer en NIPV geven als eerste advies dat een maatschappelijk debat nodig is over de veiligheidsrisico's van deze nieuwe bouwmethoden. Er moet afgewogen worden welke risico's aanvaardbaar zijn met het oog op woningvoorraad, brandweerinzet en verantwoordelijkheden tussen de overheid, bouwpartijen en de brandweer.

De huidige bouwregelgeving, inclusief recente aanpassingen, is volgens de partijen onvoldoende afgestemd op de brandrisico's van de nieuwe bouwmethoden. Dit moet beter, met een systeemgerichte aanpak, gebaseerd op wetenschappelijke kennis.

De brandweer heeft verder een beter handelingsperspectief nodig voor het bestrijden van branden bij verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen. De brand of rookgasontbranding moeten bijvoorbeeld eerder herkend kunnen worden.

Als laatste is er volgens het NIPV en de brandweer meer kennis nodig over de brandveiligheid van de gebouwschil. Onderzoek is nodig naar het brandgedrag van de nieuwe materialen in verduurzaamde, flexibele en fabriekswoningen. Ook statistiek en evaluatie van branden is noodzakelijk.