‘Om te garanderen dat sport, bewegen en spelen nu en in de toekomst voldoende ruimte krijgt, wordt aan de hand van de motie van de leden Leijten en van Nispen een onderzoek uitgevoerd om te bepalen of en op welke manier nationale sturing op sportvoorzieningen, beweegmogelijkheden, buitenspeelruimte van toegevoegde waarde en gelegitimeerd is en hoe deze sturing eruit kan of moet zien’, schrijft staatssecretaris Van Ooijen.
Van Ooijen reageerde op Kamervragen van PVV-Kamerleden Patrick Crijns en Vicky Maeijer. Zij stelden de vragen naar aanleiding van nieuw onderzoek van belangenorganisatie Jantje Beton over 400.000 kinderen die nauwelijks tot niet buitenspelen.
De eerste resultaten van dit onderzoek zijn volgens Van Ooijen eind 2024 met de Tweede Kamer te delen.
Buitenspeelalarm
De Kamerleden vroegen de staatssecretaris onder andere of hij van plan was zich aan te sluiten bij het Buitenspeelalarm van Jantje Beton. Elke eerste woensdag van de maand gaat dit alarm af om ouders en kinderen te stimuleren naar buiten te gaan.
Van Ooijen geeft aan dit initiatief te ondersteunen, maar vooral ook in te willen zetten op het stimuleren van gemeenten om (beter) buitenspeelbeleid te ontwikkelen en uit te voeren. Dit gebeurt al via verschillende programma's, zegt hij.
‘Ook agendeer ik het belang van buitenspelen en voldoende buitenspeelruimte bij andere departementen zoals bij het nationale programma Mooi Nederland van het ministerie van BZK.’
Richtlijnen buitenspelen
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor afwegingen in de ruimtelijke ordening, waar ook buitenspeelruimte onder valt. De staatssecretaris ziet grote verschillen in hoe gemeenten daar invulling aan geven.
‘Dit varieert van gemeenten zonder buitenspeelbeleid tot voorbeelden in gemeenten als Utrecht en Leiden die werken met richtlijnen om voldoende ruimte voor buitenspelen te garanderen.’
Van Ooijen benoemt de opdracht om kinderen meer buiten te laten spelen een complex probleem, dat niet enkel aan te pakken is met aanpassingen in de fysieke ruimte.
‘Het is een complex probleem. Alleen goede hardware (zoals uitdagende en veilige speelplekken) is niet voldoende om kinderen naar buiten te krijgen’, aldus staatssecretaris Van Ooijen.
‘Complexe factoren als vrijetijdsbesteding, georganiseerd aanbod, maar ook prestatiedruk op school zijn factoren die naar voren komen als belemmering om te gaan buitenspelen.’
Jantje Beton noemt buitenspelen het belangrijkste onderdeel van de gezonde ontwikkeling van kinderen: ‘Het beste recept voor gezond opgroeien, ligt gewoon buiten op straat. Er zijn echter te weinig veilige speelplekken.’
Pauline van der Loo, directeur-bestuurder Jantje Beton beroept de lokale en landelijke overheid op hun verantwoordelijkheid. ‘Alleen als samenleving kunnen we ervoor zorgen dat meer kinderen meer buitenspelen. Naast betrokkenheid is er ook geld nodig. Wij strijden onvermoeibaar door, maar luiden nu wel de noodklok.’