Deze boodschap kwam naar voren bij de deelnemers aan het kennisevent van de Dutch Industrial Logistics Association (Dilas) afgelopen week. Tijdens een paneldiscussie werd ingegaan op de kansen voor whitelabel stadshubs als de zero-emissiezones eenmaal van kracht zijn. 

Achtergrond van het debat was dat uit veel studies blijkt dat zero-emissiezones in steden  een uitgelezen kans zijn voor de grootscheepse realisatie van zogeheten whitelabel stadshubs.  

De praktijk is anders zo bleek tijdens de discussie omdat  de businesscase volgens het expertpanel als de eventdeelnemers wankel is. Voornaamste oorzaak zijn steden die worstelen met de invoering van zero-emissiezones en uitzonderingen hanteren.  

Wat ook meespeelt, is dat op dit moment maar zestien steden in plaats van de beoogde dertig per 1 januari daadwerkelijk een zero-emissiezone invoeren. Die onduidelijkheid weerhoudt ontwikkelaars en investeerders ervan om te investeren in stadshubs, waar meerdere huurders gebruik van maken.  

Geen uitzonderingsmaatregelen 

Stadslogistiekexpert Hans Quak, Lector Smart Cities en Logistics aan de Breda University of Applied Sciences (Buas), was duidelijk in zijn boodschap tijdens het debat.  

'Er is - ondanks tal van hoopvolle studies de afgelopen jaren - in de praktijk nog altijd geen markt is voor het bevoorraden van steden vanuit whitelabel stadshubs.' 

Quak, naast lector aan de Buas ook senior-onderzoek bij TNO, stelde in de discussie met Bart Spronk van CityLink (specialist in ontwikkeling en herontwikkeling van stedelijk logistiek vastgoed, red.) en Christiaan van Luik (Buck Consultants International), dat de ontwikkeling van white label stadshubs pas echt tot wasdom komt als de regels voor zero-emissie zones in alle steden hetzelfde zijn.  

Stadshubs doel op zich 

'Dat zou een kans kunnen zijn, maar het zal een zoektocht blijven naar werkende oplossingen die een propositie moeten bieden voor bedrijven en ook de leefbaarheid van steden ten goede komen ', aldus Quak.  

Van Luik, die in opdracht van het ministerie I&W een handleiding schreef voor gemeentes over hoe om te gaan met stadshubs, constateerde op zijn beurt dat elke wethouder van het woord hub houdt.  

'Tegelijkertijd worstelen gemeentes met de vraag waar wordt het wel en waar wordt het niet wat met een hub.'  

Probleem is volgens Van Luik dat stadshubs door overheden nog te vaak als een doel op zich worden gezien. 'Zo redeneren staat echter het succes van hubs in de weg.’ 

Netcongestie belemmering 

Bart Spronk merkt in de dagelijkse praktijk vooral dat de netcongestie een belemmering vormt voor ontwikkelaars om te investeren in stadshubs waar meerdere bedrijven hun last mile stromen bundelen.  

‘Bij de ontwikkeling van dergelijke hubs, is de stroomaansluiting tegenwoordig een van de eerste vragen die we krijgen. Soms zie je dat bestaande gebouwen interessanter worden dan nieuwe ontwikkelingen omdat die eerste een bestaande aansluiting hebben. Terwijl die nieuwe ontwikkeling pas over vijf, zes jaar aan de beurt is.’  

Naast de white label stadshubs zijn in en rondom steden een veel groter aantal zogeheten dedicated stadshubs. Die vervullen in de logistieke netwerken van DHL, Picnic, Albert Heijn, Ikea of Amazon een belangrijke schakel.  

Hubs voor pakketjes en voor de thuisbezorging van boodschappen vormen het grootste aandeel van die hublocaties. 

Picnic beschikt in Nederland inmiddels over een netwerk van 64 hubs. Hans Eijkman, supply chain operations manager bij de online supermarkt, ging tijdens het Dilas-kennisevent in op welke rol de hubs vervullen in het netwerk en welke invloed zero-emissiezones uitoefenen op de bedrijfsvoering van de online supermarkt.  

‘We hebben een aantal hubs in zero-emissiezones van steden. Uitdagend voor ons is dat die zones in verschillende gemeentes door de beleidsmakers op uiteenlopende manieren worden uitgelegd. Je ziet diverse overgangsregelingen ontstaan. Ik had gehoopt daar meer eenduidigheid in te krijgen.’  

IKEA: in 2025 uitstootvrij 

Bij de last mile delivery voor webwinkelbestellingen gooit IKEA het over een heel andere boeg dan Picnic. De Zweedse meubelgigant bouwt op dit moment zijn dertien winkels in Nederland om tot fulfilmentcentra. De ombouw maakt volgens Youssef Zahir, fulfilment manager bij IKEA Nederland, deel uit van de strategie om in 2025 volledig uitstootvrij te bezorgen.  

‘Het winkelgedrag van onze klanten verandert. Waar vroeger een familie drie uur lang in een winkel rondstruinde, at en spullen meenam in de auto, gaan consumenten nu meer doelgericht te werk en willen ze meer online gemak.’ 

Zouhair stelde dat vandaag de dag ongeveer 25 tot 30 procent van de truck deliveries van IKEA emissieloos is. 'Binnen de ring van Amsterdam zelf is het vervolgens 100 procent.'  

Zero emissie overal bereiken, is volgens Zouhair een enorme uitdaging. Vanwege de benodigdheden van een BE-rijbewijs, maar vooral ook vanwege de netcongestie.  

‘Waarbij we wel zien dat voertuigen een enorme ontwikkeling doormaken. Daar waar je in 2020 vier keer op een dag moest laden, is dat nu nog maar een keer. Tijdens de verbouwingen van onze winkels nemen we gelijk ook de laadinfrastructuur mee en we zijn nu ook aan het kijken naar batterijen.’