In een position paper aan de Eerste Kamer analyseert de vereniging de huidige stand van zaken rondom woningbouw. Positief is VNG over de evenredige verantwoordelijk onder gemeenten, nieuwe instrumenten en de ‘zeer gewenste’ Wet betaalbare huur. Ook de Omgevingswet moet een overzichtelijker stelsel bieden voor de bouwopgave.

Maar er is meer nodig om de woningbouw verder vlot te trekken, somt de VNG op:

- De Rijksoverheid moet nationale problemen oppakken, zoals zorgen voor voldoende drinkwater, netcongestie oplossen, stikstofuitstoot voorkomen, infrastructuur op orde brengen en inspelen op klimaatverandering.

Ook moet het Rijk zorgen voor een langjarige en structurele financiering voor de dekking van de publieke onrendabele top. Volgens het BZK is daar tot en met 2030 nog voor 14 miljard euro (2 mld euro per jaar) aan extra financiering nodig.

- Een slagvaardiger grondbeleid is nodig. Woningbouw kan goedkoper, sneller en beter door de gemeentelijke positie te versterken.

Dat kan door in te zetten op actief grondbeleid, zoals via inbrengwaarde en voorkeursrecht, waar gemeente Utrecht onlangs voor koos. Voor gemeenten die actief grondbeleid hanteren is het vervolgens zinvol als het Rijk garanties stelt en daarmee deels risico's afdekt.

Ook moet vennootschapsbelasting voor gemeentelijke grondexploitaties worden afgeschaft.

- Maak de bouwregelgeving weer op orde. Na 2012 is er weer behoefte aan ingrijpende vernieuwing, maar daar is nog geen plan voor gemaakt. Prioriteit heeft het Paris proof maken van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), zodat de nieuwbouw zo snel mogelijk voldoet aan internationale doelstellingen voor de reductie van CO2-uitstoot.

Via deze standaardisatie kunnen bouwpartijen beter samenwerken en wordt industrialisatie en opschaling in de woningbouw mogelijk. Dit maakt het mogelijk om sneller, duurzamer en met minder menskracht te bouwen. Innovatie blijft daarbij belangrijk.

- Pak leegstand effectiever aan. Het instrumentarium voor gemeenten is nog ontoereikend en een stok achter de deur in de vorm van een gemeentelijke leegstandbelasting helpt de gemeentelijke aanpak. Dit zorgt voor een effectieve prikkel richting eigenaren om stappen te zetten richtin herontwikkeling.

- Wees meer terughoudend met verkoop, sloop en liberalisatie van sociale huurwoningen. Tot en met 2030 worden volgens de afspraken 250.000 sociale huurwoningen gebouwd, maar worden er in dezelfde periode 90.000 sociale huurwoningen verkocht en 80.000 gesloopt.

Gemeenten moeten over verkoop en sloop bindende afspraken kunnen maken met de corporaties. Het Rijk kan hierover samen met de VNG, Aedes en de Woonbond een nationale afspraak maken.

- Het werkgebied van de corporaties moet niet worden vergroot tot het niveau van de provincie. Dit leidt er zelfs toe dat corporaties een werkgebied krijgen van meerdere provincies.

Corporaties moeten juist lokaal gebonden zijn, zodat ze een gelijkwaardige gesprekspartner voor gemeenten en huurdersorganisaties blijven. De wijziging die vergroting juist stimuleerde (in de Wet versterking regie volkshuisvesting) moet wat ons betreft worden geschrapt.