Vorig jaar waren de tarieven hier gemiddeld 66 euro per gigajoule (GJ). Een huishouden met stadsverwarming gebruikt volgens Milieu Centraal gemiddeld 35 GJ per jaar.
De Nederlandse tarieven waren twee tot drie keer hoger dan in vier landen waar TNO naar keek: Finland, Denemarken, Zweden en Duitsland. De kosten bij runner-up Duitsland lagen al flink lager: 38 euro. De gemiddelde tarieven waren het laagst in Zweden met 23 euro per GJ.
TNO hanteerde voor het vergelijken van de warmtetarieven een integraal tarief, waar zowel het gebruiksafhankelijk gedeelte en het gebruiksonafhankelijk gedeelte in is opgenomen. De jaarrekening gedeeld door het warmteverbruik is uitgedrukt in euro per GJ.
De tarieven van warmtebedrijven zijn meegestegen met de prijs van aardgas. Dat mocht zolang de prijs er niet bovenuit stak. Deze koppeling is vastgelegd in de Warmtewet. Wel hoefden warmtebedrijven niet transparant te maken waarop de stijgende tarieven waren gebaseerd. Andere landen hanteren niet zo’n directe koppeling met de gasprijs.
Harder gestegen
Omdat de energieprijzen flink zijn gestegen, stelden meerdere overheden een prijsplafond in. Zonder prijsplafond waren de tarieven voor Nederlandse warmtenetten niet 66, maar 96 euro per GJ.
Wat ook opvalt is dat de tarieven in Nederland sterker zijn gestegen van 2019 tot en met 2023 dan in de andere landen. In Zweden met 11 procent, hier met 66 procent. Ook hier ligt de runner-up (Finland, 28 procent) een stuk lager.
Verder blijken de verschillen tussen warmtetarieven van de grootste aanbieders (inclusief prijsplafond) hier vrij klein. Dat komt mogelijk door de maximale tarieven gepaard met de weinige financiële prikkels voor leveranciers om een lager tarief te vragen.
In Denemarken lopen de warmtetarieven juist flink uit elkaar, omdat deze zijn gebaseerd op de uiteenlopende kosten van leveranciers.
Het verklaren van de tarieven blijft lastig, stelt TNO, omdat ze van verschillende factoren afhangen. Waar het in Nederland nauw samenhangt met de gasprijs, is het in Denemarken gebaseerd op de kosten van het warmtenet. Daar heeft de gasprijs weinig mee te maken.
Voor de berekening gebruikte TNO publieke data van warmtebedrijven, toezichthouders en consumentenorganisaties. TNO leunde op onderzoek van Copenhagen Economics, waarin werd geconcludeerd dat bovengenoemde landen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.
Betaalbaarheid is een belangrijke kwestie binnen de realisatie van warmtenetten. In Amsterdam kwam de ontwikkeling van warmtenet 'Warm Amsterdam vast te liggen nadat Vattenfall zich terugtrok.
Reden daarvoor is de onzekerheid die volgde na de spoedwet die minister Jetten naar de Kamer stuurde in een poging warmtenetten betaalbaar te maken. Vattenfall wilde daarna met spoed om de tafel met de minister.