We waren met een gezelschap van 25 mensen neergestreken in het Art Hotel in Rotterdam. Dit in verband met de tweedaagse ‘studiereus campussen, innovatieve werklocaties en start-ups’. Vakblad BT en TwynstraGudde organiseerden die reis voor de vierde maal op een rij.
Rechts van mij zag ik de enorme Maassilo, daarachter Katendrecht met de nieuwbouw boven de Fenix-loodsen. Daar weer achter prijkten de ranke torens van de Wilhelminapier, en heel de verte de Zalmhaventoren. Een stukje São Paulo aan de Maas.
Het oudste deel van grotendeels uit gewapend beton opgetrokken Maassilo kwam gereed in 1911 en bevatte 128 silo’s met een totale capaciteit voor 20.000 ton graan. In 1930 kwam daar een tweede deel bij. In 1951 vond de laatste uitbreiding plaats.
In 1986 werkten er nog zeventig mensen bij Maashaven Silo BV. Rond 2000 werd de graanopslag verplaatst naar een nieuw gedeelte van de Rotterdamse haven. Sinds 2004 is de Maassilo in gebruik als uitgaanslocatie en creatieve werkplaats.
Quaker Oats
Een luchtbrug verbindt de Maassilo met de fabriek waar ik recht op uitkeek. ‘Quaker Oats’ las ik op de gevel. In het ochtendgloren probeerde ik een glimp van de activiteiten achter de hoge ramen in het fabriekscomplex op te vangen. Afgezien van een blik van boven op roestvrijstalen ketels, nam ik niet veel waar.
Quaker Oats maakt onderdeel uit van voedselconglomeraat PepsiCo. In de honderd jaar oude fabriek wordt sinds jaar en dag Cruesli gemaakt, las ik bij thuiskomst. De voor de Cruesli benodigde graan zal niet meer via de luchtbrug uit de Maassilo, maar langs alternatieve route worden aangevoerd.
Wat me nog opviel was de hoogte van de fabriek. Die heeft met zes verdiepingen achter een baksteken gevel wel iets weg van een oude textielfabriek.
Ik deelde mijn verwondering over de aanwezigheid van een nog vol in bedrijf zijnde fabriek mídden in Rotterdam met een reisgenoot. Veevoederfabriek Provimi op Katendrecht staakt dit jaar productie, om getransformeerd ter worden tot eerste Nederlandse ‘danshuis’.
Lopen naar The New Farm
Ik dacht er verder niet meer aan, tot we op het einde van de dag onze studiereis afsloten met een bezoek aan ‘The New Farm’ in Den Haag. Deze voormalige telecomfabriek van Philips aan de Televisieweg, biedt onderdak aan maakbedrijven, waaronder sokkenfabriek Sox2Sox, viltfabriek i-did Factory een bierbrouwerij Eiber Bier. En het unieke is dat dit in een verticale setting gebeurt.
The New Farm telt net als de Quaker-fabriek zes lagen, heeft verdiepingshoogten van 5,60 meter, zware vloeren en goederenliften.
Tot zover bij mij bekend, is The New Farm het enige gestapelde bedrijfsruimte-verzamelcomplex in Nederland. Na het vertrek van Philips fungeerde het een periode als kantoorgebouw (met verlaagde plafonds), en stond het verder leeg.
Sox2Sox produceert nu op de vijfde verdieping sokken. Daarboven brouwt Eiber Bier bier. Aan de eigenaar van de sokkenfabriek vroeg ik wat de voordelen zijn van gestapeld werken. ‘Lekker dichtbij huis’, luidde zijn veelzeggende antwoord. Naar The New Farm kun je lopen.
Vroeger lagen fabrieken in het centrum van de stad. De werknemers woonden daaromheen. Toen moesten de fabrieken de stad uit. Fabrieken kwamen terecht op industriegebieden aan de rand van de stad.
Dat kon, omdat mensen auto’s hadden. Ze konden naar hun werk rijden. De noodzaak van stapelen verdween. De suburbane fabriek telde doorgaans maar één laag.
Totdat ook die industrieterreinen opgeofferd werden en werknemers nog verder moesten rijden. Of het werk verdween naar lagelonenlanden. Sokken komen inmiddels met containers tegelijk uit China en Bangladesh.
Sox2Sox laat zien dat je ook succesvol kunt produceren in Den Haag. Daarbij wordt de onderneming geholpen door de relatief gunstige huisvestingsvoorwaarden van Starterspanden BV, waarmee de gemeente Den Haag ruimte voor maakbedrijven in de stad wil borgen.
Sox2Sox levert sokken aan Decathlon en direct aan sportclubs in de wijde regio, mét club-logo.
We zouden naar het concept van gestapelde bedrijfsruimte in de stad terug moeten, als we praktische banen voor de stad willen behouden, materiaalstromen willen inkorten. En van onze afhankelijkheid van de auto af willen.
De Cruesli-fabriek van Quaker aan de Maashaven heeft 100 jaar de-industrialisatie wonderwel overleefd. In retroperspectief werd mij duidelijk dat de fabriek zijn tijd, ironisch genoeg, ver vooruit is.