Op sociologisch niveau zijn er genoeg overeenkomsten tussen alle individuele behoeftes om recht te doen aan de individuele wensen, maar kun je doormiddel van ‘leefstijldenken’ wel meerdere dimensies aanbrengen. 

Het vergroot de diversiteit van wijken, buurten en gebieden en biedt mogelijkheden om sociale, economische, ecologische en culturele waarden op een slimme manier te verdelen over steden, zodat woonfuncties, werkfuncties, winkel- en recreatiefuncties maar ook maatschappelijke voorzieningen en water en groen (ecologie) een plek krijgen.

Hierbij is het niet nodig om een nieuwe naam te geven aan het vakgebied van gebiedsontwikkeling en/of woningbouw met fancy begrippen als circulaire gebiedsontwikkeling of meervoudige gebiedsontwikkeling. Ik ben het dan ook eens met Gert-Joost Peek en Friso de Zeeuw die hier al uitgebreid over hebben geschreven. 

Ik wil wel pleiten voor het omarmen van de ruimtelijke sector van brede welvaart en de werkwijze die het Centraal Planbureau (CPB), Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in opdracht van de Tweede Kamer hebben uitgewerkt om verder te kijken dan het Bruto Nationaal Product.

Welbevinden, gezondheid, sociaal kapitaal en gedrag, motivatie, hulpbronnen en opvattingen vormen in deze aanpak aanvullende indicatoren om te bepalen of beleid, uitgaven en gemaakte keuzes bijdragen aan het welzijn van mensen. 

De enige aanvulling die ik graag zou zien is dat er beter nagedacht gaat worden over hoe subjectief welzijn beter meegenomen kan worden in deze afwegingen. Dit is namelijk een belangrijk element in de dimensies van welzijn zoals dat door Pouw en McGregor is beschreven in 2014 (zie ook het boek welzijnseconomie). Welzijn bestaan namelijk uit materieel welzijn, relationeel welzijn en subjectief welzijn.

Subjectief welzijn wordt door het CBS gedefinieerd als: ‘De mate van tevredenheid met de financiële en maatschappelijke positie, de woonsituatie, de vrijetijdsbesteding, vrienden en kennissen, de maatschappij en het huwelijk en gezin.’ 

Uit de onderzoeken die ik met MarketResponse heb gedaan, bijvoorbeeld naar het onderwerp gezondheid en geluk in de wijk, weet ik dat veel individuele behoeften op het gebied van subjectief welzijn verbonden blijken te zijn met gelijkgestemden met dezelfde normen en waarden.

Mensen zoeken naar plekken waar ze hun behoeften op het gebied van subjectief welzijn kunnen invullen. Denk aan dat café in de buurt waar je altijd in je eentje naar toe kan voor een goed gesprek of het pleintje waar je altijd mee kan doen met een potje voetbal.

Sociale impact wordt ook door bepaalde bouwende ontwikkelaars en gebiedsontwikkelaars zoals Van Wijnen en Dura Vermeer steeds meer omarmt. Ook het Watertorenberaad is in deze thematiek gedoken en komt tot de conclusie dat er veel meer mogelijk is wanneer we geldstromen en waardeontwikkelingen van het sociale en fysieke domein met elkaar gaan verbinden. Iedereen is het over eens dat het geen eenvoudige weg zal zijn maar wel één die de moeite waard is.

Andere keuzes maken, zoals het voor langere tijd vastleggen dat sociale woningbouw iets is waar de maatschappelijke waarde de komende 100 jaar belangrijker is dan rendement. 

In zijn zeer lezenswaardige essay over de corporatie van de volgende eeuw bepleit Reimar von Meding dat we bepaald vastgoed aan speculatie moeten onttrekken omdat dit goed is voor het maatschappelijk belang. Namelijk dat er zeer betaalbare woningbouw beschikbaar is en blijft.

Het is dus mogelijk om veel meer waarde te creëren in woningbouw en gebiedsontwikkeling, maar je moet het wel willen! En dat lukt alleen maar door complexiteit en tegengestelde belangen te omarmen als onderdeel van de gestapelde opgaves die we als samenleving hebben. 

En ik blijf mijn best doen om hier grip op te krijgen doormiddel van onderzoek, data en het delen van sociologische inzichten. Doen jullie mee?