Sinds juni zitten huizenprijzen in de lift, na een jaar aan prijsdalingen, schrijft Sander Burgers, Econoom Nederlandse huizenmarkt bij ING Research. Hij baseert zich op cijfers van het CBS.
Zo was de prijsverandering afgelopen januari vergeleken met een maand eerder +0,6 procent (seizoensgecorrigeerd). Deze prijsstijging volgt op eerdere prijsstijgingen van +0,8 procent in december en +0,7% procent in november, aldus Burgers.
De stijging komt onder meer door de hogere lonen. Het CBS berekende dat de cao-lonen in 2023 gemiddeld 6,1 procent hoger lagen dan in 2022, bijna een verdubbeling met de 3,2 procent stijging een jaar eerder. Daardoor kunnen kopers een hogere hypotheek krijgen en dus meer betalen voor een huis.
Een andere oorzaak van de stijging is de krapte op de woningmarkt. Zo zag makelaarsvereniging NVM dat het aanbod daalde en te koop staande woningen steeds sneller werden verkocht voor meer geld.
Daarbij komt dat de rentes zijn gedaald en naar verwachting verder dalen, aldus ING Research.
Aan de andere kant is de verwachting van ING Research dat beleggers minder actief zullen zijn en per saldo hun woningen verkopen. ING Research baseert zich hiervoor op cijfers van het Kadaster. Deze trend zet ook in 2024 verder door, verwacht Burgers.
Dat komt onder meer door de middenhuurregulering. ‘Mede hierdoor staat het verwachte rendement van huurwoningen onder druk en vermindert het daarmee de aantrekkelijkheid van het aanhouden van de woning.’
Burgers houdt bij deze verwachtingen wel een slag om de arm, omdat de onzekerheid rondom huizenprijzen volgens hem groot is.