Platform Binnenstadsmanagement is een netwerkorganisatie waar 72 Nederlandse en sinds kort ook enkele Vlaamse binnensteden lid van zijn.

De bloeiende organisatie ontstond begin jaren ’90 van de vorige eeuw uit noodzaak, zegt voorzitter Felix Wigman. ‘Veiligheid in binnensteden stond behoorlijk onder druk. Verzekeringsmaatschappijen eisten stalen rolluiken en binnensteden waren veranderd in verkeersriolen en winkels vertrokken naar perifere winkelcentra.’

Kortom: de consumenten bleven weg. ‘Toen werd wel de noodklok geluid over de binnenstad.’

Als directeur van adviesbureau BRO kreeg Felix Wigman in die tijd de vraag op zijn bord om die binnensteden veiliger te maken. ‘Alles met voordeur in de binnenstad, de vastgoedsector en de gemeente zetten wij om tafel.’

Stadsmanagers liepen direct tegen problemen aan

Gemeenten zetten een programmamanager op de binnenstad. Die kreeg met de centrummanager een evenknie vanuit de ondernemers. ‘Die liepen gelijk tegen problemen aan. Dat konden we oplossen door kennis- en ervaringsuitwisseling. Wat opviel is dat deze problemen in veel binnensteden speelden.’

Steden als Dordrecht, Nijmegen en Breda liepen voorop met binnenstadsmanagement en in 1995 werd het platform opgericht om kennisdelen te organiseren. De grote vragen destijds waren: hoe maak je stadscentra veiliger en de auto minder dominant. En hoe haal je die consument weer terug?'

'De grote vragen destijds waren: hoe maak je stadscentra veiliger en de auto minder dominant.'

‘Alle partijen zagen de noodzaak om daar iets aan te doen. De problematiek werd helder beschreven en oplossingen aangedragen.' Ook toen was samenwerking de sleutel tot succes, zegt Wigman. Zijn eerste advies: ‘Samenwerken, want dat heeft impact op de bezoeker.’

Als ondernemers en de vastgoedwereld problemen als gedeeld zien, zal de overheid veel eerder bereid zijn middelen beschikbaar stellen, aldus de voorzitter. ‘Zolang de overheid weet dat er een gedragen plan onderligt.’

Samenwerking sleutel tot succes

Tijdens het gesprek over bijna 30 jaar binnenstadsmanagement valt het woord samenwerken continu. Het is volgens Wigman de belangrijkste succesfactor voor een bloeiende binnenstad.

De vorm van de samenwerking maakt hem niet zoveel uit: een BIZ, vereniging of zelfs de ouderwetse reclameheffing kan succesvol zijn. Als gemeente, ondernemers en vastgoedpartijen maar samen optrekken.

Felix Wigman. Foto: eigen foto

‘Maak een club die draagvlak heeft. Zowel een reclameheffing als BIZ kan prima functioneren. Op zich is BIZ iets objectiever omdat deze is opgezet door en voor ondernemers zelf, terwijl de reclameheffing de verantwoordelijkheid is van de gemeenteraad.’

Wigman pleit voor binnenstadsmanagement als het gezicht van het samenwerkingsverband en niet de binnenstadmanager. Binnenstadsmanagement is een organisatie met een bestuur en een uitvoeringsteam. Dat staat garant voor continuïteit.  

Tip nummer twee: ‘Binnenstadsmanagement moet je in een organisatie stoppen’, zegt Wigman. ‘Het samenwerkingsverband staat centraal, niet de persoon.’

Functiemenging en inkleuring

De komende jaren blijven vraagstukken rondom functiemenging in de stad actueel. ‘Retail staat nog steeds onder druk. Je moet naar een visie hoe je de verschillende straten ingekleurd krijgt.’

‘Ook zullen we wat moeten doen aan het klimaat. Verstening moet veranderen anders komt er geen bezoeker meer. Dat zijn de opgaven de komende tijd.’

‘Vergroening, biodiversiteit hebben een enorme synergie met verblijfskwaliteit en ontmoetingsfuncties. Als je vraagstukken op het gebied van functieverandering, leefbaarheid en mobiliteit goed weet te combineren, gaat dat veel opleveren’, zegt Wigman. 

‘Belangrijk is dat je de dingen in de juiste volgorde doet. Wil je mensen verleiden om de binnenstad per fiets te bezoeken dan moeten de fietsvoorzieningen op en top zijn. Dan maak je ruimte voor vergroening en ontmoeting en werkt het businessmodel voor ondernemers.’

Dat betekent samen voor draagvlak zorgen en samen financiën regelen. ‘Maak gezamenlijk een plan, dan krijg je meer draagvlak, kom je sneller tot uitvoering en ervaar je minder conflicten’, luidt tip drie.

Ruimte voor bezwaar ondernemers

‘Maak het bezwaar van een deel van de ondernemers of vastgoedeigenaren geen deel van de gehele binnenstadorganisatie. Laat ze een zienswijze indienen. Spreek goed af hoe je werkt en maak afspraken over hoe je met weerstand omgaat. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om te ageren. Samenwerken betekent ook omgaan met conflicten’, tipt Wigman.

En binnenstadbewoners? Die zijn altijd partij geweest, weet Wigman. ‘Helaas zijn die moeilijker te organiseren. De betrokkenheid is wisselend. Soms maken ze deel uit van een binnenstadorganisaties, soms via coöperaties, maar hun betrokkenheid is lastig te organiseren.’ 

'Samenwerken betekent ook omgaan met conflicten’

Afstemming zorgt voor draagvlak voor de plannen en actieve binnenstadbewoners kunnen helpen met kennis en willen misschien ook de handen uit de mouwen steken.

Het is een onderwerp dat ongetwijfeld aan bod komt op de dag voor de binnenstad in Veenendaal op 11 april, de week na de ‘dag’ heeft het platform uitgeroepen tot de week van de samenwerking. 

Vier steden komen tijdens het event aan het woord die samenwerking allemaal op eigen manier invullen: Terneuzen, Maastricht, Leeuwarden en Ede. Ze hebben allemaal een andere formule voor samenwerken.

Iedere stad is anders

Dat is ook goed, zeg Wigman. Geen stad of dorp is hetzelfde. Er kan van elkaar worden geleerd, maar gebruik de unieke positie van je stad om je te onderscheiden, is de vierde tip van Wigman. 

Ruimte maken voor vergroening betekent ook iets doen aan bereikbaarheid. Feiten doen er dan toe, zegt Wigman. ‘Wat is de waarde van een bezoeker die een bepaald vervoermiddel kiest om naar de binnenstad te gaan? En tot welke keuze is de bezoeker bereid en in staat?’

Hij wijst op een recent onderzoek dat de relatie in kaart bracht tussen de vervoermiddelkeuze en bestedingen in achttien steden. De uitkomst: dat verschilt per stad. Waar in de ene stad P+R goed werkt, functioneert dat in de andere stad niet. 

‘Dan moet je analyseren en kijken wat in jouw stad werkt.’ Daar zal de gemeente ook mee moeten leren omgaan, ook als gemeenteraden soms iets heel anders willen. Zo onderzocht het platform de relatie tussen mobiliteit en bestedingen.

Tip nummer 5 van Wigman: ‘Krijg partijen met feiten om tafel. Zoek daarna een oplossing. En die oplossingen zijn er.’