Het huidige woningtekort vraagt om interventies van het Rijk. Het kabinet vroeg daarom een werkgroep van ambtenaren uit alle betrokken ministeries, aangevuld met specialisten van DNB, CPB en PBL in kaart te brengen wat de knelpunten aan de aanbodkant van de woningmarkt zijn.

Ook kregen de ambtenaren de opdracht mee om de voor- en nadelen zijn van mogel?ke instrumenten en maatregelen te onderzoeken. In het tussenrapport gaat het om oplossingsrichtingen en nog niet om de technische invulling. Die volgt later dit jaar.

De ambtelijke werkgroep mist een integrale visie en invulling op gebiedsniveau over hoe Nederland er uit moet komen te zien. Er is een schaarste aan locaties voor woningbouw en er zijn te veel zachte plannen.

Uitbreiden Nota Ruimte

De Nota Ruimte zou daarom uitgebreid moeten worden. ‘Een visie op de lange termijn geeft richting aan wat er pragmatisch en concreet kan op de korte termijn. De Nota Ruimte kan beter schetsen wat waar wel kan en wat niet.’

Zo moeten er meer locaties worden aangewezen dan de huidige zeventien voor grootschalige woningbouw. Om de grondprijzen in de hand te houden, zou er aan andere manier van taxaties opgezet moeten.  

Ook kan iets aan de systematiek OZB gedaan worden en zien de ambtenaren een planbatenheffing wel zitten. Er zou een landelijke grondfaciliteit moeten komen en voorkeursrecht op landbouwgrond.

Overheden moeten volgens de ambtenaren veel beter gebruikmaken van het beschikbare instrumentarium, zoals ook een bouwverplichting in overeenkomsten en desnoods onteigeningen als gebiedsontwikkelingen spaak lopen. Marktpartijen zouden wel eerder aan tafel moeten komen.

Woonraad voor toekomstige bewoners

Ook toekomstige bewoners zouden eerder aan tafel kunnen schuiven, onder meer via een woonraad, zoals die in Arnhem. Burgers moeten de mogelijkheid houden om in hoger beroep te gaan, maar niet zomaar.

Naar Duits voorbeeld zouden belanghebbenden eerst moeten beargumenteren waarom een uitspraak van de rechter principieel onjuist is, voordat ze een hoger beroep kunnen indienen.

Voor woningbouw zijn grote investeringen in het fysieke domein nodig die veelal onvoldoende kunnen worden bekostigd vanuit de opbrengsten van de woningbouw. Zonder sluitende business case geen woningen.

Realisatiestimulans voor woningbouw

De Woningbouwimpuls (Wbi) en Startbouwimpuls (Sbi) moeten dan ook worden voortgezet, vinden de ambtenaren, en er zou een realisatiestimulans voor woningbouw geïntroduceerd moeten worden.

Gebiedsontwikkelingen zouden ook gefinancierd kunnen worden uit een gebiedsinvesteringszone (GIZ), tol en regionale- en stedelijke gebiedsfondsen.  

Woningcorporaties hebben voldoende investeringsruimte nodig en beleggers een (betrouwbaar) rendement. Wat kan helpen is verlaging van het btw-tarief voor sociale nieuwbouwwoningen, aldus de ambtenaren, net als het verlagen van de Vpb-lasten voor woningcorporaties.

De bouw kan ook worden bespoedigd door standaardisatie, publiek-private ontwikkelbedrijven en meer capaciteit bij gemeenten.

De IBO-werkgroep bestaat uit leden van de ministeries van BZK, Financiën, I&W, AZ, en EZK en vertegenwoordigers van DNB, CPB en PBL. Het onafhankelijk voorzitterschap werd vervuld door Erik Jan van Kempen van ABDTOPConsult.