Dit is een ingekorte versie van een artikel in ROm, het vakblad over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving. ROm is gratis voor ambtenaren. Neem nu een abonnement.
Hannema, bestuursvoorzitter van Vitens tot een opvolger bekend is, zegt dat de waterbedrijven druk bezig zijn met de toekomstige infrastructuur. En dat ze door de omstandigheden gedwongen zijn om daarin versnelling aan te brengen.
‘We signaleren dat een aantal van onze bestaande winningen nu al in de knel komt door de klimaatimpact en door de onhoudbare combinatie van functies op die locaties’, zegt hij. ‘We ontkomen er niet aan om die integraal en duurzaam in te passen met andere functies.’
Dat laatste realiseren de drinkwaterbedrijven zich terdege. Er liggen nogal wat grote transities in het verschiet met stuk voor stuk een forse ruimtelijke impact en de ruimte is beperkt.
‘We willen naar een beperkter aantal grotere productielocaties in waterrobuuste gebieden’
Over de zoetwatervoorziening hebben we ons eigenlijk nooit zo druk hoeven te maken.
Maar dat is door de klimaatverandering en de effecten van de industriële samenleving veranderd. Voldoende en schoon zoetwater is niet meer vanzelfsprekend.
Hannema benadrukt dit met verwijzing naar de grotere droogteperiodes en hevige buien enerzijds, en de teruglopende kwaliteit van het water door industrie en landbouw anderzijds.
‘Bij langdurige zoetwatertekorten komt de drinkwatervoorziening in gevaar en krijgt de landbouw een probleem met verdroging. Dat zien we al periodiek gebeuren op onze zandgronden in de Achterhoek en Twente, waar we veel grondwaterwinningen hebben.‘
Vitens wil daar de kleinere winningen terugschroeven, en vooral inzetten op waterrijke gebieden in de omgeving van de IJssel, bij het Ketelmeer en de Randmeren. ‘We willen naar een beperkter aantal, maar grotere locaties toe in dergelijke waterrobuuste gebieden.’
Ruimtelijke implicaties
De grotere wingebieden en transportinfrastructuur die nodig zijn voor een toekomstige robuuste drinkwatervoorziening hebben ruimtelijke implicaties. Dat betekent dat de waterbedrijven ook nieuwe transportinfrastructuur moet gaan maken.
‘Niet alles kan dan meer op alle plekken. De concurrentie om de schaarse ruimte, boven- en ondergronds, ervaren we nu al. We proberen daar als branche, met andere infrabeheerders en overheden zo goed als mogelijk uit te komen, maar als je kijkt wat er de komende 25 tot 30 jaar allemaal moet gebeuren, is er meer ruimte nodig.’
'De concurrentie om de schaarse ruimte, boven- en ondergronds, ervaren we nu al’
De kaart van de zogenaamde Streefstructuur is bekend bij de ministeries van BZK en I&W. Hannema hoopt dat die een prominente plek zal krijgen in de concrete beleidskeuzes van de Nota Ruimte.
‘We hebben contacten met de ministeries, en met de provincies en de gemeenten in ons verzorgingsgebied, onze publieke aandeelhouders, 97 in getal.’
‘Wethouders en gedeputeerden met een uiteenlopende politieke achtergrond, toch zijn ze allemaal doordrongen van de noodzaak om vroegtijdig te acteren op het veiligstellen van de zoetwatervoorziening.’
‘Ze snappen dat zij een verantwoordelijkheid en rol hebben om ervoor te zorgen dat we dat kunnen gaan financieren. Maar dat kunnen ze niet alleen. De nationale overheid heeft hier net zo goed een verantwoordelijkheid en rol.’
Urgentiegevoel leeft bij alle partijen
Hannema denkt dat het volgende kabinet ook de urgentie voor een robuust drinkwatersysteem gaat voelen en baseert dat op wat hij ervaart in de contacten met gedeputeerden en waterschapbestuurders, of ze nou van BBB, VVD of GroenLinks-PvdA zijn.
‘Niemand ontkent dat we te maken hebben met structurele verdroging en verzilting. En dat we nodig de kwaliteit van het oppervlaktewater moet verbeteren. Ze willen allemaal vaart maken met die transitie. We zijn namelijk allemaal afhankelijk van hetzelfde zoete water.’
‘Daarom is die watertransitie echt heel hard nodig, want we kunnen de opgaven niet meer oplossen binnen het watersysteem zelf. Dus zullen we integraal naar onze opgaven moeten kijken, in samenhang met andere ruimtelijke opgaven. Daarvoor hebben we een kabinet nodig dat zich dit vraagstuk op die manier toe-eigent met een krachtig ministerie.’
‘We kunnen de opgaven niet meer oplossen binnen het watersysteem zelf’
Vitens wil al over tien tot twintig jaar beschikken over een volledig duurzame drinkwatervoorziening met een toekomstbestendige infrastructuur. Om daarbij tijd te winnen en procedures te versnellen, is het van belang dat infrabeheerders meer samen optrekken, bepleit hij.
‘We kunnen in dat opzicht best wat steun gebruiken van de kant van de overheden, want het duurt tegenwoordig wel erg lang voordat we kunnen beginnen met grondwerken. Natuurlijk, het moet zorgvuldig met de rechtszekerheid van eenieder als uitgangspunt, maar het is ook zaak dat we knopen doorhakken.’
Ik denk dat we door als infrabeheerders de krachten te bundelen sterker staan en tijd kunnen winnen. Als je weet hoe de robuuste infrastructuren van de toekomst eruit gaan zien, kun je die in gebieden waar de prioriteiten liggen samen nu al in co-creatie aanpakken.’
Tijdsfactor doorslaggevend
De tijdsfactor bij die systeemverandering is wat de drinkwatervoorziening betreft van doorslaggevend belang, geeft Hannema aan.
‘We moeten snel aan de slag. Met ons huidige drinkwatersysteem hebben we 140 jaar gedaan. Willen we ook de komende 140 jaar voldoende en schoon drinkwater hebben in bestaande én toekomstige woon- en werkgebieden, dan moeten we nu beginnen met dat nieuwe systeem.’
‘Voordat je nieuwe grootschalige infrastructuur hebt liggen, ben je zo 10-20 jaar verder. Al die woningen die we nog gaan bouwen, moeten toch een drinkwateraansluiting hebben.’