Al dat uitstellen van de ingangsdatum was niet bevorderlijk voor de focus, vertelt wethouder Philip van Veller van Leidschendam-Voorburg (Omgevingswet en omgevingsvisie, grondzaken, financiën). ‘Ik zag dat echt als een energie en voelde dat vibe er steeds uitging. Er gingen mensen weg, er kwamen nieuwe bij die je dan weer moest bijpraten en inwerken. Maar gelukkig konden we op koers blijven.’
 


Programmamanager Roelf Brinkman bleef op zijn post en heeft, samen met zijn collega’s, ervoor gezorgd dat iedereen in de gemeentelijke organisatie en daarbuiten werd meegenomen in het hoe en wat van de ‘soms taaie’ onderdelen van het nieuwe juridische kader voor de fysieke leefruimte. Aldus de wethouder.

Vertrouwen geven 

Hetzelfde geldt voor de Brabantse gemeente Oss, waar Sarah Schendeler projectleider is voor de Omgevingswet. Ook zij krijgt lof van haar wethouder Sydney van den Bergh (Omgevingswet, stedelijk gebied, wonen, RO). ‘Sarah heeft steeds weer consequent en helder uitgelegd wat de Omgevingswet voor ons gaat betekenen en vooral wat voor kansen die biedt. Intern, aan collega’s en de raad, maar ook extern aan deskundigen, onze netwerkpartners, burgers en ondernemers. Dan wordt het uiteindelijk iets van ons allemaal.’

Wethouder Van den Bergh zag het als zijn taak om daarbij voor te zorgen dat iedereen vertrouwen hield. ‘Ik denk dat je dat als bestuurder vooral moet doen. Jouw mensen bij zo’n enorme wetgevingsoperatie steunen in de uitleg wat het gaat beteken en ervoor zorgen dat de organisatie er ook voor klaar is. Maar ook duidelijk maken dat je daarbij niet alles in één keer feilloos hoeft te werken. We mogen fouten maken, als we daar maar van leren.’

Sarah Schendeler is blij dat de Omgevingswet er is. ‘We hoeven ons nu niet meer met twee systemen naast elkaar bezig te houden. We kunnen veel gerichter werken en je ziet afdelingen nu ook écht aanhaken, omdat ze zien dat bij de vergunningaanvragen een integrale beoordeling nodig is.’

Keuzehulp

Zowel in Leidschendam-Voorburg als in Oss is in eerste instantie gezorgd dat de vergunningverlening werkt volgens het nieuwe systeem. ‘We hebben prioriteit gelegd bij wat de burger ervan merkt. Dat het loket open is en functioneert’, aldus wethouder Van Veller. 

'Voor het geval er zich daarbij problemen zouden voordoen, hadden we hulptroepen paraat en we hadden een app-groep voor calamiteiten aangemaakt’. Maar daar is nog geen bericht in verschenen, zegt hij met en brede glimlach. Om er meteen aan toe te voegen: ‘Laten we eerlijk zijn, januari is een rustige maand en we hadden een hele bulk plannen en vergunningaanvragen er nog voor einde jaar doorheen gejast. De meer complexe planaanvragen moeten de komende maanden komen’.

‘Ons team van vergunningen maakte piek mee in december, daar zijn ze nu heel druk mee bezig’, zegt Sarah Schendeler. ‘We halen de vergunningaanvragen met een positief advies momenteel door het systeem.’ Ze heeft voor haar collega’s in Oss een Keuzehulp procedure en planvorm Omgevingswet gemaakt, die ze stapsgewijs door de procedure loodst.

Casco vullen

Naast het goed stroomlijnen van het vergunningentraject ligt in Oss de nadruk de komende tijd op het systematisch vullen van het casco omgevingsplan, geeft Schendeler aan. ‘De basis daarvoor hebben we gelegd met een inhoudsopgave. We weten nu dus al waar we wat gaan zetten en op welke manier. Dan kun je de nieuwe planregels per onderwerp logisch plaatsen en in samenhang.’ 

Ze vindt dat ‘superbelangrijk’ omdat het omgevingsplan ‘een megadocument’ wordt, waar het hele juridische kader voor de fysieke leefomgeving moet komen. ‘Paar jaar bepalen we welk hoofdstuk we gaan vullen. Daar hebben we een regievoerder transitie omgevingsplan voor aangesteld. Dit jaar de regelbibliotheek op orde hebben zodat je de basisregels hebt waarmee je gebiedsontwikkelingen op gang kunt brengen.’

Leidschendam-Voorburg heeft een vergelijkbare aanpak, met een omgevingsplan 0.0 dat in wezen niet meer is dan een samenvoeging van de bestemmingsplannen voor de bebouwde omgeving en voor het buitengebied. Daarbij zet die gemeente vooral in op de sturingsfilosofie, geeft Roelf Brinkman op zijn beurt aan. ‘

Hoe ga je strategische keuzes vertalen in regelgeving. Wat voor gemeente wil je zijn en hoe uit zich dat in de regelgeving. Ga je bijvoorbeeld heel veel vastleggen in strakke regels en procedures of ga je werken met meer open regelgeving met louter meldingsplicht, Daar kunnen een bestuur en een raad heel sturend in zijn. Daar denken we nu over na.’

Integrale visie

Beide gemeenten werken inmiddels hard aan de omgevingsvisie, die in samenspraak met burgers en ketenpartners verder vorm moet krijgen. Hoofdthema’s zijn, net als in de meeste andere gemeenten: wonen, mobiliteit en duurzaamheid. Wethouder Van Veller: ‘Leidschendam-Voorburg heeft een sterk verstedelijkt gebied met een grote woonopgave in combinatie met het groene karakter waar we trots op zijn en de mensen ook heel erg blij mee zijn. Dat betekent dat we woningbouw en bedrijfsvestigingen niet ten koste willen laten gaan van de groene gebieden. Maar heel veel ruimte hebben we niet, dus kijken we naar functiecombinaties en dus dubbel ruimtegebruik.’

Niet alles kan meer overal, benadrukt collega-wethouder Sydney van den Bergh. ‘In Oss hebben we de afgelopen tijd gewerkt aan drie gebiedsvisies: een voor het stedelijk gebied, een voor de stadjes en kernen, een voor het buitengebied. We leggen die nu over elkaar heen en doen dat in een participatief proces met de samenleving, omdat we die mee willen nemen in de keuzes die we samen moeten maken. Hoofdopgave voor ons is binnenstedelijke transformatie en de wijken uit de jaren 60 en 70 toekomstbestendig maken.'

'Het is nodig dat we daar weer gemeenschappen bouwen. Gemeenschappen creëren houdt in dat je zorgt voor levendige wijken, waarin mensen van verschillende leeftijden wonen, met de nodige groenvoorzieningen, ruimte voor natuur zodat de biodiversiteit kan verbeteren, maar ook werk. Maar niet alles kan. We zullen dus ook zaken wat minder moeten doen. Hetzelfde geldt voor het buitengebied, waar we 120 melkveehouders hebben, die we een goede toekomst willen bieden en tegelijk willen werken aan een gezonde natuurlijke omgeving.’

Ruimtelijke ordening

Het mooie van de Omgevingswet is dat het de cultuur en de instrumenten biedt om dat integraal te doen, zeggen alle vier de deelnemers aan het gesprek. Roelf Brinkman vat dat mooi samen. ‘De wereld is niet ineens minder complex geworden sinds 1 januari. Maar de Omgevingswet dwingt ons om in een veel eerder stadium integrale afwegingen te maken.'

'Je houdt altijd specifieke focus op aparte onderwerpen en belangen. Waar het om gaat is dat je de processen zo inricht dat die bij elkaar komen, om echt een integrale afweging te krijgen. Economie, duurzaamheid, die komen dan eerder aan tafel. Dat is winst. Straks doe je dat vanuit een integrale omgevingsvisie, met het integrale kader van het omgevingsplan en nu al zie je dat we vergunningaanvragen integraal afwegen.’

Hij zegt heel blij te zijn dat de bestuurders in de gemeente en bij de ketenpartners nu integraler naar opgaven kijken en dat het inmiddels gaat om de inhoud, waar het stelsel voor is bedoeld, en niet meer over wat er allemaal mis kan gaan.’

‘Van angstdenken naar kansdenken’, vult wethouder Van Veller aan. Hij ziet het als ‘een cadeautje’ om bezig te zijn met die integrale visie voor de gemeente. 
‘Alles komt bij elkaar’, meent wethouder Van den Bergh. De Omgevingswet en het verdelen van de schaarse ruimte met de fundamentele ruimtelijke keuzes die we moeten maken. Het maakt ruimtelijke ordening weer belangrijk, iets wat we een tijdje waren vergeten.’

De uitzending Werken met de Omgevingswet is ook terug te zien op ROm Live.