Dat stelt de Culemborgse wethouder Monica Wichgers van wonen, ruimtelijke ordening en economie. 

De druk op het Gelderse Culemborg (ongeveer 30.000 inwoners) is groot. Gelegen tussen Utrecht en Den Bosch, oefent het vestingstadje grote aantrekkingskracht uit op nieuwe bewoners. De provincie Gelderland heeft voor de gemeente een woningbouwopgave van tweeduizend woningen vastgesteld. 

Culemborg moet die opgave vrijwel geheel binnenstedelijk invullen, omdat het stadje aan alle kanten is ingeklemd door beschermde landschappen. Soms moeten er daardoor bedrijven worden verplaatst om een gebied geschikt te maken voor woningbouw. Zoals bij de Culemborgse plannen voor de spoorzone.

‘We hebben Wvg's (Wet voorkeursrecht gemeenten, red.) gevestigd om prijsopdrijvende speculatie tegen te gaan', zegt Wichgers die voor haar partij Culemborg van Nu in het college van B en W zit.

'Ook hebben we een groot bedrijf gekocht om een start met de ontwikkeling te kunnen maken én kochten we een locatie buiten het plangebied. Daar willen we bedrijven naartoe verplaatsen die wegens hun milieulast herontwikkeling van het gebied onmogelijk maken.’ 

Ze vertelt dat Culemborg van oudsher veel maakbedrijven - vaak familiebedrijven - heeft en de gemeente die bedrijven graag behoudt. Die zijn onder meer vanwege werkgelegenheid van groot belang voor de stad.

Eén van die maakbedrijven is meubelfabrikant Gispen. De productiefaciliteiten, logistiek en backoffice zijn recent ondergebracht bij de productielocatie van moederbedrijf Ahrend in Sint Oedenrode. Maar het kantoor van Gispen en de showroom blijven in Culemborg.

Wichgers vindt het jammer dat de productie van Gispen uit haar stad is vertrokken. Voor de samengevoegde productiefaciliteit van Ahrend en Gispen had Culemborg geen ruimte. ‘Voordeel is dat wij de fabriekshal hebben kunnen kopen’. Die staat aan de westzijde van het station, op een strategische locatie waar de gemeente een nieuwe woonwijk heeft gepland.

Pandenbank                                            

Deze en andere strategische aankopen trekken een forse wissel op de gemeentelijke financiën en beperken de mogelijkheden om andere noodzakelijke investeringen te doen. 'Het Rijk of eventueel de provincie zouden deze aankopen tijdelijk van de gemeente in een “pandenbank” kunnen overnemen. Dit onderwerp zien wij graag op de politieke agenda.’

Wichgers legt uit dat de strategische aankopen drukken op het weerstandsvermogen van de gemeente. Zodra dat weerstandsvermogen afneemt, kan de gemeente minder tegenvallers opvangen in haar reserves. Dat kan invloed hebben op nieuwe investeringen, zoals de bouw van nieuwe scholen.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost NL heeft volgens haar aangeboden om als financier op te treden. Dit zou de positie van Culemborg evengoed niet verbeteren, omdat financiering voor de gemeente niet het probleem is.

Strategische schuifruimte

De strategische schuifruimte waarin Culemborg wil investeren om bedrijven herplaatsingsmogelijkheden te geven - of het nu om grond of gebouwen gaat - moet wel een bepaalde periode in portefeuille worden gehouden. Ook dat drukt financieel op de begroting. Ook hier zou een pandenbank van pas komen.

Wichgers schetst een scenario waarbij panden of gronden tijdelijk in zo’n fonds worden geparkeerd, en de gemeente vijf jaar de tijd krijgt om een “grex” (grondexploitatie, red.) te openen, waar zo’n pand dan naartoe kan worden overgeheveld.

‘We willen alles een goede plek geven en daardoor ben je continu aan het puzzelen. We zijn nog druk in gesprek. Veel is met veel verweven, het is een complexe puzzel.’

Ze benadrukt dat de gemeente ernaar streeft om de noodzakelijke verplaatsingen via minnelijke onderhandelingen tot stand te brengen. Wichgers stelt tegelijk dat de gemeente niet eeuwig bezig kan blijven, en uiteindelijk bereid is om te onteigenen.

‘Het is een minder fijne optie die niet onze voorkeur geniet, maar we moeten als stad verder. En ook toegekende subsidies stellen een eindtermijn.’

Ze zegt het idee van een pandenbank te hebben voorgelegd aan (demissionair) woonminister Hugo de Jonge. ‘Hij stond er voor open, maar de mogelijkheden van zijn jonge departement zijn nog beperkt. Hij gaf aan wel bereid te zijn het gesprek aan te gaan met Oost NL om mogelijkheden voor zo'n pandenbank te verkennen.’

Eigenlijk vindt ze dat een overheid snel middelen voor zo’n pandenbank beschikbaar zou moet stellen, omdat er ook veel geld direct naar woningbouw gaat. ‘Linksom of rechtsom is het doel hetzelfde.’

Volgens haar worstelen vooral gemeenten met een omvang van Culemborg die een beperkte financiële armslag hebben met dit vraagstuk.

Wel geeft ze aan dat zo’n pandenbank voor een fiscale uitdaging zorgt. ‘Belastingtechnisch is zoiets nog wel ingewikkeld omdat er overdrachtsbelasting tussen overheden zit. Dat zijn technische dingen. Die zou je moeten kunnen oplossen als ervoor wilt gaan. Als we met z’n allen echt willen dat er nieuwe woningen komen, moeten we creatiever worden.’