In de recent gesloten woondeals is afgesproken dat twee derde van de woningen betaalbaar moet zijn. De onrendabele toppen die daar mogelijk uit volgen worden, als randvoorwaarde voor de deals, door het Rijk gefinancierd. Voor Gelderland werden deze kosten aanvankelijk geschat op een half miljard euro.
Deze kosten blijken nu al tweemaal hoger, aldus de provincie. Bij meer dan de helft van de woningen zijn de kosten hoger dan de opbrengsten, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Stadskwadraat. De onrendabele top heeft een gemiddelde van 14.000 euro per woning.
Naast de gestegen bouwkosten en hoge rente is de aankoop van de grond (38 procent) de grootste kostenpost. Opgevolgd door duurzaamheidsmaatregelen (23 procent), de inrichting van de openbare ruimte (19 procent) en de kosten voor infrastructuur (16 procent).
De provincie wijst ook naar de extra voorzieningskosten, zoals zorg, sport, onderwijs en cultuur, die duurder uitpakken.
‘De bouw van betaalbare woningen wordt voor veel gemeenten onbetaalbaar', zegt gedeputeerde Dirk Vreugdenhil. ‘Het nieuwe kabinet moet fors investeren om de woondoelen te halen. In het verleden hebben we dat ook gedaan bij de Vinexwijken. We hebben nu weer een noodfonds nodig om uit deze wooncrisis te komen.’
10 miljard euro
Volgens de provincie is er naar schatting nog 10 miljard euro nodig om alle geplande woningen in Nederland voor 2030 te bouwen.
Volgens Gelderland zou de overheid de onrendabele top bij woningbouw kunnen drukken door een actiever grondbeleid te voeren en belasting te heffen op grondspeculatie (planbatenheffing). Dit kan de grondprijzen op termijn verlagen.
‘Daarnaast kunnen woningcorporaties en ontwikkelaars ook meer investeren in woningsplitsen en het optoppen en aanbouwen van woningen', zegt de provincie. ‘Maar ook in dat geval zal er een forse overheidsbijdrage nodig zijn om de woondoelen te halen.’