Demissionair minister Micky Adriaansens van EZK zegde haar steun gisteren in een brief aan de Tweede Kamer toe.
De Retailagenda startte in 2015 om brancheorganisaties, kennisinstellingen en overheden en samen te laten werken aan de aanpak van de transitie van retail en in samenhang daarmee toe te werken aan vitale en toekomstbestendige winkelgebieden in binnensteden en kernen.
Retaildeals
De uit de retailagenda voorgekomen retaildeals hebben volgens minister Adriaansens sterk bijgedragen aan het agenderen en prioriteren van deze problematiek. De samenwerking heeft ook geleid tot het formuleren van een gedeelde aanpak in reactie op het sluiten van V&D, aldus minister Adriaansens gisteren in haar brief.
Impulsaanpak Winkelgebieden
De samenwerking binnen de Retailagenda heeft er volgens haar ook in geresulteerd dat het belang duidelijk werd van een gezamenlijke en integrale aanpak van achterblijvende winkelstraten. Uiteindelijk heeft het nadenken over oplossingen voor deze problematiek geresulteerd in de Impulsaanpak Winkelgebieden.
Van leegstand naar sociale waarde
Bij de start van de Retailagenda lag het accent volgens Adriaansens op het terugdringen van de leegstand. ‘Dat is nog steeds een relevant thema, maar het zwaartepunt verschuift langzamerhand naar de maatschappelijke meerwaarde en sociale functie van binnensteden. En die van de stakeholders die de binnenstad schragen, zoals retail, horeca en cultuur. Alleen levendige binnensteden en kernen hebben de toekomst’, aldus Adriaansens.
Nieuwe agenda
In haar brief schrijft ze dat de partners van de Retailagenda willen blijven samenwerken aan leefbare kernen en vitale retail. Daartoe is een nieuwe agenda opgesteld als basis voor een hernieuwde samenwerking voor de periode 2024-2027. Daarbij ligt de focus op een beperkt aantal thema’s, waar de Retailagenda meerwaarde kan bieden: transformatie van binnensteden, de levendigheid van kernen, innovatie en digitalisering en arbeidsmarkt en human capital agenda.
De minister zegt toe de huidige vorm van ondersteuning te zullen continueren. Die bestaat uit een processubsidie van 200.000 euro per jaar (onder meer voor de bezetting van een bureau, programmamanagement, communicatie et cetera) per jaar en ambtelijke ondersteuning vanuit EZK.