Bunschoten had zich goed voorbereid. De twee vergunningverleners, twee bouwtoezichthouders, twee juristen en administratief medewerkster van de afdeling hadden in december alle nog lopende vergunningen afgehandeld. Daardoor kon het team na de jaarwisseling direct aan de slag met de Omgevingswet.

‘Bij de gemeente Bunschoten proberen we vergunningen van deze omvang zoveel mogelijk in dit tijdsbestek te verlenen, hoewel je daar als gemeente in principe acht weken de tijd voor hebt’, laat een woordvoerder weten. De gemeente krijgt gemiddeld vijf aanvragen per week binnen.

Ook hoefde de gemeente niet te wisselen van software. ‘Het vergunningverleningssysteem, Centric Leefomgeving, dat we nu inzetten voor de Omgevingswet, gebruikten we vorig jaar ook al voor de WABO. Hierdoor hadden we dus al enige ervaring met het verlenen van vergunningen met deze nieuwe software.’ 

Wat ook hielp, is dat een dakkapel vergunningsvrij is voor wat betreft het bouwtechnische deel, waardoor dit niet getoetst hoefde te worden. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) speelde hier geen rol. Bunschoten hoefde daarom geen bouwtechnische toets hoeven uit te voeren. 

Bovendien ging het om een vergunning met een Omgevingsplanactiviteit, die ruimtelijk door de Welstandscommissie getoetst is. Die had geen bezwaar.

Toch was het nog even spannend, omdat eind vorig jaar de ingediende verzoeken via het Omgevingsloket Online (OLO) niet meer bij de gemeente binnenkwamen. Deze storing lag bij OLO en nam Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) niet over, dus konden de aanvragen uiteindelijk goed doorkomen. Verder verliep de procedure via het DSO prima, laat Bunschoten weten.

De Omgevingswet werd op 1 januari ingevoerd.