‘Wat vooral opvalt, is de omvang en snelheid waarmee de energie-infrastructuur ingepast moet worden’, zegt Johan Fuite. Hij is projectmanager Energieplanologie bij Antea Group Nederland.
‘We zijn letterlijk de winkel aan het verbouwen, terwijl deze openblijft en bovendien bouwen we er ook nog een tweede winkel bij.’
Om het in context te zetten, alleen al netbeheerder Liander verwacht de komende tien jaar bijna 40.000 kilometer elektriciteitskabel te leggen en 23.000 transformatorhuisjes te plaatsen en te vernieuwen. Die landen vaak in woonwijken. Of moeten daar landen.
Liander, actief in Noord-Holland, Friesland, Gelderland en Flevoland, heeft verder acht nieuwe, grote elektriciteitsverdeelstations nodig en 49 uit te breiden. En nog eens 62 kleinere elektriciteitsstations te bouwen en 82 uit te breiden.
‘Het afgelopen jaar is de urgentie alleen maar toegenomen’, zegt Fuite. ‘Veel plannen, zoals woningbouw, zitten al langer in de pijplijn. Nu zie je wat elektriciteit betreft alle lichten op oranje en rood springen.’
‘Bij Verkeer zijn afwegingskaders heel normaal. Maar de urgentie en besef om energie integraal mee te programmeren in ruimtelijke processen staat in veel gemeentes in de kinderschoenen. Door de RES’sen is dat besef wel toegenomen, maar het gaat veel harder dan we hebben voorzien.’
‘Het gaat hierbij om de afhankelijkheden van de opgaven, maar ook om het betrekken van de dagelijkse praktijk van stedelijke gebiedsontwikkeling. Want wat heb je eraan als je nu een besluit neemt over bijvoorbeeld een woonwijk, die helemaal niet uitvoerbaar is’, vraagt Fuite zich af.
Eerst inzicht, dan verantwoordelijkheid nemen
Dat besef is de eerste stap naar een goed energiebeleid binnen een gemeente, zegt Arjan Raatgever van adviesbureau TwijnstraGudde. ‘Eerst inzicht, dan mensen die iets kunnen doen met die gegevens, en dan kijken of je als gemeente wel de juiste verantwoordelijkheden hebt.’ Want die zijn diffuus, zegt Raatgever.
Raatgever, ook RES-coördinator in Alblasserwaard, drukt gemeenten daarom op het hart snel een energiecoördinator aan te stellen. Dat kan in samenwerking buurgemeenten, zegt Jasper Benus van Dietz Strategie en Communicatie.
‘Dit is niet per definitie een gemeentelijk probleem, breng dat eerst in kaart. Speelt het zich regionaal af? Dan heb je hier ook de slagkracht nodig op het niveau van de regio’, zeg Benus.
Vervolgens is het belangrijk snel in kaart te brengen waar de opgave ligt. Welke gebiedsontwikkelingen zijn er en wat zijn de plannen van ondernemers. Een goed voorbeeld om dat te doen is de digital twin van Drechtsteden, zegt Raatgever.
Het helpt ook dat netbeheerders veel transparanter zijn geworden en data delen. ‘Zij zien de urgentie beter’, zegt Fuite. Al zijn er volgens hem nog wel sprongen te maken, voordat bestuurders alle relevante informatie tot zich kunnen nemen.
Deze tips geven de experts om de aanleg van energie-infrastructuur te versnellen:
- Zorg voor kennis en expertise in het ambtenarenapparaat;
- Wacht niet op andere overheden, begin klein en kijk wat je zelf al kunt doen;
- Betrek netbeheerders veel eerder in het proces richting bewoners;
- Help netbeheerders door mogelijke locaties in te brengen;
- Benut dat provincies dwingender kunnen optreden;
- Pas infra ruimtelijk beter in en stel een ruimtelijk kwaliteitskader op;
- Betrek de uitvoering bij de beleidslijn: doorbreek verkokering;
- Schroom niet om voorkeursrecht in te zetten voor onderstations;
- Neem je bewoners mee in de urgentie en leg uit wat de consequenties zijn;
- Zorg dat bewoners nog iets te kiezen hebben. Dat die infrastructuur er moet komen ligt vast, maar vraag aan bewoners hoe.
- Zorg voor integraliteit in alle plannen, zoals vereist in de Omgevingswet.
Netbeheerder Liander probeert alvast veel eerder in het proces actief te zijn, zegt woordvoerder Ceriel Thissen.
‘We mogen de transformatorhuisjes in principe vergunningsvrij plaatsen, maar de ervaring is dat er vanuit de buurt weerstand kan komen. Samen met gemeenten informeren we buurtbewoners daarom proactief.’
De netbeheerder heeft de systematiek Buurtaanpak gelanceerd. Als eerste in Beverwijk, maar uiteindelijk moeten gebieden in de Liander-regio's buurt voor buurt worden aangepakt.
Door de energie-infrastructuur in een groter geheel te bekijken, kan in één keer een hele buurt worden voorzien van nieuwe huisjes en kabels.
‘Dit betekent dat we minder vaak naar de gemeente moeten voor locatiebepaling en vergunningverlening. Ook hebben buurtbewoners maar één keer overlast van de straat die opengaat’, zegt Thissen.
De netbeheerder gaat daarin verder. Samen met de gemeente Amsterdam kijkt Liander onder meer naar brede welvaart in relatie tot de energie-opgave en er wordt met gemeenten gezocht naar een optimaal vergunningstraject.
Participatie voor inpassen huisjes
De stap van Liander om eerder in het participatietraject mee te doen, is cruciaal, vindt Fuite. ‘Natuurlijk hebben netbeheerders daar een rol: hoe pas je die huisjes en middenstations bijvoorbeeld in op een natuurlijke manier binnen een stedelijke omgeving. Dan gaat de mate van acceptatie omhoog.’
‘Doe iets slims, bijvoorbeeld door aan een transformatorhuisje een fietsenstalling te hangen voor elektrische fietsen. Daar is een goede slag te maken. Het wordt een onderdeel van onze dagelijkse leefomgeving, laten we dat dan ook goed doen.’
Netbeheerders kunnen wat dat betreft een voorbeeld nemen aan ProRail. Die laat de buurt kiezen uit meerdere ontwerpen voor nieuwe technische gebouwen: natuurinclusief of modern.
Onteigenen liever niet
Voor de bouw van die transformatorhuisjes en middenstations is het gewenst om de gronden in te bezit hebben. ‘Onteigenen doen we liever niet, want dat duurt lang, maar start alvast onderhandelingen met grondbezitters.’, zegt Raatgever.
’Gemeenten en provincies kunnen daar een actievere rol in spelen. Tot voor kort werd een netbeheerder als gewone initiatiefnemer beschouwd. Dat is niet terecht, het is maatschappelijk belang’, aldus de adviseur van TwynstraGudde.
‘Gemeenten zouden zelfs het voorkeursrecht gemeenten kunnen inzetten voor de komst van bijvoorbeeld onderstations’, meent Raatgever.
Cruciaal is de communicatie naar bewoners, gemeenteraad en netbeheerder, zegt Benus. Hij zegt dat bestuurders steeds vaker en beter moeten uitleggen wat de consequenties zijn voor alle betrokkenen. ‘Durf vroegtijdig hierover de dialoog aan te gaan. Niet pas als alles al is ingevuld. Vroegtijdige dialoog helpt bij het maken van keuzes verderop in het proces.’
Daadkracht en Omgevingswet
Bestuurlijke daadkracht is hierbij onmisbaar, zegt Benus. ‘Ondanks dat er misschien wel weerstand is. Weerstand neem je weg door in dialoog te gaan.’
De Omgevingswet gaat daarbij enorm helpen, zegt Benus. ‘Je krijgt als bevoegd gezag meer ruimte om te kijken wat plannen gaan betekenen en meer de mogelijkheid om te sturen op integraliteit.’
‘Je moet ook wel. Als je bijvoorbeeld 20.000 woningen plant, maar je maakt niet duidelijk hoe de elektriciteitsaansluiting is geregeld, kan dat leiden tot beroep en bezwaar. Het plan is tenslotte mogelijk onhaalbaar.’
Zowel Raatgever, Benus als Fuite waarschuwen dat netbeheerders keuzes gaan maken waar ze hun schaarse capaciteit gaan inzetten: in een gemeente die treuzelt of in een gemeente die vooroploopt en al midden in het participatieproces zit en proactief grondaankopen doet. Dit gaat de gemeentelijke besluitvorming direct beïnvloeden.