Wijkraden, die voorheen de belangen van bewoners behartigden, bleken in de praktijk niet altijd iedereen te bereiken, zegt een woordvoerder van de gemeente Haarlem.  

‘Dit riep vragen op over welke belangen precies werden vertegenwoordigd en hoeveel steun er was voor de standpunten van de wijkraad.’ 

Haarlem vindt het daarom tijd voor een ander systeem. ‘Een platform past beter bij de netwerksamenleving die we nu steeds meer met elkaar hebben’, aldus de gemeente. 

Breder publiek voor wijkplatforms 

Wijkplatforms vormen het hart van de communicatie tussen bewoners en organisaties in de buurt, zegt Haarlem. Dit doen zij door te praten en schrijven over ontwikkelingen die de wijk aangaan. Ook kunnen zij de gemeente gevraagd en ongevraagd advies geven. 

De verwachting is dat wijkplatforms een breder publiek bereiken en meer gericht zijn op het ondersteunen van activiteiten die bewoners in een wijk organiseren. 

De gemeente geeft wijkplatforms subsidie en informatie om deze rol goed te kunnen vervullen. De verandering naar wijkplatforms staat niet op zichzelf, het participatiebeleid wordt ook aangepast. 

Ambtenaren van de gemeente die gaan over de specifieke gebieden houden nauw contact met de mensen in de wijkplatforms. De gemeente wil bij veranderingen al eerder aanwezig zijn in wijken en buurten. 

Utrecht evalueerde wijkplatforms 

Utrecht voerde de wijkplatforms in 2020 al in en evalueerde die in de zomer van 2022. Daaruit blijkt dat het oprichten van een wijkplatform lastig is. 

Tijdens de evaluatie was in drie van de tien wijken geen platform opgericht. Ook waren wijken nog in de opstartfase. Alleen in Overvecht, Noordoost en Oost was een succesvol wijkplatform actief. Een van de oorzaken voor de trage start is de coronacrisis, aldus de onderzoekers. 

De onderzoekers merkten op dat de gemeente de platforms veel vrijheid wil geven, maar dat de platforms meer zekerheid willen over, bijvoorbeeld, de organisatievorm. Ook hebben actieve leden van de wijkraad na opheffing van de raden boos hun rug gekeerd naar de gemeente. 

In de evaluatie concluderen de onderzoekers dat de wijkplatforms die uit de raden voorkomen het beste toegerust zijn voor de nieuwe taken. Belangrijk is dat de vrijwilligers voelen dat ze werken mét de gemeente, in plaats van vóór. 

Deze tips gaf de Utrechtse onderzoekscommissie nog mee: 

  • Tijdige informatie aangaande ontwikkelingen in de wijk; 
  • Terugkoppeling op de inbreng; 
  • Werk aan vertrouwen en voorkom dat wijkplatformleden het gevoel krijgen dat besluiten al genomen zijn en participatie voor de bühne is; 
  • Een stabiele positie voor wijkplatforms.  

Haarlem zal de raden nog tot 1 januari 2025 ondersteunen, voordat er volledig wordt overgestapt op wijkplatforms. De gemeente gaat de wijkplatforms over twee jaar evalueren.