Het hout is FSC-gecertificeerd en komt uit de bossen van Staatsbosbeheer. Die levert het stamhout aan de fabriek van West Fraser in het Belgische Genk. Hout dat niet geschikt is voor planken en balken wordt ingezet voor het plaatmateriaal.
De jaarlijkse 40.000 kubieke meter aan OSB-plaatmateriaal (Oriented Strand Board) krijgt het label Hollands hout.
Lees ook: Zonder boeren geen huizen: vijf vragen over biobased gebiedsontwikkeling
Vergeleken met buitenlands hout zal het hout van Staatsbosbeheer een kortere afstand afleggen, en daarmee goed voor minder CO2-uitstoot, zeggen de initiatiefnemers. Per schip gaat het hout naar de fabriek in België. Daarna gaan de houtplaten met de vrachtwagen terug naar Nederland.
De platen gaan naar een nieuwe houtskeletbouwfabriek in Heereveen, die Heijmans vorig jaar opende. Van daaruit wordt het hout ingezet voor houtskeletbouw-woningen van het Heijmans Horizon woonconcept.
Via het Horizon-programma werkt het bouwbedrijf aan duurzame houten woningen, geproduceerd door digitale technieken en schone energie, aldus Heijmans. De fabriek gaat dit jaar 250 woningen produceren. Dat moet groeien naar zo’n duizend industrieel geproduceerde houtskeletbouwwoningen per jaar.
‘Nederlands hout is logisch’
Het gebruik van Nederlands hout is een logische stap, aldus Heijmans. ‘Toch gebeurt het nog te weinig, terwijl er vaak voldoende materiaal voor handen is’, zegt directeur Vastgoed Harwil de Jonge over de samenwerking. ‘Een volgende stap zou de verduurzaming van het transport zijn.’
In 2021 tekenden Staatsbosbeheer en Heijmans een overeenkomst om samen te werken aan manieren om duurzamer te bouwen. Naast het programma voor Hollands hout werken de partijen ook aan de toepassingen van biobased bouwmaterialen en het versterken van natuur in nieuwe woonwijken en bij gebiedsontwikkeling.
Nederlandse bosgroei floreert nog niet
Probos en Centrum Hout onderzochten eerder de herkomst van hout in de Nederlandse bouw. In 2021 kwam 82 procent uit Europa, zoals Duitsland, Scandinavië en de Baltische Staten. Van het totaal kwam 8 procent uit Nederlands bos.
Nederland heeft vooralsnog een relatief klein bosareaal van bijna 374.000 hectare, waarvan het beheer vooral is gericht op natuur- en recreatiefuncties en niet op houtproductie.
Vorig jaar kreeg de Nederlandse bosgroei nog een fiscale schop. In de jaren negentig werden boeren middels een subsidie aangemoedigd om op de overtollige landbouwgronden bomen aan te planten. Sindsdien lieten zo’n tweehonderd boeren 2100 hectare akkergrond veranderen in bos.
De fiscus stelde vooraf dat de landbouwvrijstellingen tijdens de bosgroei bleven gelden, waardoor bepaalde belastingen niet aan de orde zouden komen bij latere verkoop van de grond. Twintig tot dertig jaar later bleek die belofte niet waar, resulterend in aanslagen die oplopen tot een miljoen euro.