Woningcorporaties hebben nu één woningmarktregio waarin ze volledig werkzaam mogen zijn. Nederland telt er in totaal 19, zoals de Metropoolregio Amsterdam, Limburg, of Arnhem-Nijmegen.

De bedoeling van deze regio’s is dat de schaal van een corporatie gelijk blijft aan die van de regionale woningmarkt, gunstig voor de binding tussen corporaties en het lokale bestuur.

In het wetsvoorstel worden de voorgestelde regio’s vervangen door de betreffende provincie(s). Als er een nieuwe vergunning voor een gebied plaatsvindt, komt ook die hele provincie erbij. Een corporatie die werkgebieden heeft in Utrecht, Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant, krijgt daarmee vier provincies tot haar gebruik. Voor twintig corporaties heeft de VNG de gevolgen uitgewerkt in een kaart. 

De huidige werkgebieden en nieuwe ontheffingen van woningcorporatie De Kernen verspreiden zich samen over vier provincies. Beeld: VNG

Volgens onderzoek van de VNG groeit de regio van 84 procent van alle corporaties. Daardoor zal 58 procent van de corporaties in één provincie actief zijn. De rest in twee, drie of zelfs vier provincies.

De VNG waarschuwt dat dit kan leiden tot verdergaande schaalvergroting van de corporaties. ‘Wij vinden dat veel corporaties nu al te ver af staan van het lokaal bestuur, waardoor gemeenten te weinig sturing kunnen geven aan de werkzaamheden van corporaties.’

Ook wijst de vereniging naar een eerder advies van de Raad van State. De raad gaf toen aan dat het niet duidelijk is hoe de verruiming van het werkgebied nog zekerheid biedt voor een sterke lokale binding. Over de waarborging hiervan in regelgeving waren ook vragen. De Autoriteit Woningcorporaties gaf hetzelfde geluid.

Huidige regio’s behouden 

De VNG stelt voor om de huidige woningmarktregio’s te behouden. Een nog betere optie is volgens de organisatie om aansluiting te zoeken bij de 35 woondealregio’s, waarmee demissionair minister De Jonge structuur geeft aan de woningbouwopgave.

Deze woondealregio’s bevatten onder meer concrete bouwaantallen, specifieke locaties en prijs- en doelgroepverhoudingen. ‘Hierin worden nu al zaken gedaan tussen Rijk, provincies en gemeenten’, geeft de VNG als argument.

Overbodige regels 

Eerder klonk al kritiek op het wetsvoorstel, toen de Raad van State het Rijk adviseerde om regels over de beroepsprocedure te schrappen. Hierin stond dat de RvS beroepen tegen diverse besluiten als enige instantie én versneld moet behandelen.

De regels zouden volgens de raad niet bijdragen aan de versterking van de regie op de volkshuisvesting.