‘Het is goed om te zien dat onze opkoopbescherming werkt’, schrijft wethouder De Vries (Wonen) in een raadsbrief over de analyse. ’We gaan daar uiteraard onverminderd mee door. Het sluit aan bij ons uitgangspunt dat wonen geen verdienmodel mag zijn, het is een fundamenteel recht.’ 

In de eerste helft van 2018 was nog 13 procent van alle verkochte koopwoningen zo'n buy-to-let, in de eerste helft van 2023 telt de gemeente nog maar 2 procent. Hierdoor is dit jaar iets meer dan de helft van alle koopwoningen naar een starter gegaan, 7 procentpunten meer dan twee jaar geleden. 

De wethouder geeft aan een vuist te maken tegen het concept van buy-to-let: woningen opkopen om deze vervolgens tegen hoge huren aan te bieden. Onder de opkoopbescherming zijn kopers van woningen met een WOZ-waarde tot 587.000 euro verplicht er zelf in te wonen. 

Starters kunnen maar moeilijk tot niet opboksen tegen de flinke bedragen waarmee particuliere verhuurders de markt opgaan en zijn zo vaak veroordeeld om langer te blijven huren. 

Meer gemeenten volgen 

Sinds de invoering in 2021 zijn er twee bestuurlijke boetes opgelegd voor het overtreden van de opkoopbescherming, meldt de gemeente. In deze gevallen is een boete van maximaal 12.500 euro uitgedeeld.  

In de regio Utrecht hebben in totaal tien gemeenten hun eigen opkoopbescherming ingevoerd. Een groot deel van de overige gemeenten heeft wel onderzoek gedaan naar de woningmarkt, schrijft RTV Utrecht, maar zag geen aanleiding. De rol van particuliere beleggers was hier te klein.