De Jonge liet ruim een jaar geleden de RVB de flexwoningen aanschaffen om de productiecapaciteit bij bouwers te verhogen en hen zekerheid over afname te geven.  

Aan de andere kant wilde hij de traditionele projectvolgorde van planvorming, besluitvorming, vergunningsverlening en dan pas bestellen doorbreken.  

De aanbesteding door het RVB heeft tot beweging van de bouw geleid.  Of het doel ‘omdraaien proces’ ook is gehaald, is lastiger te zeggen, schrijft hij aan de Tweede Kamer. Wel zijn geleerde lessen geïncorporeerd in het inkooptraject van onder meer Aedes. 

Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen 

Aedes heeft met 36 bouwbedrijven raamovereenkomsten gesloten om verplaatsbare woningen te leveren aan woningcorporaties. In totaal hebben 58 corporaties mogelijk plannen om ca 6.700 flexwoningen te bouwen.  

Het inkooptraject loopt inmiddels voor 13 projecten, met bijna 1.000 woningen, en daarvan zijn de eerste opdrachten gegund. De raamovereenkomst zal worden verlengd tot april 2025.  

Daarbij kan de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen (RTHF) helpen. Daarmee komt 220 miljoen euro beschikbaar voor corporaties, particulieren of gemeenten om versneld 30.000 nieuwe flexwoningen te realiseren. 

Bestuurlijke urgentie en handelingsurgentie 

In de evaluatie schrijft De Jonge dat de bestuurlijke urgentie lang niet altijd resulteerde in handelingsurgentie tijdens de uitvoering. ‘Zo zijn er zeker 75 projecten in beeld geweest voor de RVB-bouwopdracht waar initiële interesse was.’ 

Deze projecten werden gestaakt door problemen met inpasbaarheid, wens tot maatwerk, de businesscase, het besluiten over de meest geschikte locaties, het draagvlak in de omgeving, beperkte ambtelijke capaciteit en de tijd die het kost om Nutsvoorzieningen? te regelen. 

‘Hoewel het tempo niet is waar we op rekenden, is - als straks in 2024 alle woningen bewoond zijn - de realisatie nog steeds 4 à 5 keer sneller dan bij de reguliere bouw. In die zin is het dus een succes.’ 

Om gemeenten zekerheid te geven dat de flexwoningen na de looptijd elders geplaatst worden, stelde hij garanties voor terugkoop op. Vijf gemeenten helpen hem daarbij, onder meer Almere, Goes, Apeldoorn en Doetinchem 

Aankoopregeling bejubeld en verguisd 

Het idee om flexwoningen door het Rijk alvast te kopen, werd vorig jaar bejubeld en verguisd. ‘Het is te stupide voor woorden’, zei architect Harvey Otten vorig jaar.  

‘Dit plannetje is het Rijk aangesmeerd door de bouwindustrie. Die lopen de politiek hier al jaren voor plat. Ze hebben veel vreemd vermogen geïnvesteerd in hun woningfabrieken en zien nu een kans om dat geld snel terug te verdienen. Dat lijkt ze te lukken, en wij worden met slechte woningen opgescheept.’ 

Hoogleraar woningmarkt Marja Elsinga van de TU Delft was een stuk positiever over de plannen. ‘Het is lang geleden dat het Rijk op deze manier ingreep bij woningbouw. Het laat zien dat er bij de rijksoverheid urgentie wordt gevoeld voor het aanpakken van de wooncrisis.’ 

Hoewel veel gemeenten inmiddels flexwoningen willen plaatsen, ook buiten de Rijksregeling om, zien andere gemeenten daar juist vanaf. Volgens Leidschendam-Voorburg zijn definitieve woningbouw en de verbouw van bestaande woningen financieel interessanter dan tijdelijke woningen.  

De flexwoningen maken deel uit van een breder plan om de woningbouw vlot te trekken. In de brief rapporteert De Jonge ook over de Uitvoeringsorganisatie Versnelling Tijdelijke Huisvesting (UVTH) en het Expertteam Woningbouw van RVO.  

De UVTH biedt op dit moment ondersteuning aan ruim 200 projecten. De experts hebben samen met het woningbouwteam van RVO een communicatietoolbox gemaakt en een participatiedocument. 

In het overdragen van de kennis en kunde trekt het Rijk op met onder meer Platform31, RVO, VNG, AEDES en provincies.