Dit is een voorpublicatie van het interview in ROm december 2023. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld je hier aan voor een abonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.

Gedeputeerde Jelle Beemsterboer stuurde alle wethouders in zijn provincie een brief met de boodschap dat de provincie zich actief gaat inzetten als woningbouwaanjager. 

Dat gebeurt onder de noemer ‘Verbindend Vooruit!’ waarbij de provincie gemeenten ondersteunt met onder meer het doortrekken en versterken van bestaande versnellingsmaatregelen. Maar ook met de introductie van een Investeringskader Woningbouw Ontwikkeling, een Stadmakersfonds, en ook met ‘ruimte bieden aan initiatieven aan de randen van bebouwing’. 

Dat laatste is volgens Beemsterboer hard nodig, ook al kan het grootste deel van de tot en met 2030 benodigde 184.000 woningen binnenstedelijk worden gebouwd. Sommige gemeenten kunnen gewoonweg niet anders. De uitbreiding is nodig voor versterking van de leefbaarheid, de vitaliteit en het voorzieningenniveau, aldus de gedeputeerde in de brief. 

Ontgrenzen en begrenzen

Beemsterboer wil niet spreken van een cultuuromslag. ‘Ik treed natuurlijk netjes in de voetsporen van het vorige college, dat ook die rol van aanjager vervulde, net als in de andere provincies. Wat dat betreft is er wel veel veranderd ten opzichte van de tijd toen Stef Blok minister was en het idee bestond dat Nederland wel zo’n beetje af was en we alleen nog binnenstedelijk aan de gang moesten.

‘Elke bestuurder in deze provincie weet dat niet alles binnen bestaand bebouwd gebied kan’

Inmiddels staan alle lichten op groen. We moeten bouwen, bouwen, bouwen om te zorgen dat jonge mensen niet langer bij hun ouders hoeven blijven wonen, gescheiden en oudere mensen een geschikte woning kunnen vinden.’ Waar dat binnen bestaand bebouwd gebied kan, heeft dat de voorkeur, geeft Beemsterboer aan. 

‘Toch weet elke bestuurder in deze provincie dat dit niet voldoende is. Hoewel veel woningbouwplannen afgelopen jaren al in landelijk gebied zijn gepland, hebben sommige  gemeenten deze mogelijkheid niet of nauwelijks. De helft van onze provincie is bijzonder provinciaal landschap. In ons collegeprogramma hebben we het over ontgrenzen en begrenzen.'

'We hebben daar ideeën over. Die zijn nog niet helemaal uitgekristalliseerd. We houden vanzelfsprekend rekening met de archeologisch en historisch waardevolle landschappen. Tegelijkertijd moeten we gemeenten helpen die geen kant op kunnen, omdat ze helemaal omsloten zijn door beschermd gebied.’

'Straatje erbij'

Het idee van “een straatje erbij” zoals minister Hugo de Jonge dat propageert, voelt als steuntje in de rug, geeft de Noord-Hollandse gedeputeerde aan. ‘Ja, ik ben blij dat gemeenten, de provincie en Rijk nu wat dat betreft zijn opgelijnd om de woningnood met vereende kracht aan te pakken. Ik ben van mening dat elke gemeente, samen met ons, de afweging moet kunnen maken waar ze eventueel uitbreiden, zonder écht waardevol gebied aan te tasten.’

Beemsterboer is met alle gemeenten in de provincie in gesprek om te bespreken waar knelpunten zitten en hoe projecten zo snel mogelijk op de rails zijn te krijgen. ‘We beginnen met projecten, waar al wat is gebeurd, waar bijvoorbeeld gebouwen zijn afgebroken en grondwerk is gedaan, maar die om verschillende redenen stilliggen.'

'Dat vind ik echt zonde van het werk in een periode van zoveel woningnood. We houden die nog een keer tegen het licht om te bekijken of ze met onze hulp toch niet door kunnen gaan.’

Naast verantwoorde inpassing in het landschap wegen zaken als duurzaamheid en klimaatbestendigheid nadrukkelijk mee, verzekert de gedeputeerde, die ook verantwoordelijk is voor het stikstofbeleid in de provincie. 

‘Lage energiekosten maken deel uit van het beleid voor betaalbare huisvesting, dus stimuleren we de bouw van energiezuinige wijken, en stimuleren we dat er zoveel mogelijk wordt gebouwd met circulaire materialen. Mogelijk dat de productie daarvan een functie kan krijgen bij de transities in het landelijk gebied die eraan komen.'

'Begin volgend jaar gaat de stikstofbank draaien en kunnen we dus per locatie bekijken wat dat gaat doen. Maar altijd in samenspraak met de agrariërs, want als er iets is dat wij niet willen, is dat er over hen wordt beslist. 

‘We houden rekening met overstromings- en droogtegevoeligheid van gebieden en nemen daar maatregelen op’

‘Water en bodem sturend is voor ons een leidend principe, in de zin dat we rekening houden met overstromings- en droogtegevoeligheid van gebieden en daar samen met gemeenten en het waterschap maatregelen op nemen.’

'Denk aan waterbuffers in de laagste delen, overigens een klein percentage van de diepste polders. Het betekent zeker niet, dat bouwen in laaggelegen polders uitgesloten is. Dat staat ook niet in de kabinetsbrief hierover.’ 

Partner

Voor zichzelf ziet Jelle Beemsterboer vooral de rol van aanjager. ‘Zo zit ik gemeenten en corporaties achter de broek aan. Waarom is dat plan uitgesteld tot maart, terwijl dit in december zou starten?'

‘Als ik dan te horen krijg, dat ze gebrek hebben aan ambtelijke capaciteit om de vergunningen op tijd te verlenen of het project te begeleiden, kijken we of we dat uit de flexibele schil kunnen financieren. Dat geldt voor projecten boven de 250 woningen. Het Rijk betaalt daar dan aan mee. We hebben best veel instrumenten om gemeenten te ondersteunen, bijvoorbeeld om een business-case rond te krijgen.’

'En we zetten eigen capaciteit in bij de complexere gebiedsontwikkelingen rond ov-knooppunten en bij aansluitingen op provinciale wegen. Maar heel vaak gaat het om versnelling te krijgen door de stroperigheid in de besluitvorming eraf te halen en net even dat zetje te geven door uitvoeringsproblemen te fiksen.’ 

'We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Ook die aannemer wordt in zijn dorp of stad aangesproken op het veel te trage bouwtempo' 

Hij noemt ter illustratie een woningbouwproject in de Bloemendalerpolder, bij Weesp in de gemeente Amsterdam. ‘Daar hebben we kunnen voorkomen dat de bouw van woningen op een oud volkstuinencomplex nog langer werd uitgesteld door snel extra onderzoek te laten doen naar de aanwezigheid van rugstreeppadden.'

'De Omgevingsdienst heeft die vervolgens snel kunnen beoordelen en een ontheffing afgegeven. Allemaal vóór 1 oktober, want dan gaan rugstreeppadden namelijk in winterslaap. Het zijn kleine bewegingen, maar ze voorkomen wel dat de toekomstige bewoners nog langer op hun huis moeten wachten.’

Een partner zijn voor gemeenten, voor corporaties, ontwikkelaars en bouwers, dat beoogt de gedeputeerde. ‘Want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Ook die aannemer wordt in zijn dorp of stad aangesproken op het veel te trage bouwtempo.'

'Ook zijn medewerkers hebben zonen en dochters, die de deur uit willen. Bovendien moeten ze timmerlieden en metselaars aan het werk houden. Het zijn ondernemers, die risico’s goed kunnen inschatten en graag willen bouwen nu die hele rare inflatie achter de rug is en de markt, althans in onze regio, weer heel voorzichtig aantrekt.’