De BBB is geen noodzakelijke, maar weliswaar een interessante vierde partij voor extra steun in de Eerste Kamer waar de boerenpartij een stevige positie heeft.

Méér regie op wonen en bouwen 

De vier partijen hebben verschillende plannen om de woningbouw te versnellen. Op de PVV na, willen de andere drie partijen met nadruk méér regie vanuit de overheid. Daarbij wijzen ze in samenspraak met provincies of gemeenten bouwlocaties aan. Weinig verrassend is dat álle vier partijen stellen dat de procedures voor nieuwbouw korter moeten. 

De PVV hoopt het woningtekort grotendeels ook op te lossen door niet statushouders, maar ‘Nederlanders’ voorrang te geven op sociale huurwoningen.  

VVD: nieuwe grootschalige wijken, NSC: prominente rol corporatie  

De VVD wil een Bouwakkoord sluiten met bouwers, woningbouwcorporaties en provincies om in ieder geval tientallen nieuwe grootschalige wijken te realiseren. NSC wil concrete afspraken maken met woningcorporaties over de bouw van 350.000 extra huurwoningen. Zij geven ontwikkelaars de ruimte om (betaalbare) koopwoningen te bouwen. De partij biedt ruimte aan nieuwe en flexibele woonvormen en zorgt voor voldoende bouwlocaties. 

Ministerie van VRO, doorbouwgarantie 

De BBB ziet graag de oprichting van een ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en wil een doorbouwgarantie introduceren, waar een Kamermeerderheid al bij aansloot. 

Stikstofregels: van dumpen tot anders meten 

Over de stikstofbelemmeringen zijn de PVV en de BBB duidelijk: de huidige stikstofregels moeten van tafel, om zo meer ruimte te geven voor bouwprojecten. De VVD wil dat ook, maar kijkt naar oplossingen om zo snel mogelijk stikstofruimte te krijgen. NSC sluit aan, maar wil de stikstofregels vervangen door een alternatieve wet die is gebaseerd op vermindering van de uitstoot.  

Straatje erbij krijgt voorrang 

Het viertal lijkt gematigd positief over bouwen buiten de stad. De PVV zoekt het zowel binnen én buiten de stad. De VVD en de BBB willen eerst binnenstedelijk bouwen, maar houden de deur op een kier voor huizen in de landelijke gebieden. Een ‘straatje erbij’ is voor alle vier de partijen geen probleem.  

De PVV, VVD en BBB willen permanente bewoning op vakantieparken toestaan. Alleen NSC is daarop tegen en wil ook het aantal vakantieparken een halt toeroepen, ten gunste van toeristenaccommodaties en kustgebieden. 

Conclusie: in de huidige voorkeurscoalitie van Wilders lijkt binnenstedelijk niet meer heilig. Het stikstofdossier kan mogelijk roet in het eten gooien door rechterlijke uitspraken. Voor grote plannen om de woningbouw te blijven aanjagen lijken in Wilders I de VVD en NSC hard nodig.

Groen en blauw meer centraal 

De PVV besteedt in haar programma nauwelijks aandacht aan de ruimtelijke ordening. De partij wil dijken verhogen en ruimte geven aan rivieren om overstromingen te voorkomen. 

De VVD heeft wel een plan. Zo wil de partij een nieuw Masterplan voor Nederland maken, waarin ze locaties schetsen voor woningen, natuur en bedrijven. Wel lijkt de partij nieuwe bedrijventerreinen te ontmoedigen door te sturen op bodem en water.

Verder focust de VVD op kansen buiten de Randstad en houdt de partij rekening met de gevolgen van klimaatverandering. Onnodige ruimtelijke regels worden geschrapt. 

NSC wil dat Rijk, provincie en gemeenten afspraken maken om bij alle ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen de ontwikkeling van groen evenwichtig mee te nemen. Er moet worden ingezet op ‘robuuste natuurgebieden’. Snippernatuur moet worden tegengegaan, waar natuur verdwijnt moet op een andere plek natuur terugkomen. 

De BBB is ook actief bezig met blauwe en groene structuren als basis voor de omgeving. De partij herintroduceert graag het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Die moet kennisuitwisseling tussen ministeries bevorderen en zorgen voor meer integraliteit. Bij gebiedsontwikkeling stelt de partij hoge eisen aan communicatie met grondeigenaren en participatie. 

Hyperscales 

Waar GroenLinks-PvdA hyperscale datacentra wil tegenhouden en strenge eisen wil stellen aan ‘normale’ datacentra, zijn de VVD, NSC en BBB iets gematigder. De partijen kijken vooral naar duurzame stappen, inmenging met het landschap en afstemming met de leefbaarheid. 

Conclusie: voor de ruimtelijke ordening moet een mogelijk kabinet Wilders bouwen op de ervaring en visie van de VVD en Pieter Omtzigt. Ook de BBB legt de lat hoger dan de PVV en hoopt de ruimtelijke ordening op het hoogste bestuurlijke niveau te borgen. 

Halt op migratie 

Het thema dat voor veel stemmers bepalend lijkt te zijn geweest is migratie. Wilders claimt al sinds mensheugenis dat de wooncrisis een gevolg is van een overvloed aan migranten, die voorrang zouden krijgen op een woning. Vanwege de gevoeligheid van dit thema was samenwerking met de PVV voor veel partijen lange tijd een ‘no-go’. Nu de uitslag duidelijk is zeggen de partijen op zoek te gaan naar overeenkomsten. 

De PVV wil een asielstop en een algeheel beperkt immigratiebeleid. De VVD wil maatregelen treffen om de instroom te verlagen. De BBB wil een asielquotum van 15.000 asielzoekers per jaar (was 224.000 in 2022, red.). NSC wil een quotum van 50.000.

Het aantal asielzoekers dat uiteindelijk binnenkomt, kan met de voorgestelde Spreidingswet 'eerlijker' verspreid worden over gemeenten. De PVV en NSC zijn tegen en ook de BBB stemde eerder tegen de Spreidingswet. De VVD is ook tegen deze verplichting en wil verspreiding met financiële prikkels voor elkaar krijgen. 

Hoeveel impact migratiebeperking heeft op de vrijkomende woningen is voer voor discussie. Volgens de PVV is maar liefst 75 procent van alle woningen die de komende jaren bijgebouwd worden, bestemd voor migranten, maar dat is vooral gebaseerd op de verwachte bevolkingstoename.

Conclusie: in een coalitie met PVV, VVD, NSC en BBB lijkt de deur wagenwijd open te staan voor een harde positie op migratie, waarmee in het dossier knopen doorgehakt gaan worden. In hoeverre de Nederlandse kiezer hier op korte termijn het effect van gaat merken op de woningmarkt en stedelijke voorzieningen, is nog maar de vraag.  

Deur open voor kerncentrales 

De PVV heeft duidelijke energieplannen. De partij wil kolen- en gascentrales openhouden en ziet geen ruimte beschikbaar voor windturbines, zonneparken of biomassacentrales. De PVV is voorstander van kernenergie, maar heeft zich nog niet uitgesproken over hoeveel en waar.  

De VVD voorziet ook een rol voor kerncentrales, maar wel samen met verdere investeringen in zon- en windenergie.  

De partij van Omtzigt neemt diezelfde positie in, met de aanvulling dat windparken enkel op zee worden gerealiseerd en zonnepanelen zoveel mogelijk op daken worden geïnstalleerd. NSC pleit voor twee nieuwe kerncentrales. 

De BBB schrijft in haar programma dat fossiele energiebronnen niet uitgefaseerd kunnen worden zolang duurzame alternatieven nog niet beschikbaar zijn. Nieuwe windprojecten op land worden wat deze partij betreft gestopt. De ontwikkeling en bouw van nieuwe windturbineparken op zee wordt ook een halt geroepen.  

Conclusie: met deze coalitie is kernenergie niet langer een taboe, zo lijkt het. Wind en zonne-energie lijkt niet van tafel, maar hier worden wel duidelijkere eisen aan gesteld om in Nederland efficiënter met de ruimte om te gaan. Om de energietransitie op gang te houden, moet de PVV mogelijk wel afzien van het aanhouden van fossiele centrales.

Verduurzaming wel/niet/hoe? 

De partijen hebben verschillende ideeën over het verduurzamen van woningen. Met name wat betreft de verplichtingen die daarbij komen kijken. 

De PVV ziet überhaupt geen heil in duurzame subsidies. De partij wil SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen. Ook de energiebelasting en btw op energie mogen omlaag. De Salderingsregeling voor zonnepanelen blijft in stand. 

De VVD is een stuk duurzamer. De partij wil verhuurders verplichten om huurkorting af te geven bij niet-duurzame woningen, totdat isolatie is toegepast. Ook wil de VVD nieuwe verduurzamingsleningen voor woningeigenaren realiseren.  

Omtzigts partij benadert verduurzaming vooral als het efficiënter gebruiken van de bestaande bebouwing, met meer aandacht voor woningsplitsing, leegstand en inbreiding. Verder wil de partij investeren in isolatie van huurwoningen en biobased grondstoffen. 

De BBB zegt extra in te willen zetten op de verduurzaming van bestaande woningen door (financiële) stimulering, maar zonder drang of dwang. Om de woningzoekenden en bouwers geen verdere druk op te leggen, is de partij van plan om pas op de plaats te maken met aanvullende duurzaamheidseisen aan nieuwbouwwoningen. De BBB zet voor wat betreft de verdere verduurzaming vooral in op de bestaande woningvoorraad. 

Conclusie: subsidies lijken onder een coalitie met Wilders onder de loep te worden gelegd. Het verduurzamen van woningen zal in dat scenario trager verlopen voor Nederlanders met een lager inkomen. De partijen lijken ook van mening dat de overheid zich richt op bestaande woningbouw, waarbij de verantwoordelijkheid voor duurzame nieuwbouw bij de markt ligt.