Een delegatie die niet onbezocht mocht blijven is die van Singapore. Met hun hoge bevolkingsdichtheid, vergrijzingsgolf en digitale ambities heeft het land parallellen met Nederland. 

Op grote beeldschermen schitterde de demonstratie van hun ‘Open Digital Platform.’ Een zeer geavanceerde digital twin, gemaakt door de Singaporese organisaties JTC and GovTech.  
Het platform toont live-data van het gehele land, zoals elektriciteitsgebruik, vervoersstromen of het weer. Het betreft met name openbare data dat via sensoren of via externe partijen wordt opgevraagd.  

Het model is vooral in gebruik door de Singaporese overheid en heeft al geholpen bij het verbeteren van de fysieke leefomgeving. 

‘In Singapore willen we in de toekomst graag autoloos zijn. Via dit live-model zien we bijvoorbeeld makkelijk waar parkeerplekken leeg blijven, zodat we deze plekken kunnen verbouwen tot andere bestemming’, legt Adrian Chan van GovTech uit. 

Drukte analyseren met machine learning 

Ook machine learning komt om de hoek kijken. ‘We kijken naar de actuele drukte op parkeerplaatsen, beschikbaarheid van elektriciteit en de verplaatsing van de bevolking. Via de automatische berekeningen zien we direct waar we nieuwe laadpalen moeten plaatsen.’  

De digital twin van Singapore. Foto: Joren Bassant

Het model laat zien hoe samenvoeging van technieken al snel kan leiden tot fysieke impact. Dat geluid galmt al langer op de beurs. Voor alle landen lijkt het werk met name te liggen bij het opnemen van technische pilots in grotere systemen.  

‘Wij herkennen dat geluid’, aldus twee Ierse Smart-City-afgevaardigden op de beurs. ‘Pilots worden slecht opgepakt. Naar onze ervaring zijn Ierse steden niet happig om lessen van andere steden gelijk op te pakken. Of ze wachten op de EU die iets oppakt en financiert. Die luiheid moet verdwijnen.’ 

Een Nederlandse partij die aan die oplossing werkt is DMI. Naast alle Nederlandse aanwezigen wijzen ook de experts bij Singapore naar Nederland. Ze geven aan veel van ons ecologische systeem te leren en daarmee lijkt DMI het belangrijkste werk dat Nederland op de expo laat zien.  

Volgens Esther Schoemaker van het Ministerie van IenW is de trip naar Barcelona van grote waarde voor het DMI-ecosysteem om volgende stappen te zetten. 

‘We hebben een groot aantal gemeenten en (internationale) bedrijven kunnen spreken en daarmee echt een visitekaartje af kunnen geven. Een toehoorder vanuit Zweden gaf aan echt verrast te zijn door de manier waarop we binnen het ecosysteem publiek-privaat samenwerken.’

Het Nederlandse paviljoen was volgens Schoemaker een mooi voorbeeld van hoe die samenwerking uitpakt. ‘Een groot aantal partners van DMI was hier aanwezig en heeft kunnen laten zien hoe we met elkaar die slimme, duurzame verstedelijking echt willen gaan versnellen.’

Tijdens het congres sloten twee bedrijven zich aan bij DMI: softwarebedrijf Argaleo en databedrijf Civity.

Het Smart City Expo World Congress (SCEWC) vindt plaats op 7, 8 en 9 november in Barcelona. Talloze landen, bedrijven, onderzoekers en andere visionairs zijn aanwezig om te praten over slimme steden, klimaat en technologie. Sinds maandag is ook een Nederlandse delegatie aanwezig.  

Hyperloop door de binnenstad 

Nieuwe meters lijken ook te ontstaan voor de hyperloop. Een stand op het Nederlandse paviljoen toont een route door Nederlandse steden waar de vacuümtrein in de toekomst mogelijk langs gaat. Op de kaart staan onder meer Groningen, Den Haag en Venlo.

‘Deze conceptroute is onderdeel van een Europees ontwerp voor het hyperloopnetwerk, dat volgens de huidige en toekomstige plannen als ideaal wordt gezien’, vertelt Julia Oomens-Meer van Hardt Hyperloop. Het Nederlandse ontwerp sluit aan bij de al bestaande visie ‘Toekomstbeeld OV 2040’ van de overheid, die investeert in de algemene ontwikkeling van de Hyperloop. NS investeert specifiek in Hardt Hyperloop.

Via een ‘hyperloop-trein’ belanden reizigers straks in een ‘coupé’ met andere reizigers die naar dezelfde bestemming gaan, zonder tussenstops.  

Met de beoogde snelheid van 700 kilometer per uur is een omweg daardoor niet erg, klinkt de uitleg. Daarom is Utrecht op de conceptuele kaart enkel met Amsterdam verbonden. 

Het voorgestelde netwerk van Hardt Hyperloop. Foto: Joren Bassant

Volgens Oomens-Meer is het goedkoper om de hyperloop boven de grond te plaatsen en is er bijvoorbeeld nog ruimte beschikbaar bij snelwegen die dit vrijhielden voor eigen uitbreiding. Maar vanwege de afgesloten buis, magneet- en vacuümwerking moet de Hyperloop ook geluids- en trillingloos in de stad passen.  

‘De hyperloop is daarmee geschikt voor meervoudig ruimtegebruik. De infrastructuur is niet heel breed en kan geschikt zijn voor optopping van studio’s of tiny houses’, vertelt Oomens-Meer. 

In de provincie Groningen wordt al langer aan de Hyperloop gewerkt. Volgend jaar opent een nieuw testtraject, deels gefinancierd met miljoenen euro’s vanuit de Europese Unie.  

‘Het wordt nu tijd om een station te bouwen waarbij we het in- en uitstappen met passagiers gaan testen. Verder is het vooral belangrijk om te communiceren met gemeenten dat deze plannen dichterbij zijn dan ze klinken.’  

Europese prijs voor Breda 

Op woensdag was er vooral feest bij de Nederlandse delegatie. Breda won met de Beter Bereikbaar Applicatie de Living and Inclusion Award. Daarmee wonnen ze van steden in China en Rwanda. 

De app toont basisvoorzieningen op één kaart overzichtelijk in beeld. Het gaat dan om toiletten, rustpunten, maar ook parkeerplekken. Organisatoren kunnen de app gebruiken om eigen informatie toe te voegen aan de basisinformatie van de gemeente.

‘Ik denk dat het succes van steden als Amersfoort en Breda goed laten zien dat ‘smart’ niet alleen van toepassing is voor metropolen’, zegt Peter van Buijtene van onderzoeksorganisatie TNO. Hij kijkt terug op een geslaagd event.  

‘Het is een goede expo geworden met veel aandacht voor het Nederlandse Paviljoen en het DMI-verhaal. Met onze aanwezigheid dragen we graag bij aan de vooroplopende rol die Nederland daarin heeft voor Europa.’ 

SCEWC is netwerkevent 

Het SCEWC blijft ook een netwerkevent, vult Jan-Willem Wesselink, programmamanager van de Future City Foundation, aan. ‘Nergens komen zoveel smartcityspecialisten samen op één plaats.’ 

En dus gaat het event tot laat in de avond door. Bijvoorbeeld tijdens het door de Future City Foundation georganiseerde Diner der Lage Landen voor 150 Vlaamse en Nederlandse deelnemers. Volgens Wim Willems, bestuurslid van de Foundation, leidde dat tot een waardevolle uitwisseling van kennis en gedachten.  

‘De Vlaamse en Nederlandse markt lijken op veel manieren op elkaar, maar op het gebied van smart cities kunnen we elkaar nog versterken. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van elkaars kennis en diensten. En we kunnen leren dat opgaven op verschillende manieren kunnen worden aangevlogen. Dat is heel inspirerend.’ 

Bedrijfssteden in Saudi-Arabië 

Anders dan andere jaren was ook de derde dag een drukke beursdag. Wesselink bezocht de stand van het Saoedische oliebedrijf Aramco. ‘Dat bedrijf heeft veertige slimme bedrijfssteden gebouwd bij zijn fabrieken.’ 

De parallel met de fabriekswijken en -dorpen in Nederland en Engeland zijn opvallend, aldus Wesselink. De steden zien er leefbaar en prettig uit, maar de controle op de arbeiders is enorm. ‘Van fabrieksdorpen uit de vorige eeuw is bekend dat het er prettig leven was, maar ook dat de sociale controle enorm was.’ 

‘Dat is hier compleet “next level smart”. Alles functioneert goed, maar daarvoor is een controlesyteem gebouwd dat inwoners volledig kan monitoren. Die data gaat naar het zogenaamde brein van de wijk, waar een aantal beslissingen semi-autonoom genomen kunnen worden.’  

Voor Wesselink is dat niet de smart city waarvoor hij op het congres komt. ‘Ik vind het een boze droom. Ik geloof meer in de Nederlandse aanpak waar de overheid samen met bedrijven en inwoners samenwerkt. Dat gaat ook niet perfect, maar is op de lange termijn wel de juiste weg.’ 

Dit was het laatste artikel over het bezoek aan Barcelona. Lees hier het eerste en het tweede artikel.