Die drang om te verbinden was te merken aan de grote opkomst op de ‘aftrapevents’. Zo was er het Smart City Business Forum, georganiseerd door veelal Nederlandse partijen zoals RVO. Focus van de dag lag op de energietransitie en hoe bedrijven met hun waarde deze transitie aan kunnen sturen.
Verschillende projecten en innovaties kwamen zichzelf presenteren. Zoals Sensorita, dat sensoren aan afvalcontainers toevoegt, waardoor bedrijven hun afvalstromingen kunnen monitoren en inzetten voor een circulaire markt. Of CubeCo, dat oud beton en het gewonnen sloopwol gebruikt om nieuwe betonnen bouwblokken te maken.
De rijkdom aan pilots laat zien dat steden willen verslimmen. Al kan dat nog beter. ‘Veel pilots schalen niet op omdat data niet is gestandaardiseerd’, zegt Caspar de Jonge van IenW, in een panel op het businessforum. ‘Overheidslagen zijn nog niet goed genoeg gecoördineerd, en bedrijven en overheden moeten beter worden samengebracht.’
DMI, het nieuwe platform waar De Jonge als programmamanager actief bij betrokken is, moet die verbindingen gaan leggen. DMI is een gezamenlijk initiatief met als doel om slimme, duurzame verstedelijking te versnellen: door data vanuit verschillende domeinen te combineren en professionals veel meer te laten samenwerken aan een samenhangende aanpak.
Het is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en tal van andere partijen, en zal zich op het congres internationaal lanceren.
Het Smart City Expo World Congress (SCEWC) vindt plaats op 7, 8 en 9 november in Barcelona. Talloze landen, bedrijven, onderzoekers en andere visionairs zijn aanwezig om te praten over slimme steden, klimaat en technologie. Sinds maandag is ook een Nederlandse delegatie aanwezig.
Naast het verbinden van slimme activiteiten is er veel aandacht voor de balans tussen de markt en overheid. Tijdens een rondetafel over mobiliteit spraken aanwezigen vanuit Nederland, Stockholm en Oslo over laadvoorzieningen voor e-bikes.
De consensus van de sessie was dat gemeenten verantwoordelijkheid, maar ook zeker een belang hebben om het parkeren en laden van e-bikes te faciliteren. Nu wordt dit meestal aan de markt overgelaten. ‘Gebrekkige laadvoorzieningen zijn nog een te groot probleem in het verplaatsen van autobezitters’, klonk het.
Businesscases missen
De discussie over ‘wie het gaat betalen’ klonk ook op andere plekken. In een interactieve sessie over circulariteit spraken deskundigen uit Finland over hun voortgang. Het publiek benoemde in de interactieve sessie obstakels, onder meer in wetgeving, het opslaan van materialen en het missen van platformen.
‘Maar ook businesscases die tekortschieten’, klonk het. Op dat vlak kon Nederland iets leren. Hoewel de aanscherpende MPG-score onze sterke kracht is, zo klonk het binnen de discussie, kunnen wij ook leren van buitenlanden.
Met name de Scandinavische landen lopen vooruit op businesscases waarin overheid en bedrijven samenwerken aan circulaire plannen. ‘In het buitenland gaan overheid en bedrijven beter samen het risico aan’, klonk het.
Duurzame winst berekenen
Tussendoor krioelde het op het businessforum van innoverende pilots. Sophia Sundberg uit Zweden vertelde over het werk van Barkarby Science. Zij gebruiken AI om te berekenen welke duurzame maatregelen de meeste winst halen uit een dak: zonnepanelen, groen, of toch wateropvang?
Gregoire Piette uit Frankrijk vertelde over CoTown: een community concept waarbij bewoners speciale tokens krijgen om duurzame activiteiten voor hun buurt te ondernemen. Ook bedrijven zijn hierbij aangesloten. In Nederland is CoTown actief in Heerlen en Amsterdam.
Tegelijkertijd met het businessforum werd door de Future City Foundation in samenwerking met de Impact Coalitie Safety & Security het event ‘De livable and safe smart city’ georganiseerd. Deelnemers vanuit verschillende Europese landen praten over slimme oplossingen voor veiligheid in de openbare ruimte, zoals dronedetectie en crowdmanagement.
Een terugkerend geluid daarbij was de roep om meer bewustzijn bij gemeenten en andere overheden over dit onderwerp. Zoals een van de deelnemers zei: ‘De overheid snapt nog steeds niet wat de echte impact van het internet is.’
Zo vliegen er steeds meer drones door steden heen waarvan niet duidelijk is wat ze doen. Meer kennis en beleid is nodig, volgens de deelnemers.
Hetzelfde gold voor online gedreven verstoring van de openbare orde. ‘Daar zijn de online en fysieke wereld zo met elkaar verweven, dat het niet meer als twee werelden gezien kan worden, maar bij gemeenten zijn er nog te weinig online buurtwerkers die daar de hangjongeren helpen’, zei Jan-Willem, programmamanager van Future City.
Lees hier het tweede en het derde artikel.