Het verduurzamen van het wagenpark is een complexe opgave, zegt de gemeente Leiden tegen Stadszaken, zeker waar het gaat over de zware vrachtwagens met kraan en persmechanisme voor ondergrondse afvalcontainers.
Die vrachtwagens vragen heel veel stroom en zeer zware accupakketten. ‘Voor deze voertuigen zijn op dit moment nog geen goede emissieloze alternatieven beschikbaar.’
Nijmegen is al wel de gelukkige bezitter van een hybride haak/kraan voor het ledigen van de ondergrondse containers in de zero-emissiezones (ZES). Begin volgend jaar volgt een vuilniswagen en een kolkenzuiger. Maar dan zijn de gemeente en de toeleveranciers er nog niet.
‘Verder zijn niet alle voertuigen al te verkrijgen in een emissieloze uitvoering en zijn die voertuigen die er wel zijn een stuk duurder en moet er goed gekeken worden waarin wordt geïnvesteerd.’
Voor Dordrecht geldt niet alleen het gebrek aan een geschikt aanbod. ‘Het wagenpark wordt vervangen op basis van afschrijving. Jaarlijks worden er daarom maar een aantal vervangen.’
Voorlopers ook niet 100 procent uitstootvrij
Zelfs Eindhoven, Utrecht en Amsterdam, voorlopers op het gebied van ZES, hebben moeite met het aanschaffen van voldoende wagens, of met de aanleg van laadinfrastructuur.
Eindhoven heeft de meeste handhavingsvoertuigen al elektrisch en voor de gemeentelijke afvalophaaldienst Cure rijden nu vijftien voertuigen elektrisch.
‘Cure is hiermee koploper in Europa en heeft de grootste vloot emissieloze voertuigen van alle Europese afvalinzamelaars én zal voor 2030 alle voertuigen vervangen door uitstootvrije voertuigen’, zegt de gemeente tegen Stadszaken.
Amsterdam kwam eerder in het nieuws wegens de aanschaf van nieuwe vuilniswagens op diesel. Netcongestie op één van gemeentewerven speelde een grote rol.
Eerst werden er 37 vuilniswagens op diesel aanbesteedt, al werden dat onder druk van de gemeenteraad uiteindelijk 27. Minder was niet mogelijk volgens het stadsbestuur, omdat netcongestie roet in het eten gooit.
De nieuwe Amsterdamse dieselaangedreven trucks vallen onder een uitzonderingsregel, waardoor de gemeente vijf jaar lang kan doorrijden. Daarna worden de trucks afgeschreven. Vanaf 2026, een jaar na het ingaan van de ZES, denkt Amsterdam dat 35 van de 135 vuilniswagens op batterijen rijden.
In Utrecht, waar emissievrije boten het afval in de binnenstad ophalen, is de helft van de 391 gemotoriseerde voertuigen batterij-elektrisch aangedreven. Ook die stad moet het de komende jaren nog doen met de uitzonderingsregels. ‘De planning is dat voor 2030 alle voertuigen emissievrij zijn.’
Deventer meldt dat de stad zes van de achttien auto’s op batterijen heeft rijden, waarvan drie plug-in hybrides. ‘We willen verder elektrificeren, maar dat hangt nu vast op gebrek aan laadpalen.’ Ook Assen is nog niet zover.
Een aantal gemeenten, waaronder Delft, geven aan dat ze geen vrachtwagens in het bezit hebben. Op die manier ligt de verantwoordelijkheid voor een uitstootvrij wagenpark bij de leverancier van bijvoorbeeld vuilnisophaaldiensten.
Dat geldt ook voor Amersfoort, die trots meldt dat het eigen wagenpark van de gemeente volledig elektrisch is aangedreven en daarmee al uitstootvrij is.
Waterstof te laat en te duur
En dan waterstof. Dat kan zich nog niet op grote belangstelling verheugen. Koploper is Groningen. Daar rijden enkele personenauto’s, busjes en vuilniswagens op waterstof. De stad werkte daarin samen met onder meer Amsterdam, Helmond en Breda, die nu één vuilniswagen op waterstof heeft rijden.
Samen met enkele buitenlandse steden testen de gemeenten in totaal vijftien vuilniswagens op waterstof. De hoofdstad trok zich vorig jaar terug, maar een woordvoerder zegt tegen Stadszaken de ontwikkelingen nog wel te volgen. Zij het met een kritische noot:
‘Voor inzamel- en andere speciale voertuigen moet de techniek nog verder ontwikkeld worden om toepasbaar te zijn. Experts verwachten dat oplossingen nog circa zeven jaar op zich laten wachten. Daarnaast is ook de ombouwtijd van dieselwagens naar waterstof een lang en onzeker proces.’
Daarmee zijn ze de enige, want andere ZES-gemeenten zien geen heil in waterstof, blijkt uit de rondgang. Zo is een pilot in Gouda gestopt en zeggen Hoorn en Enschede helemaal geen waterstofwagens te willen aanschaffen. Voor Almere speelt dat laadinfrastructuur straks beter voorhanden is dan waterstof, ondanks netcongestie op de termijn tot 2030.
Andere alternatieven
Maastricht gooit het over een andere boeg. De stad zegt dat het ook lastig is om aan voldoende elektrische wagens te komen. Al rijden inmiddels 30 van de 230 voertuigen batterij-elektrisch. Dan gaat het vooral om personenwagens.
Voor grotere voertuigen, zoals trucks en veegmachines, heeft de gemeente gekozen voor HVO 100 (Hydrotreated Vegetable Oil). Het is een tijdelijke oplossing, want HVO 100 is niet helemaal uitstootvrij. Maastricht heeft dan ook een vervangingsplan opgesteld.
‘Daarbij ervaren we dezelfde uitdagingen als veel andere bedrijven: aanleg van laadinfrastructuur voor een groot en divers wagenpark en het voorhanden zijn en tijdig leveren van elektrische voertuigen.’
In Haarlem is vooralsnog voor de zwaardere wagens overgestapt op HVO diesel. ‘Waardoor de netto CO2 productie (well to wheel) sterk gereduceerd wordt.’ Vrachtwagens op batterijen is nog geen optie, omdat Haarlem kleinere vrachtwagens rijdt, waarvoor nog geen elektrische alternatieven zijn.
Arnhem, waar 20 procent van het gemeentelijke wagenpark emissieloos rijdt en de rest op groen gas, heeft nog een ander alternatief op batterij-elektrisch: ‘Niet te vergeten, Arnhem heeft het schoonste openbaar vervoer van Nederland, vanwege de elektrische trolleybussen, ook al zijn die geen eigendom van de gemeente.’
De rondgang onder gemeenten is uitgevoerd tussen juli en oktober. Het kan zijn dat sommige gemeenten inmiddels verder zijn in de transitie naar uitstootvrije voertuigen. Van de dertig gemeenten die we hebben gevraagd te reageren, bleef een antwoord uit van Rotterdam, Alphen aan den Rijn, Tilburg (voor een indruk, lees dit artikel uit 2022), Zaanstad en Zwolle. |