In tegenstelling tot ruimte voor wonen leven bij de meeste politieke partijen de thema's bedrijventerreinen, werklocaties en ruimte voor werk niet zo sterk. Dit terwijl er wel erkend wordt dat er sprake is van strijd om de ruimte, een tekort aan locaties en dat er keuzes moeten worden gemaakt.
Lezing van alle partijprogramma’s door Cees-Jan Pen, lector De ondernemende Regio aan de Fontys Hogeschool en Stadszaken, leert dat er de nodige aandacht is voor maken en industrie en in met name de relatie tot de breed omarmde circulaire ambities. Toch wordt er volgens Pen, (lees ook zijn reactie: ‘Politiek zet in op een minister van Leefomgeving en Ruimte’) geen ruimtelijk vertaling gemaakt in de partijprogramma's.
Zo benadrukt de Partij voor de Dieren (PvdD) zelfs om circulaire bedrijven en wonen meer te mengen, terwijl het PBL recent nog adviseerde dat de transitie naar de circulaire economie juist vraagt om uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen.
De ruimtelijke kant en vooral extra ruimtevraag die de transitie naar de circulaire economie met zich meebrengt, blijft een blinde vlek en staat niet op het netvlies van de politieke partijen.
Alleen de PvdA/GL en Nieuw Sociaal Contract (NSC), dat dinsdag haar partijprogramma presenteerde, gaan echt in op bedrijventerreinen. PvdA/GL wil zelfs een aanjaagprogramma bedrijventerreinen. Ook is de linkse partij de enige die serieus werkt maakt van de wens meer, beter en duurzamer gebruik te maken van bestaande bedrijventerreinen.
De partij van Pieter Omtzigt heeft in zijn programma een speciale paragraaf opgenomen over ruimte voor economie, ook al richt deze zich niet specifiek op bedrijventerreinen. Wel worden in het programma van bedrijventerreinen aangestipt bij het herstellen van de biodiversiteit in Nederland.
‘Natuurversterkend bouwen wordt de nieuwe norm, zowel op bedrijventerreinen als bij nieuw te ontwikkelen woonwijken’, schrijft de partij in haar verkiezingsprogramma.
Veel partijen, zoals de VVD, willen de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen ontmoedigen door meer te sturen op bodem en water. Ook willen de liberalen dat er wordt ingezet op een bouwakkoord waar de functiemix - en niet alleen wonen - centraal staat. Alleen wordt niet duidelijk of zij denken aan concrete doelstellingen die vergelijkbaar zijn met woningbouwdoelen, wat betreft ruimte voor werken.
Compacte bedrijventerreinen
De PvdD legt in lijn met het brede welvaartsdenken op haar beurt de focus op de toegevoegde waarde van werkgebieden. De dierenpartij wil leegstaande bedrijfsruimte en bedrijventerreinen zonder toekomst transformeren naar groene woonbuurten. Bij herstructurering van bedrijventerreinen moet volgens de partij van lijsttrekker Ouwehand (drie)dubbel ruimtegebruik het uitgangspunt zijn waardoor ze veel compacter worden en uitbreiding niet nodig is.
Wat ook opvalt, is dat alleen de Boer Burger Beweging (BBB) ingaat op het beter huisvesten van arbeidsmigranten op bedrijventerreinen. Andere partijen hebben in hun programma’s wel veel aandacht voor dit probleem, maar leggen niet of nauwelijks een link met bedrijventerreinen, waar toch veel arbeidsmigranten werkzaam zijn.
CDA is hier een kleine uitzondering op. De partij pleit voor invoering van een effectieve, randvoorwaardelijke bedrijfseffectrapportage die iedere gemeente moet uitvoeren, voordat een bedrijf zich ergens vestigt.
Volgens de christendemocraten moet aan de juiste voorwaarden worden voldaan, om zo te voorkomen dat nieuwe distributiecentra gebruik maken van met name laagbetaalde arbeidsmigranten, maar verder nauwelijks iets toevoegen.
In de meeste partijprogramma’s wordt summier ingegaan op de brede maatschappelijke ophef rondom de verdozing van het landschap en welke maatregelen nodig zijn.
NSC meldt dat grote nieuwe distributiecentra alleen nog mogen worden gebouwd op een beperkt aantal locaties in Nederland. De BBB zegt op haar beurt dat data- en distributiecentra moeten opgaan in het landschap.
BBB en D66: 'gebouwen die in het landschap passen'
Ook wil de partij van Caroline van der Plas dat onderzoek wordt verricht naar de toekomstige ondergrondse bouw van distributiecentra en datacenters. Groei van deze centra moet worden afgestemd op de Nederlandse behoefte.
Vanuit het kamp van D66 klinkt een overeenkomstig geluid. De partij wil dat dat bij de komst van deze gebouwen strikte ruimtelijke kwaliteitseisen gesteld worden waardoor er gebouwen ontstaan die passen in het landschap.
Hierbij kan volgens de partij van lijsttrekker Jetten gedacht worden aan het verdiept aanleggen, kleurgebruik of groene gordels.
Kleine opmerkelijke passage is verder dat de democraten bij de bevoorrading van steden voorstander zijn landelijke regie bij de totstandkoming van logistieke hubs aan de randen van steden.
D66 wil landelijke regie op logistieke hubs
BBB op haar beurt ondersteunt de komst van logistieke hubs nabij woonkernen, zodat ook kleine ondernemers die van belang zijn in deze woonkernen, bevoorraad kunnen blijven worden na de invoering van de zero emissie-zones in 2025.
NSC is de enige partij die in het programma iets zegt over het ruimtelijk-economisch beleid in Nederland. Die is volgens de partij van oudsher met name gericht op het belang van de mainports Rotterdam, Schiphol en Brainport Eindhoven.
De partij van Omtzigt wil dat er daarnaast meer oog komt voor de sterke regionale innovatieclusters van kennisinstellingen, onderwijs, bedrijfsleven en overheden in de verschillende regio’s, zoals Food Valley, Twente of Chemelot. ‘Vaak vormen deze clusters afzonderlijk en tezamen cruciale schakels in de nationale of Europese maakindustrie’, aldus NSC.
Volt: 'inzetten op energyhubs'
Volt Nederland breekt merkwaardig genoeg als een van de weinige politieke partijen een lans voor energyhubs die slimme verbindingen leggen tussen producenten en afnemers van verschillende soorten duurzame energie. Daarmee vermindert de druk volgens de partij op het bestaande elektriciteitsnet en zijn bedrijventerreinen in staat om verder te groeien en te verduurzamen, ook in gebieden met (dreigende) netcongestie.
‘Daarvoor moet er versneld uitvoering worden gegeven aan de overheidsplannen die hiervoor klaarliggen.'
‘Politiek zet in op een minister van Leefomgeving en Ruimte’Cees-Jan Pen zegt in een reactie dat het helaas niet geheel onverwacht is dat thema’s als ruimte voor werk en bedrijventerreinen niet leven binnen de politieke partijen. ‘Bij de afgelopen Provinciale Staten Verkiezingen zag je helaas een vergelijkbaar beeld. Ik snap dat de woningnood chefsache is, maar een steeds schevere balans tussen wonen en werken schaadt de aantrekkelijkheid van steden, zorgt voor extra pendelverkeer en leidt tot onbereikbare banen voor met name praktijkbanen en meer praktisch geschoolden.’ Pen, die met Stadszaken de diverse politieke programma’s doorspitte op ruimte voor werk en bedrijventerreinen, durft best de stelling aan dat de kans groot is dat er weer een minister van Wonen en Ruimte komt. 'Kies voor een minister van Leefomgeving en Ruimte in plaats van de veel te grote nadruk op wonen. De woningnood kan alleen worden aangepakt vanuit een ruimtelijke ordeningsvisie, waar alle ruimteclaims en zeker wonen en werken integraal worden afgewogen. Een aparte minister van wonen of die vooral met wonen bezig is, geniet meestal de voorkeur terwijl partijen erkennen dat sprake is van strijd om ruimte voor werk, een tekort aan locaties en er keuzes moeten worden gemaakt.’
De lector voelt veel meer voor een minister van Leefomgeving en Ruimte die de kaders uitzet met mogelijk een staatssecretaris of een minister van Wonen daaronder. ‘Inhoudelijk is dit spannend, want te veel nadruk op woningen bouwen, bouwen, bouwen dreigt ten koste te gaan van vooral ruimte voor werk en het verlengde daarvan ook het groen en het landschap. Binnen de bebouwde kom zal minder ruimte zijn voor werken waardoor de druk op nieuwe bedrijventerreinen alleen maar toeneemt. Ik vrees ook dat het programma ruimte voor economie van Micky Adriaansens te laat is gekomen en helaas veel boodschappen vanuit SKBN nog moeizaam de landelijke politiek weten te vinden.’ |
Verkiezingsprogramma's
Lees hier de volledige verkiezingsprogramma's van VVD, NSC, Groenlinks-PvdA, PVV, BBB, PvdD, D66, SP, CDA, FvD, ChristenUnie, Volt, Denk, SGP, JA21, BIJ1 en 50PLUS.