In het ruimtelijk beleid op stadsniveau is nog vaak sprake van sectoraal denken en van sectorale planvorming, waarbij de verschillende belangen op het gebied van onder meer economie, natuur en mobiliteit veelal in aparte beleidsvisies en -afdelingen worden behartigd. Gevolg is een sectorale aanpak van planprocessen. Bij losse projecten wordt vaak ingezet op het benutten van kansen voor samenhang en integratie van maatregelen en investeringen. De extra effectiviteit door kansen vanuit hogere schaalniveaus en een bredere groep van actoren wordt vaak gemist.

Systeembenadering

Een systeembenadering is een denkmanier om verschillende ruimtelijke aspecten in een vroeg stadium met elkaar te verbinden om zo tot meervoudige oplossingen te komen. Dat biedt dus ook mogelijkheden om de meerwaarde van ecosysteemdiensten te benutten. Oplossingsrichtingen en aanknopingspunten van verschillende maatschappelijke thema’s op stadsniveau kunnen helpen bij het beter benutten en toepassen van ecosysteemdiensten. Die kunnen richting geven aan de omvorming en het toespitsen van het begrippenkader op de stedelijke omgeving. Ook op andere wijze kunnen maatregelen met betrekking tot klimaatadaptatie op basis van ecosysteemdiensten voordelen hebben voor drinkwater, stadslandbouw, zorgboerderijen, sport en beweging, energieopwekking en vervoer over water.

‘Benutting van natuurlijk kapitaal in een stad is een verbindend concept’

Natuurlijke Alliantie

Een kansrijke methode voor een systeemaanpak is die van de Natuurlijke Alliantie, met als uitgangspunt de eenheid van bodem, water en groen. Kennis, ervaring en ambities vanuit deze thema’s worden in het hele proces gecombineerd en geïntegreerd. De benadering verhoogt zowel de kwaliteit als het draagvlak van ruimtelijke interventies. Dat betekent onder andere dat voor het realiseren van maatschappelijke opgaven op stedelijk niveau analyses op regionaal schaalniveau moeten plaatsvinden. Zonder regionale context is bijvoorbeeld het watersysteem van een stad vaak niet te begrijpen. In Breda is de methode Natuurlijke Alliantie toegepast voor het ontwerp en de realisatie van een klimaatadaptieve hoofdstructuur, die richting geeft aan (her)inrichting van deelgebieden en van de maatregelen die daarin worden uitgevoerd.

Kansen

Maatregelen voor klimaatadaptatie dienen aan te sluiten bij de mogelijkheden van het natuurlijke systeem – dat is ook de basis van de aanpak ‘Natuurlijke Alliantie’. Daarom is voor Breda allereerst een kaart gemaakt van de landschappelijke onderleggers van Breda. Die ‘onderleggerkaart’ is als basis gebruikt om een zogeheten ‘Natuurlijk Kapitaal Kansenkaart’ op te stellen. Op deze kaart worden suggesties gegeven voor ecosysteemdiensten (zie figuur). Die ondersteunen niet alleen de realisatie en het beheer van de stadsstructuur, maar vormen ook een pijler voor klimaatadaptatie. Het gaat hierbij vooral om ideevorming, waarbij klimaatadaptatie samen kan gaan met het adresseren van andere maatschappelijke opgaven. Bewoners, bedrijven en andere partners zijn hierbij nog niet betrokken; dat komt later bij het concretiseren van de verschillende projecten.

Kwaliteit en dynamiek

In Breda ligt de Oostflank, onderdeel van de binnenstad, waarvoor een grote herinrichting gepland staat. Deze herinrichting hangt samen met de vernieuwing van een hoofdriool. Eén van de vijf doelen voor de ontwikkeling van dit gebied is klimaatadaptatie. De planontwikkeling was al fors op weg met plannen voor vergroening van het gebied en vermindering van parkeerplaatsen. Met behulp van de ’Natuurlijk Kapitaal Kansenkaart’ is een alternatief voorgesteld voor een deel van de Oostflank, de Veste. In het alternatief wordt de vroeger aanwezige gracht weer opengemaakt. Met deze ingreep kan hittestress worden bestreden (aanvoer koele lucht) en kan wateroverlast worden vermeden (betere waterafvoer door de stad heen en extra waterberging).
Ook verbetert de gracht het ecologisch functioneren en wordt door een betere doorstroming en meer routes de waterkwaliteit van het hele watersysteem verhoogd. Extra kansen voor ecosysteemdiensten ontstaan door de realisatie van hoogwaardige verblijfsfuncties en een betere bereikbaarheid. Met deze ingrepen kan de hogere stadsdynamiek van de Westflank zich uitbreiden naar de Oostflank en zorgen voor meer levendigheid in de hele binnenstad.

Verbindend concepten
In een wijk van Breda hebben gemeente en bewoners samengewerkt om de biodiversiteit in de wijk te verhogen en het boomonderhoud te verbeteren. Dit proces draagt bij aan de vermindering van de sociale problematiek. In Apeldoorn is WKO gecombineerd met het schoonmaken van bodemverontreiniging. Het resterende water ]wordt benut als proceswater voor bedrijven, en ook om een sprengenbeek aan te vullen. Een daktuin op een ziekenhuis in Rotterdam draagt bij aan waterberging en verkoeling. Op de tuin worden groenten gekweekt; patiënten leren koken met deze groenten om hun voedingspatroon te verbeteren als onderdeel van hun genezingsproces.

Conclusies

Uit de pilot blijkt dat een gerichte ontwikkeling voor een specifiek deelgebied klimaatrisico’s kan verminderen. Niet alleen voor het gebied zelf, maar ook voor de stad en de regio. Voorwaarde is dat wordt uitgegaan van een systeembenadering op een hoger schaalniveau. De pilot in Breda toont aan dat bestuurders met het benutten van de combinatie van het natuurlijk kapitaal, klimaatadaptatie en de Natuurlijke Alliantie een verbindend en sectorale grenzen doorsnijdend concept in handen hebben.

Ir. V. Grond (vincent@grondrr.nl) is zelfstandig landschapsarchitect (bureau GrondRR), Dr. R. Westerhof is partner van ORG-ID, Drs. G. van Eijsden is projectleider bij RWS/ Bodem +, ing. V. Kuiphuis is beleidsadviseur gemeente Breda.