Het stadsbestuur schrijft aan de gemeenteraad dat ontwikkelaars ook in Utrecht het lastig vinden om de business case rond te krijgen. Door inflatie, met daardoor hoge energieprijzen en loonsverhogingen, zijn de bouwkosten gestegen en consumenten kunnen minder lenen vanwege de hogere hypotheekrente. 

Samen met ontwikkelaars is vervolgens gekeken welke projecten voldoen aan de Startbouwimpuls (Sbi). Dan gaat het onder meer om de start van de bouw, uiterlijk in 2025 en oplevering, behoudens uitzonderingen, in 2028. De maximale gevraagde Rijksbijdrage per woning is 12.500 euro. 

Het moet ook gaan om permanente woningen. Die aanscherping maakte woonminister De Jonge eind augustus. Toen maakte hij ook bekend dat er al bijna 2.200 projecten uit 246 gemeenten waren aangemeld, goed voor 260.000 woningen. 

Aanvraag voor toonaangevende projecten 

Onder de projecten die in aanmerking komen, zijn ook enkele prestigeuze projecten: de herontwikkeling van de voormalige gevangenis Wolvenplein en de projecten Kruisvaartkade met 306 woningen nabij Utrecht Centraal Station en Havengebouw Smakkelaarspark, met 115 woningen pal naast het spoor aan de binnenstadzijde. 

Ook voor de hoogbouwplannen van MARK, in Leidsche Rijn, vraagt de gemeente een Sbi aan. Daar moeten bijna duizend nieuwe woningen verrijzen, waaronder 59 procent betaalbaar.  

De woningbouwplannen aan de in Merwedekanaalzone, in deze fase 3.472 woningen, waaronder 56 procent betaalbaar, heeft de gemeente gebundeld in vijf aanvragen voor de Sbi. 

Onzelfstandige wooneenheden 

Eén project baart de gemeente extra zorgen. De Kwekerij fase 4 van ontwikkelaar SSH/Jebber omvatte 400 onzelfstandige wooneenheden. Om in aanmerking te komen voor de Sbi, moest dat worden aangepast naar 200 zelfstandige en 200 onzelfstandige woningen. 

De aanvraag voor de Sbi moet gelijk zijn aan de BAG (basisregistratie adressen en gebouwen). Utrecht vindt dat een lacune in de regeling, omdat zo studentenhuisvesting niet in aanmerking komt. ‘Een segment waar vanuit financiële haalbaarheid een impuls zeer wenselijk is.’