De ministerraad is op voorstel van minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) akkoord gegaan met het Programma Ruimte voor Economie waarin een nationale aanpak staat voor deze ruimtelijk-economische uitdagingen. 

Dit nationale programma is eerder in oktober 2022 aangekondigd door het kabinet. Hierin is ook rekening gehouden met de nu al toegenomen vraag naar ruimte voor bedrijvigheid die neerkomt op een uitbreidingsbehoefte van jaarlijks 700 hectare tot en met 2030, meldt de Rijksoverheid op haar website. 

Van 2,6 naar 3 procent

Bedrijven nemen nu 2,6 procent van de Nederlandse oppervlakte exclusief water in. Woonruimte beslaat 7,2 procent, natuur is goed voor 14,9 procent en agrarisch terrein beslaat 66,3% aan fysieke ruimte. Het kabinet verwacht dat bevolkingsgroei, verduurzamingsambities en de doelstelling van een circulaire economie in 2050 een groei van circa 15 procent (van 2,6 naar 3 procent) vergt qua fysieke ruimte voor bedrijvigheid op campussen, scienceparken en bedrijventerreinen.

Verduurzaming en digitalisering veranderen volgens Adriaansens niet alleen onze maatschappij, maar vragen ook meer fysieke ruimte. ‘Denk aan de innovatieve hightech maakindustrie, een sterk groeiende energie-infrastructuur met batterijen en waterstofproductie of de grondstofverwerking en -opslag die nodig is voor een circulaire economie. 

Daarom gaat het kabinet met een programma landelijk regie voeren op voldoende economische ruimte. Doel is om te voorkomen dat bedrijven door ruimtegebrek niet hierheen komen of vertrekken, we klimaatdoelen niet halen of dat er te weinig locaties zijn waar innovatieve onderzoekers en startups kunnen samenwerken’, aldus Adriaansens op de site van de Rijksoverheid.

Bevolkingsgroei, energietransitie, circulaire economie en digitalisering

‘Voor een deel is de extra benodigde ruimte een gevolg van de bevolkingsgroei: de beroepsbevolking groeide in het afgelopen decennium met ongeveer 1,3 miljoen mensen naar 9,7 miljoen. Ook economische veranderingen spelen een rol. 

Voor de transitie naar een duurzaam energiesysteem zijn batterijen, transformatoren, windparken, waterstoffabrieken en hoogspanningslijnen en -stations nodig. Fossiele brandstoffen vervangen door duurzame vraagt - in elk geval tijdelijk - om extra ruimte op werklocaties’, schrijft het kabinet. 

Dat vervolgt: ‘Een circulaire economie gaat gepaard met grondstofverwerking en -opslag voor hergebruik. Als gevolg van e-commerce, digitalisering en de omslag naar een circulaire economie zijn er zowel een toekomstbestendig logistiek netwerk als logistieke bedrijven nodig.'

‘Geopolitieke ontwikkelingen nopen tot het aanhouden van strategische voorraden en een Nederlands aandeel in de productie- en distributieketen van kritieke grondstoffen en halfproducten.’

Pilots voor beter benutten en verduurzamen

Als onderdeel van het Programma Ruimte voor Economie zet de minister ook in op een aanpak die moet leiden tot een betere benutting van de infrastructuur, ruimte én verduurzaming van bedrijventerreinen. 

Middels een 10-tal pilots moet ervaring worden opgedaan met het op een effectievere manier van organiseren en financieren hiervan. Voor de eerste stap stelt het ministerie van EZK 9 miljoen euro beschikbaar. ‘Voor de pilots geldt als voorwaarde dat de provincies minimaal hetzelfde bedrag aan middelen investeren in kansenzones/bedrijventerreinen’, schrijft Adriaansens in een brief aan de Tweede Kamer.

Ze schrijft in nauwe samenwerking met alle betrokkenen - andere ministeries, gemeenten, provincies, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, campusorganisatie en ondernemers - het Programma Ruimte voor Economie te willen gaan uitvoeren.

Het kabinet komt, naast het programma, begin volgend jaar voor het eerst met een nationale Ruimtelijke Verkenning Economie om bedrijvigheid in te kunnen passen in de bestaande ruimtelijke visies, die er zijn op terreinen als woningbouw, mobiliteit, natuur en klimaat en energie.

Meer weten over het Programma Ruimte voor Economie? Meld u aan voor het BT Event. Meer informatie over het programma en aanmelden op www.btevent.nl

Reacties Ruimte voor Werken

  • Theo Föllings, voorzitter kennisalliantie SKBN: ‘Bedrijventerreinen geen weeskindje meer’ 
    ‘In het licht van de beeldvorming over bedrijventerreinen en vooral te midden van alle ander ruimteclaims, vind ik het heel knap dat de minister van EZK een extra benodigde ruimtebeslag van de huidige 2,6 naar 3 procent voor economie in het nationaal programma Ruimte voor Economie te krijgen. De ministerraad is daarmee akkoord gegaan en dit zal dan ook de inzet zijn voor de Nota Ruimte.’

    'Die 15 procent extra ruimte is keihard nodig in het licht van bevolkingsgroei en de transitie naar een circulaire economie. Die vergt richting 2050 – het moment we volledig circulair moeten zijn – veel extra ruimte. En dan nog is de ruimte die bedrijventerreinen innemen in vergelijking met landbouwgrond, thans 66,3 procent van de fysieke ruimte in Nederland, beperkt.

    ‘De vraag hoeveel ruimte werklocaties in de toekomst echt vragen, hang af van de mate waarin we er met z’n allen in slagen bestaande ruimte beter te benutten. En ook daarvoor wordt in het programma een voorzet gegeven met tien pilots voor beter benutten en verduurzamen. De mate waarin dit gaat lukken is afhankelijk van instrumenten die we daarvoor gaan inzetten. Die pilots zijn een eerste stap.’

    ‘Ik ben blij dat de minister drie regionale ontwikkelingsmaatschappijen bij naam (de OMU, OMG en HMO) noemt, die nu al goede resultaten behalen en voor een belangrijk deel laten zien dat investeren in beter benutten en verduurzamen rendeert. De maatschappelijke opbrengst heb ik dan nog niet eens genoemd. Natuurlijk hopen we dat de pilots snel opgeschaald kunnen worden en een nieuw kabinet ook middelen beschikbaar stelt voor herontwikkeling, als investering.’

    'Van strategisch economisch belang is de paragraaf over campussen en innovatiedistricten. De minister wil extra ruimte scheppen voor doorgroei van startups naar scaleups. Hier liggen miljoenen vanuit de markt klaar om geïnvesteerd te worden. Maar met namen de hardware komt tot nog toe soms lastig tot stand. Het is goed dat de nationale overheid daar een meer sturende rol in wil vervullen.'

    'De SKBN is verguld met dit programma. Het is nu tijd voor dit nog abstracte verhaal uit te werken in concrete acties. Dat is geen geringe opgave voor een dossier dat afgelopen 15 jaar non-existent was bij de nationale overheid.'

    'We kijken uit naar een rijksbeleid met instrumenten dat complementair is aan het beleid van provincies en gemeenten. De komende periode trekken we graag samen met het Rijk, het bedrijfsleven, provincies, gemeenten én de vastgoedmarkt op het programma verder te concretiseren zodat het ook tijdens de coalitievorming een plek kan krijgen in een nieuw regeerakkoord. 
    Daarmee zijn bedrijventerreinen geen weeskindje meer, maar geadopteerd zou je kunnen zeggen.' 
     
  • Gregor Heemskerk, partner Twynstra Gudde: 'Laddertoets ook inzetten bij transformatie'
    ‘Allereerst hulde voor het ministerie dat dit programma er ligt. Aandacht voor werklocaties is hard nodig. Het gaat om het toekomstige verdienvermogen van ons land. De minister schrijft dat het beter benutten van deze bestaande ruimte voor economische activiteit (‘verdichting’) de basis vormt voor ontwikkelruimte naar de toekomst.’

    ‘Voor verdichting is herstructurering nodig. De ervaring van de laatste decennia leert ons dat de markt herstructurering niet oppakt, of het nu om glastuinbouw, vakantieparken of bedrijventerreinen gaat. Daarom pleit ik voor verder invoeren van provinciale uitvoeringsorganisaties zoals die nu al succesvol zijn in Utrecht (OMU NV) en Overijssel (HMO NV) met bijbehorende revolverende fondsen. Het Rijk dient hiervoor fondsen te geven aan de provincies.’

    'De minister besteedt verder speciale aandacht in het programma voor campussen en de doorgroeimogelijkheden van startups en scale-ups. Deze zijn belangrijke spelers in onze kennisregio's. De huisvesting van startups en scale-ups heeft bijna altijd een onrendabele top. Simpelweg omdat startups geen marktconforme huur kunnen betalen. Dat betekent dat de overheid de businesscase van incubators moet steunen. Ook hiervoor dient een publiek investeringsfonds te worden opgericht. De regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs) zijn hier goed voor ingericht om een dergelijk fonds te managen. Ik pleit er dan ook dit bij de ROMs onder te brengen.'

    ‘Tot slot spreekt de minister van een goede woon-werkbalans in het stedelijk gebied. Ze schrijft dat voor een evenwichtige groei van steden en regio’s en nabij ‘betaalbare’ woningen de fysieke aanwezigheid van praktische banen op bedrijventerreinen en in woon-werkgebieden van belang is. Ze meldt dat tussen 2015 en 2020 4600 hectare aan binnenstedelijke bedrijventerrein verdwenen.’

    'Ik stel voor om de Ladder voor duurzame verstedelijking ook in te zetten als toets bij transformatie van bedrijventerreinen naar woningbouw of gemengd stedelijk gebied. De initiatiefnemer moet dan aantonen dat er elders minimaal even veel ruimte wordt gecreëerd voor bedrijvigheid met dezelfde milieucategorie. Dus 'nee, tenzij ruimte voor serieuze bedrijvigheid wordt geborgd'. En dan bedoel ik niet kantoorachtige ruimte in de plint van woongebouwen. Nee, echte werkruimte voor werkfuncties met minimaal dezelfde milieucategorie.'