Niet alle huishoudens kunnen vanzelfsprekend meedoen aan de warmtetransitie. Voor laaggeletterden is de informatie over de warmtetransitie vaak te ingewikkeld. Dat heeft niet alleen te maken met moeilijke woorden en lange zinnen maar ook met de hoeveelheid informatie.

‘Twee jaar geleden kreeg ik van de gemeente een folder over de warmtetransitie. In die folder werden 23 websites genoemd waar ik meer informatie kon vinden over alle afzonderlijke maatregelen. Als ik dat zie, begin ik er niet eens aan’, vertelt een ervaringsdeskundige aan de ombudsman.

Ook blijkt uit het onderzoek dat huurders slechter te bereiken zijn dan kopers. Ondanks dat zij minder zelf hoeven te doen dan kopers, wordt van hen wel verwacht dat zij instemmen met plannen van hun verhuurder. Gemeenten communiceren doorgaans vooral met woningeigenaren, niet met huurders.

De ombudsman concludeert dat gemeenten meer moeten doen om inwoners die moeilijk bereikbaar zijn of extra aandacht vragen, goed te informeren over de warmtetransitie. Ook kunnen ze meer moeite doen om deze groepen inwoners deel te laten nemen aan participatietrajecten die aansluiten bij wat inwoners kunnen en willen.

Verder is er volgens de ombudsman sprake van radiostiltes bij gemeenten. Nadat projecten zijn gecommuniceerd aan bewoners is het te lang weer stil. Dit kan leiden tot onzekerheid, vragen en desinteresse bij bewoners over deze projecten.

Landelijke richtlijnen voor inwonersbijdrage

Voor burgers, en zeker voor wie moeilijk rond kan komen, is het vooral belangrijk dat de warmtetransitie betaalbaar is. Maar veel mensen hebben moeite met het aanvragen van subsidies en regelingen, aldus de ombudsman.

Gemeenten worstelen nu met de vraag welke eigen bijdrage zij kunnen vragen van hun inwoners voor duurzame investeringen aan het huis. Wat betalen inwoners zelf en hoeveel wordt door de overheid gefaciliteerd? Van de gemeenten die de ombudsman heeft gesproken voor het onderzoek kon er slechts één een concreet uitgangspunt voor de eigen bijdrage geven. Het onderzoek zegt niet welke gemeente dat is.

Het Rijk geeft geen richtlijnen aan gemeenten voor de hoogte van de eigen bijdrage die woningeigenaren moeten betalen. Daarom bepaalt iedere gemeente zelf de eigen bijdrage waardoor deze verschilt per gemeente.

De Nationale ombudsman adviseert het Rijk om het aanvragen van subsidies en regelingen voor burgers toegankelijker te maken. Ook kan het Rijk de gemeenten meer duidelijkheid geven over wanneer de warmtetransitie voor burgers betaalbaar is.  

Zeven miljoen woningen aardgasvrij

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 zeven miljoen woningen en één miljoen gebouwen in Nederland aardgasvrij moeten zijn. Voor bewoners van bestaande woningen heeft dit grote gevolgen. Daarom onderzocht de Nationale ombudsman wat het Rijk en de gemeenten doen om alle burgers mee te nemen in de overstap naar aardgasvrije woningen.

Zo zijn er gemeenten die de warmtetransitie combineren met een sociale wijkaanpak. ‘Gemeenten moeten inwoners goed informeren en betrekken’, zegt Nationale ombudsman Reinier van Zutphen. ‘Ik heb voorbeelden gezien van gemeenten die huis-aan-huis langs gaan en inwoners zo (nog) beter leren kennen. Vooral in wijken waar kwetsbare burgers wonen, is dat een kans om sociale problemen vroeg te signaleren en praktische hulp te bieden.’