Dit stelde Utrechts gedeputeerde Huib van Essen (ruimtelijke ontwikkeling, milieu, omgevingsbeleid) bij de opening van de twaalfde Dag van de Omgevingswet, georganiseerd door VVM en partners. Van Essen benadrukte dat de wet aan de hand van de praktijk verder moet worden verbeterd en geborgd. ‘We moeten daarin eerlijk zijn naar de samenleving en verwachtingen goed managen, want veranderingen gaan gepaard met uitdagingen. Goede samenwerking is daarbij essentieel.’
Anouk Schwegler, wereldwijd manager environmental compliance bij Friesland Campina, gaf tijdens het plenaire deel van de dag aan zich zorgen te maken over wat juist de overheid, en dan met name de regionale en de lokale, met de Omgevingswet gaan doen. De zuivelreus bereidt zich al een paar jaar grondig voor op de komst van de nieuwe wetgeving, temeer omdat het productieproces nu eenmaal continu is. ‘Een koe zet je niet zomaar uit die stopt niet met melk geven. Dat betekent dat wij zeer afhankelijk zijn aan het voldoen aan wet- en regelgeving.’
Friesland Campina kan volgens Schwegler met de bestaande wetten en regels goed uit de voeten. ‘Maar wat de Omgevingswet in de praktijk gaat brengen, weten we niet. We hebben te maken met ruim honderd productielocaties en evenzoveel gemeenten. Wij zien best voordeel in maatwerk en specifieke regels voor wat een locatie nodig heeft. Als de bevoegde gezagen en de bruidsschat duidelijk zijn, dan komen we er best wel uit. Maar dat is nog wel afwachten.’
Schwegler riep net als gedeputeerde Van Essen op om het vooral ‘samen te doen en niet moeilijker maken dan het al is’. ‘Alleen samen komen we tot een dialoog en een goede set van regels en afspraken.’
Prominente plaats drinkwater
De urgentie om er samen uit te komen en vooral vanuit integraliteit in de aanpak is er zeker op het vlak van de drinkwatervoorziening. Jelle Hannema, CEO bij Vitens, gaf aan dat de drinkwatervoorziening, zeker in de drogere en droge delen van het land, op het randje van haar kunnen draait. ‘In een aantal gebieden staat onze legitimiteit op het spel. Daar lopen we tegen de grenzen aan van waar we voor moeten staan: zorgen voor schoon en voldoende drinkwater.’
Meer dan ooit is het noodzakelijk dat de drinkwaterwinning bij de ruimtelijke keuzes een prominente plek krijgt. ‘Dat is nu zeker niet het geval’, aldus Hannema. Dat vraagt volgens hem om een andere manier van plannen. ‘We moeten eerder met elkaar om de tafel, wegblijven van de strijd om de ruimte, maar juist kijken waar de gezamenlijke belangen zitten en integraal bepalen wat we waar voorrang geven en doen’.
‘De Omgevingswet is een prachtig instrument om integrale afwegingen te maken’
Niet alles kan overal. Met deze gevleugelde uitspraak van Johan Remkes in zijn stikstofadvies gaf Marjolein Jansen, DG Ruimte bij BZK, aan dat die keuzes nodig zijn en dat die er met de Nota Ruimte ook gaan komen. ‘De Omgevingswet is een prachtig instrument om integrale afwegingen te maken’, aldus Jansen.
De provincies zijn daar volgens de DG Ruimte al mee bezig, veelal in samenspraak met het Rijk en gemeenten. Zij benadrukte dat we de positieve vibe moeten vasthouden. ‘Aan twijfel zaaien en nieuwe discussies starten over de wet hebben we nu geen behoefte. We staan met nog 88 dagen te gaan aan de vooravond van grote veranderingen, maar we kunnen het waarmaken.’
Start publiekscampagne Omgevingswet
De DG vertelt dat de beroepsbeoefenaren, maar ook het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties, er samen moeten uitkomen. Daarin moet gelijk ook de samenleving worden meegenomen met de start van een publiekscampagne getiteld: ‘Onze Omgevingswet maken we samen.’
In de deelsessies was die positieve vibe onder de deelnemers van de dag goed voelbaar. Ondanks dit optimisme waren en ook nog veel vragen en onzekerheden waar niet altijd een direct antwoord op kon worden gegeven. Zoals bijvoorbeeld bij de sessie over het wijzigingsbesluit omgevingsplan: wat zet je bij de regeling en wat bij het besluit.
Twee strak gescheiden onderdelen in het nieuwe stelsel van het omgevingsbeleid. En hoe je geef je wijzigingen softwarematig weer, zodat je zichtbaar houdt wat er precies is gewijzigd.
Daarbij was een dringende oproep van veel betrokkenen: ga aan de slag, oefen met de software, met de aanhef van het besluit, de toelichting op regels en de motivering van het besluit. Denk na hoe de op besluit betrekking hebbende stukken ter inzage worden gelegd.’
In de deelsessie over circulaire economie in ruimtelijke plannen en op welke wijze de Omgevingswet hierbij kan helpen, werd duidelijk dat de gemeente Utrecht in haar ruimtelijke beleid tegen best veel onduidelijkheden aanloopt. ‘De integraliteit die de Omgevingswet betoogt zal ons echt gaan helpen. Door de confrontatie met de verschillende gebiedsopgaven helemaal aan de voorkant te maken, zien we al waar knelpunten zitten of waar we elkaar in kunnen versterken. We kunnen onderzoeken opstarten en participatie opstarten om te bepalen wat prioriteit heeft in de stad’, zegt Viola Salemans, projectmanager gebiedsontwikkeling bij de gemeente Utrecht.
Open staan voor initiatieven
Tijdens de drukbezochte sessie Zorgplichten onder de Omgevingswet werd ingegaan op de vraag wat de wet verstaat onder algemene en specifieke regels, en algemene en specifieke zorgplichten? Wat dien je als lokale overheid zelf te regelen om duidelijk te krijgen wat je verstaat onder juridische termen als onmiskenbaar en evident in de vergunningverlening? Welke visie heb je als overheid? Ben je van de regels, de handhaving, dus ben je van ‘ja’ en ‘nee’, of bied je meer ruimte en sta je open voor initiatieven, gebruik maken van de mogelijkheden van de O-wet.
‘Die cultuur, die van gemeente tot gemeente kan verschillen, daar moet je het wel met elkaar over hebben. En dan is het van belang dat je daarin ook de mensen van zowel vergunningen als van toezicht en handhaving daar van begin af aan in meeneemt, was een van de conclusies, waarmee tegelijk ook de centrale boodschap op de (laatste) Dag van de Omgevingswet werd verwoord.