De visie onderscheidt vier sectoren waar de gemeente circulaire kansen ziet: bedrijvigheid en ondernemerschap, gebiedsontwikkeling en bouwen, opdrachtgeverschap en inkoop en circulaire materiaal- en reststromen.
De gemeente wil circulaire voorwaarden gaan stellen bij de uitgifte van grond voor gebieds- en gebouwontwikkelingen. Deze projecten moeten daarna circulaire kwaliteitseisen krijgen via speciale prestatieafspraken die de gemeente opzet.
Ook wil Utrecht onnodig slopen tegengaan. De gemeente wil invloed uitoefenen via de ruimtelijke ordening en vergunningverlening. ‘Door in het toekomstige omgevingsplan strenger te reguleren op slopen, kan de gemeente voorkomen dat bouwwerken onnodig tegen de vlakte gaan.’ De visie spreekt ook van een verbod op verbranding van restafval in 2040. In 2050 wil de gemeente afvalvrij zijn.
Toetsbare kaders moeten het vervolgens makkelijker maken voor circulaire bedrijven om vergunningen te krijgen voor circulaire (bouw)projecten. ‘Op deze manier krijgt de circulaire bouw een duidelijke procedure voor vergunningsaanvragen.’
Houtbouw en onderhoud naoorlogse wijken
Volgens de visie lijkt Utrecht houtgebruik te gaan stimuleren, zolang er commerciële partijen zijn die dit kunnen leveren. Houtwerk 1 en 2 waren een van de eerste voorbeelden van Utrechtse houtgebouwen. Kleinschaliger hout zal met het Stadshoutnetwerk zo veel mogelijk verwerkt worden tot nieuwe producten.
Verder ziet de gemeente kansen in het vervangen en onderhouden van naoorlogse wijken. Herinrichten gebeurt dan alleen waar dit echt nodig is. ‘De grote hoeveelheid grondstofstromen die hierbij vrijkomen (asfalt, beton, bankjes of speeltoestellen) zijn goed herbruikbaar. Belangrijk bij deze projecten is het realiseren van een grondstoffendepot.
Voor de gehele bouwsector volgt de gemeente de trends en middelen die ook het Rijk aanstuurt: de bouw zal flink gaan digitalisering. Materialenpaspoorten zullen het materialengebruik inzichtelijk maken, en de MPG gaat de milieubelasting aangeven van de materialen die in een gebouw zijn toegepast.
Belasting op grondstoffen
De visie benoemt ook het idee om belasting te gaan heffen op grondstoffen in plaats van op arbeid. Dat idee werd eerder geprezen door de onafhankelijke denktank The Ex’tax Project in ‘Deltaplan belastingen voor een circulaire en sociale economie’.
Volgens de denktank belemmert het huidige belastingstelsel de circulaire ontwikkeling, omdat het verbruik van grondstoffen en vervuiling laag- of niet belast is, en arbeid en ondernemen daarentegen wel.
Ook wil de gemeente gericht investeringen in circulaire bedrijven, met onder meer de Regionale Ontwikkelmaatschappij Regio Utrecht (ROM).
Upcycle-centra's
Voor inwoners en wijken schetst de visie een centrale rol voor buurthuizen, repair cafés en makersplekken. Gereedschap, auto’s en andere bezittingen worden wanneer nodig gedeeld.
Langs de aanrijroutes naar de Utrechtse afvalscheidingsstations bij de Tractieweg en Lunetten wil de gemeente ‘upcycle-centra’s’ realiseren. Deze stations geven afgedankte objecten een nieuwe bestemming.
Concrete doelen volgen in 2024
Tot en met 19 november 2023 kunnen partijen reageren op de visie, die werd gepresenteerd door wethouder Susanne Schilderman.
Volgend jaar wil Utrecht de ambities omzetten in concrete meetbare doelen, vastgelegd in de Beleidsnota Utrecht Circulair 2030. In 2030 wil de gemeente al 50 procent minder primaire abiotische grondstoffen gebruiken. Dat is in lijn met de landelijke ambitie.
Op dit moment komen er jaarlijks nog zo’n 3,8 megaton aan grondstoffen de stad in en gaat er circa 1,3 megaton aan exportproducten en 1,0 megaton aan ‘afval’ de stad uit.