Op 24 maart 2015 werd een belangrijke stap gezet. Bestuurders van de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam en gemeente Haarlemmermeer namen het manifest ‘Westas, daar draait het om’ in ontvangst tijdens de jaarlijkse Conferentie Logistiek. Het initiatief voor het opstellen van dit manifest lag in handen van SADC, het Amsterdams Havenbedrijf, Schiphol Group en Greenport Aalsmeer, in opdracht van de Amsterdam Logistics Board. Samen omarmen zij de gedachten van de circulaire economie die de ‘machinekamer van Amsterdam’ vitaal kan houden. Sterker nog, ze willen dat de gehele logistieke regio gaat functioneren als een circulair gebied waarin producten niet bij de consument eindigen, maar zoveel mogelijk worden teruggebracht naar de oorspronkelijke grondstof. Vanwaar een manifest? ‘Het is een goede zaak dat circulaire economie op de agenda komt van bestuurders van de regio. Er wordt al jarenlang over nagedacht, maar nu is het tijd voor de vervolgstap. Agenderen, agenderen, agenderen’, stelt Paul Jansen, commercieel directeur van gebiedsontwikkelaar SADC. En daarmee is het begin gemaakt van een bijzonder samenwerkingsverband.

Circulaire economie is geen keuze, maar een must

De urgentie is duidelijk: grondstoffen worden schaarser, het inwonertal van onze hoofdstad groeit en met de huidige manier van produceren, vervoeren en consumeren is het onmogelijk de toppositie van de MRA te behouden. ‘Een wegwerpmaatschappij’, zoals het manifest het noemt, is niet meer van deze tijd. Iets wat we al langer weten dan vandaag. 38 jaar geleden werd in het 2e Milieu Actie Programma namelijk al gewezen op een strategie die verspilling van grondstoffen tegengaat en recycling vergemakkelijkt. Maar de overgang van circulair denken naar circulair doen is geen eenvoudige. Het vergt een nieuwe inrichting van productie- en logistieke processen. In deze nieuwe economie bestaat afval niet meer, maar worden grondstoffen zoveel mogelijk teruggewonnen. Maar hoe zet je deze langetermijnvisie om in concreet handelen op gebiedsniveau om daadwerkelijk als een circulaire regio te functioneren? Juist, daarvoor is medewerking nodig van zowel publieke als private partijen.

Thema’s van de toekomst

Een kleine terugblik. De initiatiefnemers van het manifest zijn allen partner van het Kennislab voor Urbanisme, dat sinds 2012 als een R&D-lab functioneert. Studenten werken hier samen met overheid, kennisinstellingen en marktpartijen aan innovatieve oplossingen voor een sterkere regio. Er ontstond een netwerk van partijen met een belangrijke economische en/of logistieke functie in de Westas. Sander van Voorn, programmamanager Greenport Aalsmeer, was er vanaf de eerste minuut bij. ‘Een netwerk is een middel, geen doel. Het doel is om samen vooruit te komen met de regio, en als je daar samen over praat komen de gezamenlijke delers bovendrijven. Thema’s van de toekomst, waar je allemaal mee bezig bent. Circulaire economie bleek zo’n thema te zijn. Met dit manifest sorteren we voor op een nieuwe economie die eraan komt.’

Een nieuwe hype na duurzaamheid?

Circulaire economie is niet het volgende buzzwoord, na duurzaamheid en cradle-to-cradle. Circulair denken gaat verder. ‘Wat dit wezenlijk anders maakt, is dat we het thema duurzaamheid koppelen aan een ruimtelijke context en logistieke expertise. Op dit schaalniveau is dat nog nooit eerder neergezet’, stelt Eduard de Visser, directeur strategie en innovatie van het Amsterdams Havenbedrijf. ‘Een circulaire economie stelt nieuwe eisen aan een gebied. Het terugwinnen en recyclen van grondstoffen vraagt om een andere manier van bevoorrading en stedelijke distributie. Daarvoor heb je alle logistieke kennis en expertise nodig die hier aanwezig is, moet je logistieke processen opnieuw inrichten. Dat heeft gevolgen voor je infrastructuur en voor je ruimtelijke inrichting. Distributie, productie en recycling moeten aan elkaar worden geknoopt.’

'Het zijn allemaal tuintjes. Om het verschil te maken zijn koppelingen nodig'

Er wordt al volop geëxperimenteerd met circulaire initiatieven. Denk aan De Ceuvel, aan Green Deal Grassen en Gewassen, aan smart grids in de haven en aan een kenniscluster bij Schiphol waar recycling en biobased-materialen als grondstof worden gebruikt voor nieuwe producten. Mooi, maar op een groter schaalniveau moet ook iets gebeuren. ‘Het zijn allemaal tuintjes. Om het verschil te maken zijn koppelingen nodig tussen deze kleinschalige initiatieven, innovatieve start-ups, gevestigde private partijen en overheid. Alleen op die manier kun je werkelijk het verschil maken’, aldus Jansen.

En nu doorpakken

In het manifest zijn de eerste actiepunten benoemd. Er is behoefte aan een gezamenlijke ruimtelijke gebiedsvisie die gemeentegrenzen overstijgt en waarvan de input moet komen vanuit zowel de kleine als grote marktpartijen die nu al circulair bezig zijn. De eerste signalen voor het vervolg hiervan zijn positief. Arjan Spit, programmamanager Westas namens gemeente Amsterdam: ‘De Westas staat inmiddels op de Agenda Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam, en wordt breed gedragen door de verschillende stadsdelen, gemeenten en provincies. De grote vraag is: hoe nu verder? Het manifest zal in ieder geval ook worden voorgelegd aan het college van B&W. Er moet worden nagedacht over de beste vorm om samen met de partijen de kansen die de Westasregio biedt uit te nutten. Daarover zijn we nu in gesprek.’

circulaire westas'Er liggen kansen genoeg; pak ze op en kop ze in'

Het belangrijkste doel, agenderen, is hiermee geslaagd. Het is nu zaak dat dit een vehikel op gang gaat brengen dat de samenwerking rondom het thema kan bevorderen en gedeelde belangen koppelt. Er moet kennis met elkaar worden gedeeld. Kennis van bedrijven, instellingen, overheden en van start-ups. Van Voorn: ‘Hier ligt ook voor de Amsterdam Economic Board een belangrijke taak. Zij hebben als overkoepelend orgaan het vermogen om nieuwe verbindingen te leggen tussen sectoren die vooralsnog onbekend terrein voor elkaar waren. Vandaaruit ontstaat nieuwe business.’

Een hulpmiddel daarvoor is een stromenatlas, die er volgens Spit zeker gaat komen. Er wordt zelfs al door een aantal partijen aan gewerkt. Door in kaart te brengen hoe energie, afval, materiaal en goederenstromen door de regio lopen, kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd en optimaal worden hergebruikt.

Onder andere door deze interventies moet de langetermijnvisie door publieke en private partijen worden omgezet in handelen. En daar wordt direct mee gestart. ‘Zet in op laaghangend fruit', luidt het devies van Jos Nijhuis, CEO Schiphol Airport op de Conferentie Logistiek. ‘Er liggen kansen genoeg voor het oprapen, pak ze op en kop ze in.’