Het gaat om de Stimuleringsregeling voor Zorggeschikte Woningen (SZGW). Woningcorporaties en zorgaanbieders kunnen een beroep doen op de subsidieregeling voor zowel nieuwbouw, als ook de transformatie van bestaande gebouwen. 

Voor een nieuwbouwwoning voor iemand met een Wlz-indicatie bedraagt de bouwvergoeding maximaal 17.500 euro. Zonder Wlz-indicatie kan een woning rekenen op maximaal 12.500 euro. Voor een transformatiewoning zijn de beschikbare bedragen 7.500 en 5.000 euro. 

In juli maakte het kabinet bekend de komende jaren 312 miljoen euro uit te trekken om corporaties en zorgaanbieders te stimuleren 20.000 betaalbare zorggeschikte woningen in de sociale huur te bouwen. Het totaalbudget van de SZGW bedraagt 75 miljoen euro.   

Ruimere kamers, bredere gangen 

De geclusterde woningen zijn bedoeld voor mensen die intensieve zorg nodig hebben (Wlz-indicatie) en in de huidige situatie vaak naar een verpleeghuis gaan. 

Naar verwachting verhuizen mensen met een partner in de toekomst vaker naar een geclusterde woonvorm waar mensen met en zonder (zware) zorgvraag door elkaar wonen. Daardoor kunnen bewoners elkaar helpen en kunnen mensen langer in hun eigen woning blijven wonen, ook als ze meer zorg nodig hebben. 

Zorggeschikte woningen vragen om meer investeringen ten opzichte van reguliere woningen. Denk aan investeringen in een ontmoetingsruimte, ruimere kamers en bredere gangen en deuren, zodat zorgverleners voldoende ruimte hebben om ook zorg te verlenen in de bad- en slaapkamer. Als de woningen niet op de begane grond zijn, moeten ze bijvoorbeeld bij nieuwbouw ook een personenlift hebben die geschikt is voor brancards. 

290.000 woningen voor ouderen 

Tot 2030 is de doelstelling om 290.000 woningen voor ouderen te bouwen. Daarvan zijn 40.000 zorggeschikte woningen in geclusterde woonvormen, waarin verpleegzorg kan worden geleverd. De helft van deze zorggeschikte woningen zijn betaalbare woningen die vallen binnen de sociale huur. 

De regeling staat een jaar open. Aanvragen zijn mogelijk tot en met oktober 2024. De Rijksoverheid zegt het gebruik van de regeling nauw te gaan monitoren en te evalueren voordat deze een volgende keer in 2025 wordt opengesteld.