Voor het onderzoek keek Erik Verhagen, student Global Sustainability Science, naar de aantrekking van de bushokjes tot bijen. Dit bleek hoger te liggen bij de hokjes die omringd zijn met groene gebieden.

Niet alle delen van de stad zijn even groen, daarom verschilt de aantrekking ook binnen de stad, ontdekte hij. Vooral in het oude centrum trekt het gebrek aan groen minder bijen aan.

Het verband is nog sterker als het groen zo dicht mogelijk bij de hokjes ligt. ‘Bijen gaan liever op groene daken af die naast een park of plantsoen liggen dan een paar tientallen meter verder’, zegt de Universiteit. ‘De bestuivers hebben er dus baat bij als steden vergroenen. Dat maakt slimme oplossingen als groene daken effectiever.’

Parken of moestuinen

Het is onduidelijk of het soort groene ruimte uitmaakt voor de bijen. Het kan zijn dat parken meer bijen naar de omgeving lokken dan moestuinen. Daar is meer onderzoek voor nodig, zegt Verhagen.

Verder is het volgens de onderzoekers belangrijk om behalve vergroening bijen en andere biodiversiteit ook op andere manieren te helpen. Dat kan bijvoorbeeld door vervuiling tegen te gaan of een natuurvriendelijker maaibeleid toe te passen.

Utrecht haalde in 2019 wereldnieuws toen ze bushokjes met groene daken, begroeid met sedum, introduceerden. Inmiddels telt de provincie 316 van deze bushokjes. De groene daken bieden verkoeling, vangen fijnstof op en houden water vast bij stortregens. Dit is weer goed voor de biodiversiteit.