Landschap en community-wonen zijn de basis voor ELIX

Beeld: MIX architectuur

Een uniek nieuwbouwproject midden in de natuur: in de Zeistse natuurinclusieve wijk Kerckebosch staan 14 houten CLT-woningen. Een gemotiveerde community deelt hier het bos en de hei als gezamenlijke voor- en achtertuin.

De houten koopwoningen zijn circulair ontwikkeld en opgeslagen in het materialenpaspoort Madaster. Een groot deel van de woningen is gasloos, bevat zonnepanelen en een warmtepomp. De vrije indeling van de woningen maakt mogelijk dat ze om de bestaande bomen heen zijn gebouwd. Er is dan ook geen harde scheiding tussen bebouwing en het bos. Auto’s blijven aan de rand van het woonveld, zodat het groene binnengebied tussen de woningen volledig autovrij blijft.

De bewoners van ELIX leven in een ‘sustainable community’, met oog voor duurzaamheid en inclusiviteit, en een gedeelde voorkeur voor natuur. Vanaf de ontwerpfase werkten zij samen met ontwikkelaar, architect en landschapsarchitect in workshops aan het vormgeven van hun toekomstige woning. Met mogelijkheden voor uitbreidingsmogelijkheden in opbouwen, trappen, terrassen, gevelopeningen, terrasafwerkingen en indelingen.

Ook bij de inrichting van het gemeenschappelijke plangebied zijn de bewoners betrokken. Ze bepaalden over het toepassen van bijvoorbeeld waterwinning, hernieuwbare energie, lokale voedselproductie of lokale compostering. Daarnaast is er aanzet tot het delen van voorzieningen zoals apparaten, of diensten zoals vervoer.

De verkoop startte in september 2020. Alle bewoners moesten een motivatiebrief schrijven om aan te geven waarom ze graag in Elix wilden wonen en hoe ze het gezamenlijk tot een succes gingen maken. Eind 2022 zijn de woningen opgeleverd en is de community erin getrokken.

Naar de site van Elix

Opvallende Fietsklim creëert een bergetappe middenin de Randstad

Beeld: ZonesUrbainesSensibles

Een opvallend ontwerp is het zeker. Een zeventig meter hoge houten cirkelconstructie naast SnowWorld Zoetermeer. Het is bedacht voor fietsers om eindelijk een keer te kunnen klimmen in Nederland. Het plan lijkt financieel en technisch haalbaar en is al opgepakt door een aannemer.

Het idee ontstond in 2020 bij een groepje wielrenliefhebbers. Het oorspronkelijke concept zou gebruik maken van de al bestaande hoge installatie van Snowworld, maar daar is nu van afgeweken. De inmiddels opgerichte Stichting Fietsklim wil nu op een heuvel ernaast extra aarde opbrengen en daarop een lichte houten constructie van torens met daartussen brugdelen plaatsen.

Volgens de bedenkers is het financieel en technisch haalbaar. Door hout te gebruiken voor de constructie slaat de Fietsklim 1.800 ton CO2 op. Vergelijkbaar met de gemiddelde jaarlijkse uitstoot van 2.000 huishoudens. Tegelijkertijd is de Fietsklim ontworpen met oog voor de natuur. De rijkelijk beplante heuvels tussen de verhoogde fietspaden moeten veel biodiversiteit aantrekken. De kosten worden geschat op negen miljoen euro.

Het nog niet voltooide project heeft al veel steun gekregen, waaronder de gemeente Zoetermeer, Hollandia Infra, de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU), meerdere Zuid-Hollandse wieler- en toerverenigingen, en prominenten zoals Thijs Zonneveld en Ide Schelling. Al 211 donateurs hebben een bijdrage gedaan.

‘Wij gunnen alle fietsers de fietservaring waar zij naar zoeken. Voor sommigen is heuvelop fietsen zo’n ervaring. Door de inspanning naar boven, het vergezicht op de top en de beloning van de afdaling. In Nederland zijn de heuvels dun gezaaid. En in Zuid-Holland al helemaal ver te zoeken. Daarom willen wij een fietsklim realiseren in het hart van de Randstad die zich kan meten met de beroemdste klimmen van het land.’

Naar de site van Fietsklim

HoutWerk concurreert met vergelijkbare gebouwen van beton of staal

Beeld: HoutWerk, Campus Werkspoor – Woody Building Concepts

HoutWerk is een grotendeels houten kantoorgebouw op de Werkspoor Campus in Utrecht. Het eerste gebouw staat al, en de tweede komt eraan. Volgens de ontwikkelaar pakt de techniek zo goed uit dat er besloten is om een tweede gebouw te realiseren.

HoutWerk 1 heeft een grid van vijf bij vijf, en dat is volgens de bouwer, Woody Building Concepts, de meest gunstige verhouding om in hout te bouwen. De draagconstructie is van gelamineerde balken en spanten en de vloeren zijn van CLT-hout. De fundering en de verdiepingsvloer zijn wel van beton. Voor de gevel en afwerking werd deels gebruik gemaakt van circulaire materialen door afvalstromen van andere bouwplaatsen te benutten. Ook is het gebouw demontabel. 

De ontwikkelaar van HoutWerk is Lingotto, ook wel bekend van woontoren HAUT in Amsterdam. Bij oplevering bleken verschillende zaken positief uit te pakken: de lage MPG-score, de grote hoeveelheid CO2-opslag, de hoogwaardige kwaliteit en de uitstekende verhuurbaarheid, aldus Lingotto. Daarmee kon het werkgebouw volgens de ontwikkelaar heel goed concurreren met vergelijkbare gebouwen van beton of staal.

HoutWerk biedt werkplekken voor digitale en creatieve bedrijven, en is gevestigd op Campus Werkspoor, dat in 2017 werd getransformeerd naar een publiekelijk toegankelijk bedrijfsverzamelgebied met ruim dertig verschillende huurders. Houtwerk 1 op Campus Werkspoor is gerealiseerd in 2021. De werkzaamheden van Houtwerk 2 zijn gestart en de oplevering staat gepland voor begin 2024.

Naar de site van Houtwerk

Prijswinnende Robin Wood laat potentie zien van grootschalige houtbouw

Beeld: ANA architecten / Marc Koehler Architects

Aan de entree van Centrumeiland, een Amsterdamse woonwijk en kunstmatig eiland in het IJmeer, verrijst op dit moment Robin Wood. Het is een ‘multi-use gebouw’ met onder meer 165 woningen, variërend van betaalbare middenhuurwoningen tot vrijesectorwoningen voor grotere gezinnen en woon-werkwoningen. 

Het ontwerp bestaal bijna volledig uit hout en blinkt vooral uit door de modulaire, prefab massief houten constructie. Op het internationale World Architecture Festival (WAF) in Lissabon won het Amsterdamse project Robin Wood de prijs voor het beste toekomstige woongebouw. Dit had het project met name te danken aan de combinatie van modulaire houtbouw en de aandacht voor het creëren van een gemengde, levendige gemeenschap in een ‘urban village’.

‘Met Robin Wood zetten we een volgende stap in duurzame, modulaire en betaalbare woningbouw’, zegt Marcel van der Lubbe van de betrokken architect ANA architecten. ‘Het laat zien dat deze ambitie prima te combineren is met een grote variatie aan flexibele, hoogwaardige woningen, een Tiny Forest en hoogwaardige gedeelde ruimtes voor alle gebruikers.’ 

ANA Architecten deed in 2018 onderzoek naar plinten op IJburg, de onderste delen de bouwwerken. Opvallend was dat veel grote voorzieningen in de plinten niet of slecht gebruikmaken van de openheid van de plint. Daardoor gaat de gewenste levendigheid verloren. Daarom werd besloten om niet de grootschalige functies in de plint te plaatsen, maar de kleinschalige publieke voorzieningen, zoals horeca. Robin Wood staat gepland voor 2024.

Naar de site van Robin Wood

‘Juf Nienke’ kent naast een duurzame constructie ook een speciale doelgroep

Ontwerp: RAU en SeARCH. Beeld: Stijn Poelstra

Ondanks de bijna volledige realisatie van hout, kent Juf Nienke nog een bijzonder aspect: ongeveer de helft van de 61 huurwoningen is bestemd voor mensen met een beroep in onder meer het onderwijs en de zorg.

Deze doelgroep is niet zonder reden gekozen. Voor mensen met cruciale beroepen is het de laatste jaren ook steeds lastiger geworden om een woning te vinden. Met name in steden zoals Amsterdam. Deze insteek is in lijn met eerdere uitspraken van het Kabinet om ‘vitale beroepen’ voorrang te geven op de woningmarkt. 

De overige 31 woningen van Juf Nienke zijn bestemd voor de vrije sector. De woonoppervlaktes liggen tussen de 91 m2 en 110 m2 met huurprijzen tussen de 1.809 en 2.169 euro.

Het gebouw dient als entree van het Amsterdamse Centrumeiland, en kent een vijftien meter hoge houten draagconstructie, ondersteund door een betonnen basis. De materialen zijn voor het merendeel biobased en gerecycled, en de geschakelde houten prefab modules zijn demonteerbaar. In totaal wordt in het hout ruim 580.000 kilo CO2 opgeslagen en dankzij industriële prefabricage is de impact op de locatie tijdens het bouwproces minimaal geweest, melden architectenbureaus RAU en SeARCH. Tevens is het gebouw gasloos.

Naar de site van Juf Nienke

Wavewood: klein en opvallend, maar toch slim en duurzaam

Ontwikkeling en ontwerp: Harvey Otten/ BNB architecten. Beeld en graffiti: Hugo Mulder 

Deze zomer werd nog een opvallend appartementengebouw in Amsterdam opgeleverd: Wavewood. Naast de kleurig beschilderde gevel bevat het ook een volledig houten casco van CLT, met tevens aandachtig voor duurzaam afvoer van regenwater.

Het blauwe gebouw staat aan een ‘pocketpark’ in Buiksloterham. Dit is een gebied dat circulair en ‘rainproof’ moet zijn. Het is met circulaire materialen gebouwd en de openbare ruimte is zo ontworpen dat het regenwater vertraagd in het kanaal terecht komt in plaats van in het riool.

Wavewood is gesplitst in drie kleine appartementen, met aan beide kanten balkons, een terras, of een tuin. Via de buitentrap is iedere woning vanaf het parkje te bereiken. Het onderste appartement is een bedrijfswoning en daarboven zitten twee lichte twee-kamerappartementen. Twee grote ramen kijken uit op het park voor de woning. De vensterbanken onder de ramen zijn verbreed zodat het een extra zitplek in de appartementen biedt. Ook zijn de verdiepingen een halve meter hoger dan standaard.

Wavewood is door de architecten Dirk Jan van Wieringhen Borski (BNB architecten) en Harvey Otten ontwikkeld en ontworpen. De gevel is beschilderd door De Amsterdamse graffitikunstenaar Hugo Mulder, en verwijst naar het water van het IJ dat honderd meter verderop stroomt.

Naar de site van Wavewood

The Urban Tree Village: een groen dorp midden in de stad

The Urban Tree Village: een groen dorp midden in de stad

Beeld: Space&Matter

Een multifunctionele woontoren van dertig verdieping met 200 appartementen: The Urban Tree Village. Het is eigenlijk een verticaal dorp, wederom in onze hoofdstad. Met ruimte voor gedeelde voorziening en veel ontmoeting, gemaakt van hout en biobased bouwmaterialen. 

De ‘village’ is een bottom-up initiatief en zal een mix aan bewoners kennen: singles, starters, gezinnen en senioren. De bewoners zijn onderdeel van een ‘shared living’ community, waarbij gezamenlijk gebruik wordt gemaakt van elektrisch vervoer, keukenfaciliteiten, lounge area’s, creatieve ruimtes, wasserette, een pool, gym, een grote tuin en co-working spaces. Ook is er een mogelijkheid tot het verbouwen van eigen voedsel.

Voor de bouw van de The Urban Tree Village is gekozen voor hergebruikte materialen en een materialenpaspoort. Het gemeenschappelijk groen is voorzien van een slim bewateringsysteem.

Oprichter Naleye Buddista: ‘Veel mensen willen in de stad blijven wonen. Maar we hebben te maken met een ruimtegebrek. Daarom gaat het ontwerp de hoogte in. We denken aan maximaal 200 woningen in één toren, waarvan 40 procent in de sociale huursector, 40 procent in de middeldure sector en 20 procent in de vrije sector.’ Inmiddels is Buddista samen met architectenbureaus plannen aan het maken en lijkt de realisatie van de groene toren steeds dichterbij te komen.

Naar de site van The Urban Tree Village