Het gaat om plannen voor woningen in dertien steden met een universiteit of hogeschool, zoals Utrecht, Rotterdam, Leiden, Wageningen en Groningen. Deze steden zijn aangesloten bij het Netwerk Kennissteden Nederland (NKN).
Amsterdam, met de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit, zit niet bij de plannen. Volgens Mourik loopt de hoofdstad achter omdat ze geen streefaantallen voor studentenkamers opstellen en geen plannen aanleveren. Naar schatting heeft Amsterdam over zeven jaar 13.000 tot 16.000 extra studentenkamers nodig. ‘We gaan dit nu breder in de regio aanpakken, om met gemeenten om Amsterdam heen te kijken hoe we aan het aanbod kunnen komen om Amsterdam te ontlasten’, zegt Mourik.
Tekort van 27.000
Momenteel is er een tekort van bijna 27.000 studentenkamers, grotendeels door de komst van buitenlandse studenten. Als gevolg blijven studenten nu langer thuis wonen. Om de kamernood tegen te gaan werd vorig jaar een actieplan opgezet om 60.000 extra betaalbare studentenkamers te realiseren, onderdeel van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting (LAS) 2022-2030. Het actieplan zet in op flexwoningen, maar ook meer hospitaverhuur en sturing op de instroom van internationale studenten.
Het aantal 60.000 is gebaseerd op het bestaande kamertekort en de verwachte toename van het aantal studenten tot 2030. Het effect van afremmen van internationalisering en de terugkeer van de basisbeurs zijn niet meegenomen in de schatting. Volgens vicevoorzitter Job Vermaas van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) is het aantal van 60.000 woningen daarom te weinig. ‘Dat weten we nog niet’, reageert Mourik. ‘Het getal zou uiteindelijk hoger kunnen uitvallen als toch meer mensen vanwege de basisbeurs op kamers willen.’
Mourik waakt wel voor een kink in de kabel: ‘Je kunt altijd nog last krijgen van stikstof.’ Desondanks is de regisseur van LAS optmistisch. ‘Omdat ik zie dat er ferme wil is om het kamertekort aan te pakken en veel nieuwbouwplannen in studiesteden gemaakt zijn’, zegt Mourik, die eind vorig jaar door het ministerie van Binnenlandse Zaken werd aangesteld als eerste ‘studentenhuivestingsregisseur’. ‘Maar we hebben nog een enorm gat te overbruggen. Anders halen we de termijn van 2030 niet.’