De provincie Utrecht heeft onvoldoende duidelijk kunnen maken waarom vleermuizen verstoord mogen worden voor de bouw van de wijk. Gedeputeerde Staten heeft drie maanden de tijd om met een betere onderbouwing te komen, oordeelde de rechtbank Midden-Nederland maandag.
In de tussentijd mag niet worden gebouwd. De vliegbasis Soesterberg is in 2008 gesloten voor de militaire luchtvaart. Sindsdien ontwikkelt de provincie Utrecht de voormalige basis tot een natuurgebied met recreatie en woningbouw.
In het gebied komen veel beschermde diersoorten voor die alleen verstoord mogen worden met een speciale ontheffing. Voor de bouw van een nieuwe woonwijk met 250 tot 440 huizen was door Gedeputeerde Staten een ontheffing verleend aan de eigen provincie. Het provinciebestuur vindt de nieuwe huizen vanwege het woningtekort zo belangrijk dat de vleermuizen mogen worden verstoord.
Een milieuactiegroep was het daarmee oneens en stelde beroep in bij de bestuursrechter. De groep wees er onder meer op dat tijdens de bouwwerkzaamheden vleermuissoorten in het gebied worden verstoord door licht, geluid, trillingen en een veranderende leefomgeving.
De rechtbank vindt dat de provincie Utrecht goed heeft uitgelegd dat er grote behoefte is aan nieuwe woningen, maar stelt dat er huizen gebouwd moet worden waar vraag naar is. Volgens de rechtbank geldt dat niet voor geplande woningen op de voormalige vliegbasis. Uit woningmarktonderzoeken van de gemeenten Soest en Zeist blijkt volgens de rechtbank dat vooral behoefte is aan huurwoningen, appartementen en goedkope koopwoningen.
In een reactie wijst de provincie Utrecht erop dat de rechter nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan. De provincie heeft de gelegenheid gekregen een aantal zaken nader te onderbouwen.
De provincie benadrukt verder dat deze uitspraak niets te maken heeft met de vleermuizenuitspraak van de Raad van State vorige week. Die ging over de verplichting tot ecologisch onderzoek bij isolatie van bestaande woningen.