De locatie aan de Zijdeweg is een van de veertig waterbergingen in het gebied van Hoogheemraadschap van Delfland, aangelegd tussen het jaar 2000 en 2018, en een nieuwe toevoeging aan een meer klimaatadaptief landschap. De waterberging vormt een boezem tussen de aanwezige bedrijvigheid en industrie en enkele recent ontwikkelde nieuwbouwlocaties, waar veel water vandaan komt door verharding.
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft in 2022 een veldinventarisatie laten uitvoeren van al haar veertig waterbergingen door adviesbureau Kragten. Hierin is voor alle objecten, zowel steigers als begroeiing, een advies opgesteld over de onderhoudsopgave. Door onderhoud te combineren met het opwaarderen van de ecologische waarden van deze locaties, worden veel van de bergingen ook aantrekkelijk als recreatieplek.
Speciaal aan de inrichting van deze specifieke berging in de gemeente Pijnacker-Nootdorp, is haar dubbele functie. Zo is de waterberging het hele jaar door een ‘badkuip’ met een capaciteit van 20.000 kubieke meter water, inzetbaar als het waterpeil in de omgeving toeneemt bij extreme regenval. Dit gebeurt gemiddeld maar één keer in de tien jaar. Daarom is de waterberging tevens ingericht als locatie om fijn te recreëren. Volgens het Hoogheemraadschap is deze berging een toonaangevend voorbeeld van hoe een berging meer kan zijn dan een klimaatadaptieve buffer.
Uitwaailocatie
In de waterberging, waar het lage water in organische banen met elkaar in verbinding staat, zijn speel- en sporttoestellen geplaatst. Via gebaande paden kan worden gewandeld en fietsers passeren de berging via een pad dat langs de berging afloopt. De recreatieve invulling van de waterberging wordt, zeker in de lente- en zomermaanden, volgens de gemeente met open armen ontvangen.
‘Voor alle leeftijden is het een vrije uitwaailocatie’, vertelt Fabian Koch, medewerker Groen en Speelbeheer bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Zo worden er bijvoorbeeld regelmatig bootcamp-lessen gegeven, maar ook gevolleybald en gefitnest. Ouders met kinderen gebruiken het speelgedeelte veelvuldig als uitstapje bij lekker weer. Aan de voet van een stuwconstructie zijn rotsen in een aflopende waterstroom gelegd om overheen te klauteren.
Het is daarnaast een fijne plek voor de iets oudere jeugd uit Pijnacker-Nootdorp. ‘Door de aanwezigheid van sporttoestellen en bankjes trekt de berging vooral in de avond ook jongeren aan. Werknemers van nabijgelegen industriële bedrijven hebben met de berging een mogelijkheid om op een fijne plek te pauzeren’, aldus Koch.
Stapelen
‘Het is in deze regio wel echt een unieke plek, doordat je recreëert op een plek met een onderliggende functie’, zegt Hanny Vrieswijk, beleidsondersteuner Water en Klimaat bij de gemeente. Het ontstaan van de berging illustreert hoe gemeenten en waterschappen steeds meer praten over gecombineerd ruimtegebruik voor verschillende doeleinden.
In een workshop van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, waar onder andere het Hoogheemraadschap van Delfland bij aansloot, is een brainstormsessie aangegrepen om na te denken over de realisatie van de waterberging. De aanleiding was destijds een discussie over de precieze locatie voor de berging.
In de aanloop naar 2018, het jaar waarin de relatief nieuwe berging is aangelegd, is veel nieuwbouw aan de directe omgeving toegevoegd. Met de komst van bebouwing gaat ook het risico op wateroverlast omhoog. ‘Als waterschap hebben we daarom tegen de gemeente gezegd: leuk die woningbouw, maar zou hier dan wel een waterberging bij kunnen? Dat kon volgens de gemeente, als we er ook een recreatieplek van maakten.’
‘Recreatie was misschien niet zozeer hoognodig in onze gemeente, maar wij zochten wel naar manieren om efficiënter om te gaan met de locatie dan enkel waterberging’, aldus Vrieswijk. Het stapelen van functies op één locatie is de afgelopen jaren steeds urgenter en meer gewoon geworden, maar volgens haar was dubbelgebruik nog niet zo gewoon. Ze noemt de aanpak dan ook uniek.
Ook Joost van Deelen, adviseur ecologie bij bureau Kragten, en Jeroen Snijders, adviseur waterbeheersingsprojecten bij het Hoogheemraadschap van Delfland, delen die observatie. Tussen 2005, toen de meeste bergingen zijn aangelegd en 2018 is gaandeweg een andere houding ontstaan ten aanzien van ruimte gebruik bij zowel gemeenten als het waterschap.
‘Vijftien jaar geleden kozen we vooral voor een snelle oplossing van de waterproblemen’, aldus Snijders. ‘Dan kochten we grond aan van een tuinder die wilde stoppen vanwege de wateroverlast. We redeneerden dan dat die grond zich goed leende voor een waterberging. Achteraf kregen we dan wel eens het verwijt van de gemeente dat we de glastuinbouw op slot zetten.’
Berging brengt bewustzijn
‘Er is toch een speciale plek ontstaan’, aldus Vrieswijk. Naast recreatie en klimaatadaptatie vervult de berging volgens haar nog een subtiele derde rol. De locatie zorgt, wellicht onbewust, voor meer bewustwording. De aanwezigheid van peilschalen en waterstanden op de trappen roept volgens Vrieswijk vragen op bij bezoekers. ‘In hun ogen is deze plek juist vooral om te recreëren. Het zou een leuk idee zijn om hier een informatief bord neer te zetten om aan hen uit te leggen dat hier ook water kan worden opgeslagen.’
Volgens Van Deelen ontstaan de klimaatadaptieve projecten nu met een beter verhaal en betere samenwerking. ‘Waterbergingen zijn nu minder een verloren locatie, als je kijkt naar de ruimteclaim die ze leggen. Het is naast de functie van een ‘badkuip’ nu zoveel meer: in het geval van de berging in Pijnacker zie je dat inwoners het hier echt naar hun zin hebben. Zij zien amper meer voor welke reden het Hoogheemraadschap de berging oorspronkelijk wilde gebruiken.’
Wat Van Deelen en Snijders betreft wordt het dubbelgebruik bij waterbergingen vaker aangemoedigd. Hoewel dit om extra investeringen vraagt, die dan ook gedeeld kunnen worden, is het volgens beiden een waardevolle toevoeging aan een gezonde leefomgeving. ‘De relatie tussen natuur en recreëren ligt eigenlijk ontzettend voor de hand. Als gemeenten, provincies en waterschappen de handen ineenslaan, zijn dit soort projecten goed te realiseren.’