‘Momenteel is er nog veel planvoorraad, gebaseerd op de oude manier van plannen. Daardoor liggen grondposities van ontwikkelaars soms op locaties die vanuit bodem en water gezien voor de toekomst onverstandig zijn’, zegt De Jonge in een artikel dat donderdag verscheen op de site van BPD.

Volgens de Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving zal eerst gekeken moeten worden naar de natuurlijke ondergrond als ‘langetermijndrager’. Daarna kunnen volgens haar weloverwogen keuzes gemaakt worden voor verstedelijking. Het natuurlijk en landschappelijk kapitaal moet daarbij het uitgangspunt zijn. 

‘De klimaatopgave maakt deze aanpak extra urgent. Het is dus goed dat het kabinet het idee van sturing vanuit bodem en water omarmt, maar daarmee zijn we er nog niet’, zegt ze in het BDP-interview. 

Oproep aan grondeigenaren 

Saillant detail: gebiedsontwikkelaar BPD is de grootste woningbouwontwikkelaar in Nederland en heeft op veel plaatsen grondposities ingenomen. Uit onderzoek van Cobouw en Follow the Money in 2022 volgde zelfs dat BPD van de ontwikkelaars veruit de grootste grondbezitter is. En juist die grondposities staan uitvoering van het water en bodem-principe volgens de Rijksadviseur in de weg.  

Gevraagd naar een stap in de juiste richting antwoordt ze: ‘Mijn advies (is) nu geen dingen doen waar we spijt van krijgen, en in plaats daarvan de planvoorraad herijken op regionaal niveau’. 

Ze doet een impliciete oproep aan grondeigenaren. ‘Laten we vervolgens met elkaar de solidariteit opbrengen om de consequenties te dragen van verkeerde keuzes uit het verleden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat je grondposities gaat uitruilen.’ 

‘Concreet: op plek X betekent bebouwing te veel risico of hoge kosten voor toekomstige generaties, dus die plannen verplaatsen we naar plek Y. Of je hevelt een deel van de plancapaciteit over.’