Dit artikel staat in licht aangepaste vorm in de nieuwe editie van het vakblad Groen. Raakt u na het lezen van dit artikel geïnteresseerd in een abonnement, dan kunt u deze hier aanvragen. U kunt hier ook terecht voor onze andere vakbladen.

 

De financiële schade door weersextremen steeg in 2022 naar een recordhoogte van ruim 886 miljoen euro. Het geld ging grotendeels op aan een stormachtige februari, waarbij de stormen Dudley, Eunice en Franklin al 714 miljoen euro opeisten. Nederlandse verzekeraars houden die schade bij in de door hen uitgebrachte Klimaatschademonitor, waarbij de gevolgen van bliksem, hagel, neerslag, overstromingen, vorst en stormen worden meegenomen. De relatie tussen weersextremen en klimaatschade wordt steeds vaker gelegd, zo ook vandaag door Vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie.

Het vorige record stond op naam van een zware hagelbui in de provincies Limburg en Noord-Brabant van 2016 met 667 miljoen euro schade, gevolgd door een januaristorm in Nederland van 2018 met 538 miljoen euro schade. Klimaatverandering veroorzaakt steeds extremer weer, wat gepaard gaat met steeds grotere materiële schade. 

In veel situaties met extreme weersomstandigheden is nog veel ruimte voor preventie. Uit een onderzoek van de Vrije Universiteit en Deltaris, in de nasleep van de overstromingen in Limburg in 2021, blijkt dat 20 tot 50 procent van die schade voorkomen had kunnen worden door schadepreventieve maatregelen, zoals klimaatadaptieve ingrepen en concreet handelingsperspectief.  

Acties zoals het verplaatsen van waardevolle bezittingen naar hogere verdiepingen of het kiezen voor een waterbestendige vloer kan overstromingsschade potentieel met de helft terugbrengen. Daar komt bij dat volgens het onderzoek de helft van gewaarschuwde huishoudens hun auto naar een veilige plek heeft kunnen verplaatsen, bij huishoudens die niet zijn gewaarschuwd ging het slechts om een kwart.  

‘Als ik in een overstromingsgevoelig gebied woon, kies ik dan nog wel voor een houten vloer? Doe ik er niet verstandig aan om voor een groenere tuin te kiezen en meer tegels weg te halen?’

Rol verzekeraars 

Verzekeraars zetten sterk in op preventie, zegt Vylon Ooms, beleidsmedewerker klimaatverandering bij het Verbond van Verzekeraars. ‘Meer bewustwording over hoe te bouwen en wonen, vooral in risicovolle gebieden, heeft gevolgen voor de toekomstige verzekerbaarheid van Nederland’, zegt hij. Over onverzekerbaarheid hoeft niemand zich nog op korte termijn zorgen te maken, desondanks doet de inrichting van Nederland door overheid en mensen thuis er wel degelijk toe hoe schade door toekomstige weersextremen kunnen worden opgevangen.  

Verzekeraars beschikken over grote hoeveelheden eigen data, waarmee risicoanalyses gemaakt kunnen worden. Het Verbond van Verzekeraars werkt dan ook aan kennisuitbreiding en kennistoepassing in de verzekeringssector door middel van onder andere een toolkit. Deze is speciaal ingericht voor verzekeraars en adviseurs om zo goed mogelijk te communiceren over klimaatverandering. Hierin staan niet alleen eigen tools, zoals de Klimaatschademonitor en de Weerkalender, ook de Klimaateffectatlas en de Klimaatschadeschatter zijn hierbij inbegrepen. Deze instrumenten laten goed zien waar bepaalde meteorologische trends vaker voorkomen en welke schade er te verwachten valt. 

Ook werkt het Verbond samen met het KNMI aan een early warning center, dat voortijdig handelingsperspectief moet bieden bij extreem weer. Een seintje moet bewoners van een bepaald gebied in de toekomst inlichten over een storm of bui, gepaard met adviezen om hierop te reageren. ‘Weersextremen zijn grillig’, aldus Ooms. ‘Een extreme hagelbui komt bijvoorbeeld niet zo vaak voor, maar als het voorkomt is het goed om daar op tijd op in te kunnen spelen. Door tijdig te waarschuwen, kunnen we schade voorkomen.’ 

Deze acties passen bij een steeds belangrijker wordende signaleringsrol van verzekeraars, zegt Ooms. Verzekeraars werken actief aan het ondersteunen van verzekerden door informatie te geven over hoe zij hun woning of tuin klimaatadaptief kunnen inrichten of herstellen. Zo kunnen schade en overlast door het weer in het vervolg beter worden voorkomen. Interpolis informeert haar klanten bijvoorbeeld actief over het aanleggen van groendaken, Centraal Beheer geeft op haar site tips voor het voorkomen van storm- en hagelschade.  

Eigen regio 

Ook voor mensen thuis ligt een rol om klimaatschade terug te dringen. Verzekeraars mogen daarover nog veel vaker en uitgebreider communiceren dan tot nu toe gedaan wordt. Momenteel worden zij nog niet snel genoeg bereikt, vindt Margot Ribberink, ambassadeur van Stichting Steenbreek en meteorologe. ‘In lang niet alle gevallen weten mensen welke klimaateffecten in hun regio spelen. Denk aan overstromingen in Limburg of verzilting in het westen van Nederland’, aldus Ribberink.  

Zonder die informatie is het volgens haar lastig om concrete acties te ondernemen en zelf een bijdrage te leveren aan het terugdringen van negatieve klimaateffecten op de leefomgeving. Ook de kosten van bepaalde maatregelen zijn voor veel verzekerden een hangijzer, voegt de ambassadeur toe. Daar komt nog bovenop dat het uitzoeken daarvan ook nog als een opgave wordt ervaren. 

Verzekeraars zouden volgens Ribberink daarin meer kunnen ontzorgen, bijvoorbeeld door zich meer te hechten aan brede netwerken met groenorganisaties en -bedrijven. ‘Zij zijn nog niet aangesloten bij Stichting Steenbreek. Als die relatie getrokken zou worden, kunnen verzekeraars hun klanten sneller doorverwijzen naar organisaties die weten hoe je klimaatadaptiever kan wonen.’ 

Ribberink en Ooms zijn het er wel over eens dat verzekerden deels al zijn overgeleverd aan de grillen van overheden en grote bedrijven, met meer impact op het bestrijden van klimaatverandering. Tegen sommige klimaateffecten kan je nu al niet meer opboksen met enkel een groendak, zegt Ribberink. Het Verbond van Verzekeraars agendeert dan ook al langer om niet meer in lagergelegen gebieden of uiterwaarden te bouwen. Nieuwbouw kan ook klimaatadaptief worden gerealiseerd door middel van maatregelen die klimaatrisico’s verminderen, zoals drempels, gootjes en waterbuffers. 

Netwerk  

Daar liggen volgens de beleidsadviseur deels ook kansen voor mensen thuis. ‘Als ik in een overstromingsgevoelig gebied woon, kies ik dan nog wel voor een houten vloer? Doe ik er niet verstandig aan om voor een groenere tuin te kiezen en meer tegels weg te halen?’ Ooms hoopt dat verzekerden zich beter gaan inlezen in de risico’s die zij in hun eigen woonomgeving lopen, bijvoorbeeld via de Klimaateffectatlas. 

‘In Nederland zijn we relatief ver met die informatievoorziening. Die informatie is er al, mensen kunnen zich goed laten informeren over wat zij op korte termijn en permanent kunnen aanpassen.’ Naast de atlas noemt hij ook nog de informatie op de site van Vereniging Eigen Huis en de kennis van financieel adviseurs. 

Verzekeraars zouden zich volgens Ribberink nog wel meer mogen verbinden aan groenorganisaties. ‘Wat verzekeraars wel kunnen doen, is hun netwerk vergroten met hoveniers en landschapsarchitecten om de weg naar een klimaatadaptieve oplossing voor de klanten makkelijker te maken’, aldus de meteorologe. ‘Zij hebben kennis en kunde over hoe mensen thuis zich kunnen voorbereiden op bijvoorbeeld veel neerslag.’  

Een voorbeeld van zo’n landelijk netwerk is Stichting Steenbreek, dat vooral samenwerkt met niet-commerciële organisaties als gemeenten en waterschappen. Aangesloten overheden kunnen gebruikmaken van de expertise van Steenbreek en andere groenpartners. Een soortgelijke samenwerking zou kunnen werken voor Nederlandse verzekeringsmaatschappijen. 

Ribberink: ‘Op die manier kunnen verzekeraars directer en gemakkelijker ondersteuning bieden aan verzekerden die willen bijdragen aan een meer klimaat robuustere leefomgeving. Als alle verzekeraars dit doen, dan kunnen we veel klimaateffecten nog ondervangen.’